Den Haag, 3 februari 2005
Bijdrage van Gerdi Verbeet (PvdA) aan Algemeen Overleg over dementie
gesproken woord geldt
Voorzitter,
Nederland telt op dit moment ongeveer 200 duizend mensen die lijden aan dementie. In 2050 is dit aantal naar verwachting meer dan verdubbeld. Dit stelt de politiek en de samenleving voor een grote opdracht. Een deltaplan voor de zorg voor dementerenden is wat betreft de PvdA noodzakelijk. Het Landelijk Dementie Programma van het NIZW, waarover de staatssecretaris ons in december uitvoerig heeft geïnformeerd, is hiervan een goed en hoopvol begin.
Zeer bemoedigend is natuurlijk ook dat er sinds kort aanwijzingen zijn dat dementie mogelijk door intensieve behandeling tegen hoge bloeddruk in de toekomst te voorkomen is. Graag blijven we op de hoogte van de stand van zaken in het langdurige onderzoek hiernaar. Maar ook op de korte termijn is er veel werk aan de winkel.
Vanochtend debatteerden wij over de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Ik heb opgesomd welke belangrijke waarden de PvdA daarbij hanteert; kleinschaligheid, goede en respectvolle behandeling, bescherming van de privacy, kortom: een menswaardig bestaan. Bij mensen met dementie is dit al helemaal van het allergrootste belang. Maar juist daar lijkt het verschil tussen de praktijk van alledag en de situatie die we wensen, erg groot. Zo is van de intramurale verblijfscapaciteit voor mensen met dementie nog maar tien procent kleinschalig. Wat doet de staatssecretaris om dit percentage te verhogen? In welk tempo wil zij de achterstand inlopen. Zij stelt vast dat in de regio niet duidelijk is wie verantwoordelijk is. Wat gaat zij daaraan doen?
Heeft zij kennis genomen van het dringende pleidooi van zorgverzekeraars en cliënten voor meer ruimte voor kleinschalige woonzorg voor zware chronische zorg? Net als vanochtend noem ik hier het door hen gememoreerde prima voorstel van innovatieve zorgaanbieders om voor ¤ 50.000 per cliënt per jaar kleinschalige zorg te bieden. Voorwaarde hierbij is wel dat sprake moet zijn integrale en multidisciplinaire zorg. Deelt de staatssecretaris dit uitgangspunt?
NIZW, de stichting Alzheimer Nederland, de Stichting Wonen met Dementie en anderen hebben tal van goede voorbeelden van kwalitatief hoogstaande, kleinschalige zorg ontwikkeld. Wordt hiervan wel genoeg gebruik gemaakt? Zijn er wel voldoende activiteiten en is er voldoende regie? Welke rol speelt de staatssecretaris hierbij? Cliëntenorganisatie CSO signaleert dat het succes van projecten vaak afhangt van stimulerende 'kartrekkers' en dat als die kartrekkers wegvallen het fundament verdwijnt. Herkent de staatssecretaris dit? Wat doet zij om de kar in beweging te brengen of te houden?
Voorzitter,
Dit kabinet houdt van 'eigen verantwoordelijkheid'. De staatssecretaris verklaart dit in haar brief ook van toepassing op dementerenden. Maar hoe realistisch en wenselijk is dat bij dementerenden in een ver stadium? Heeft de staatssecretaris niet veel te overspannen verwachten van extramuralisering bij dementerenden? Alarmeringsystemen in huis zijn prachtig, maar wat doe je als iemand niet begrijpt dat hij op een knopje moet drukken als er gevaar dreigt? In dat opzicht heb ik grote twijfels over de positie van dementerenden in de voorstellen voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Zorg voor dementerenden zal toch voor het overgrote deel in de AWBZ moeten blijven. Deelt de staatssecretaris dit uitgangspunt?
Ook het CSO vindt dat een te optimistisch beeld wordt gegeven over de mogelijkheden voor dementeren om zelfstandig te wonen. Er zijn volgens het CSO nog teveel belemmeringen. Ook zij vrezen de negatieve gevolgen van de overgang naar de WMO, niet alleen voor dementeren maar ook voor bijvoorbeeld ouderen met een depressie. Graag een reactie hierop van de staatssecretaris.
Hoeveel geld is eigenlijk beschikbaar voor de implementatie en uitvoering het landelijk dementieprogramma? Kan de staatssecretaris een overzicht verschaffen van welke kosten bij welk project horen? Deelt de staatssecretaris de mening van de stichting Alzheimer Nederland dat er een aanvullend budget nodig is voor de implementatie.
Kan de staatssecretaris vertellen hoe ver zij is gevorderd met het wettelijke kader inzake het toepassingen van vrijheidsbeperkingen bij dementerenden?
Ten slotte voorzitter,
We hebben begrepen dat het medicijn Ebixa alleen voor ernstige vormen van dementie wordt vergoed, niet voor matige, terwijl het medicijn wel geregistreerd staat voor beide groepen patiënten. Kan de staatssecretaris in een brief misschien duidelijkheid scheppen over de vergoeding voor deze en andere medicijnen?
Partij van de Arbeid