Meer informatie: dienst Interne en Externe Communicatie, tel. 071-5273282
Persbericht Universiteit Leiden
Vrijdag 28 januari 2005
zaaddonoren voor slootlanten gezocht
Het blijkt mogelijk het huidige beheer van slootkanten zo aan te
passen dat herstel van soortenrijke slootkanten mogelijk is, blijkt
uit onderzoek van de Leidse ecologe Milena Blomqvist.
Beheersaanbevelingen waren tot dusver te veel gespitst op het
verdwijnen van plantensoorten. Maar belangrijker is de terugkeer van
soorten. Blomqvists onderzoek laat zien dat meer nadruk moet worden
gelegd op het vergroten van verspreiding en het creëren van geschikte
omstandigheden voor kieming en vestiging. Dat is echter niet beperkt
tot slootkanten alleen. Dankzij algemene geldende ecologische
principes en processen die aan haar onderzoek ten grondslag liggen,
zijn haar beheersaanbevelingen bruikbaar op veel grotere schaal. Zo
zijn ze ook te gebruiken zijn voor (herstel)beheer van
graslandsystemen in natuurreservaten.
Met de intensivering van het moderne landbouwbeheer is de vraag
gerezen hoe de biodiversiteit van het agrarisch landschap kan worden
behouden. Moet het huidige beheer op moderne landbouwbedrijven
daarvoor worden aangepast, of moeten terreinen die nu gebruikt worden
voor landbouw worden getransformeerd in natuurreservaten? Het
veenweidegebied in Nederland is rijk aan vele verschillende
vegetatietypes. Buiten natuurreservaten zijn fragmenten van deze
vegetatietypes tegenwoordig voornamelijk te vinden in slootkanten op
moderne (melkvee)boerderijen.
Regelingen voor agrarisch natuurbeheer kunnen wel de soortenrijkdom
van slootkanten in stand houden, maar kunnen deze niet kunnen
vergroten of herstellen. Beheersaanbevelingen zijn immers eerder
toegespitst geweest op het terugdringen van verdwijnen dan op het
bevorderen van terugkeer. Blomqvists onderzoek laat zien dat meer
nadruk moet worden gelegd op het vergroten van verspreiding en het
creëren van geschikte omstandigheden voor kieming en vestiging.
Hoewel huidige beheersaanbevelingen wel een vermindering van
nutriënten adviseren, blijkt in de praktijk dat de regelingen tot
dusver niet in staat zijn geweest efficiënt verschraling van de
slootkanten te bewerkstelligen, nodig voor een hogere soortenrijkdom.
Dat heeft een negatief effect vooral op kieming en vestiging van
nieuwkomers, maar ook in mindere mate op de overleving van volwassen
planten. In de praktijk zal dit dus betekenen dat de biomassa
teruggedrongen zal moeten worden voordat de soortenrijkdom hersteld
kan worden.
De huidige beheersaanbevelingen voor slootkanten besteden weinig of
geen aandacht aan het kolonisatieproces. Blomqvists onderzoek laat
zien dat gebrek aan zaden een ernstige belemmering vormt voor herstel
van de soortenrijkdom van slootkantvegetaties en dat thans geldende
aanbevelingen ontoereikend zijn. De resultaten uit een experimentele
studie naar ontkieming van zaden laten zien dat de zaadbank van
slootkanten niet bruikbaar is voor herstel van de soortenrijkdom omdat
doelsoorten die niet aanwezig zijn in de vegetatie, doorgaans afwezig
zijn in deze zaadbank.
Om de soortenrijkdom daadwerkelijk te vergroten, zal herstelbeheer
zich uiteindelijk moeten richten op verspreiding. Een optie is om
beheersinspanningen te concentreren op boerderijen in de buurt van
soortenrijke locaties (zoals natuurreservaten) en daarbij de beste
mogelijke omstandigheden te creëren voor natuurlijke verspreiding. De
effecten van dit soort regionaal beheer zullen echter lang op zich
laten wachten. We moeten ons daarom afvragen wat we verwachten kunnen
van natuurvriendelijk slootkantbeheer. Als het antwoord is behoud van
de huidige soortenrijkdom, dan zullen de bovengenoemde aanbevelingen
voldoende zijn. Echter, als een herstel van de soortenrijkdom wordt
beoogd, moeten deze soorten ergens vandaan komen. In dat geval is
herintroductie de enige oplossing.
Effectief en ecologisch verantwoord beheer is onmisbaar in elk project
met het doel om de biodiversiteitswaarden van het agrarische landschap
te behouden en herstellen. Uiteindelijk zijn het echter de
beleidsmedewerkers, boeren, natuurorganisaties en andere
belangengroepen die bepalen hoe deze informatie gebruikt wordt. Een
belangrijke stap om effectief beheer te bewerkstelligen, omvat een
gedetailleerde beoordeling en vergelijking van de ecologische, sociale
en economische voordelen en nadelen die gepaard gaan met
natuurreservaten en regelingen voor agrarisch natuurbeheer.
Restoration of plant species diversity of ditch banks. Ecological
opportunities and restraints
Proefschrift Milena Blomqvist (Centrum voor Milieubiologie Leiden)
Promotie Universiteit Leiden donderdag 3 februari 2005 14:15 uur
---
Informatie: afdeling wetenschapsvoorlichting Universiteit Leiden,
071-5273282
wetenschap@ics.leidenuniv.nl