De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DN. 2005/383
datum: 31-01-2005
onderwerp: Kamervragen van het lid van Velzen (SP) over in het wild
gevangen vogels TRC 2004/8697
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, de antwoorden toekomen op de vragen die het lid van Velzen
(SP) heeft gesteld over de invoer van in het wild gevangen vogels
(ingezonden 16 december 2004).
1.
Wat is uw inhoudelijke reactie op de EU Wild Bird Declaration die 223
maatschappelijke organisaties onlangs hebben aangeboden aan de
Europese Unie?
Ik onderstreep dat het voorkomen van de insleep van ziektes, de
bescherming van vogelsoorten en het dierenwelzijn belangrijke
doestellingen zijn in de declaratie.
Deze uitgangspunten vormen ook de basis van de huidige veterinaire en
soortbeschermingswetgeving van de EU. Ik heb echter grote twijfels of
een totaalverbod op invoer van alle uit het wild afkomstige vogels
bijdraagt aan deze doelstelling. Het gevaar van een dergelijk verbod
is het ontstaan van illegale handelsstromen met grote risico's voor de
insleep van besmettelijke ziektes. Een afgewogen
case-by-case-benadering acht ik derhalve een betere methode om de
diverse risico's effectief te minimaliseren.
2.
Kunt u inzicht verschaffen in de omvang van de legale en illegale
invoer van in het wild gevangen vogels in Nederland en in Europa?
Vogels die in Europa worden ingevoerd dienen aan verschillende
wettelijke regelingen te voldoen op het vlak van soortbescherming,
diergezondheid en dierenwelzijn.
Op basis van gegevens van de VWA over de invoer met
gezondheidscertificaten, stel ik vast dat vorig jaar enkele tientallen
vogels via Schiphol en Maastricht (de Nederlandse buitengrensplaatsen
waar vogels vanuit derde landen binnenkomen) in de EU zijn
binnengebracht. Vanwege het feit dat er door handelaren geen
faciliteiten worden aangeboden voor afhandeling van uit het wild
afkomstige vogels, is deze invoer op Schiphol beperkt en loopt deze
vooral via andere Europese luchthavens.
Een deel van de invoer betreft soorten waarvan de handel is
gereguleerd via de soortbeschermingsregelgeving onder de EU-CITES
verordening. Op basis van deze Europese regelgeving is in recente
jaren door Nederland per jaar voor circa 20.000 vogels die uit het
wild afkomstig zijn, vergunning verstrekt voor invoer. Een belangrijk
deel hiervan komt eveneens de Europese Unie binnen via andere Europese
luchthavens.
Ondanks dat er gecontroleerd wordt, is nooit volledig uit te sluiten
dat gesmokkelde vogels de douane passeren of illegaal via andere
buitengrenzen worden binnengebracht. Precieze gegevens over de omvang
van illegale invoer zijn niet bekend. Zowel op basis van de
diergezondheid- als CITES-regelgeving worden incidenteel illegale
partijen onderschept.
3.
Deelt u de mening dat de invoer van in het wild gevangen vogels grote
gezondheidsrisico's met zich meebrengt voor dier en mens? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke
termijn?
In de Europese Unie zijn op grond van gezondheidsoverwegingen
voorwaarden gesteld aan de invoer van vogels vanuit derde landen. Dit
geldt zowel voor de in het wild gevangen vogels, als voor de gehouden
vogels. Deze regelgeving is opgesteld ter bescherming van zowel de
diergezondheid als de volksgezondheid. Naast de voorwaarden voor
invoer gelden er ook voorschriften voor de erkenning van de
quarantainestations en -voorzieningen die binnen de Europese Unie
liggen. Hier blijven alle ingevoerde vogels dertig dagen in
quarantaine onder toezicht van de bevoegde autoriteit (VWA). De
voorwaarden en voorschriften zijn neergelegd in de Europese
Beschikking 2000/666/EG en 2002/279/EG.
In de voorwaarden staat onder andere dat de zending vogels vergezeld
dient te worden van een gezondheidscertificaat dat is afgegeven door
de veterinaire autoriteiten van het land van uitvoer.
Bij aankomst bij de quarantainestations en -voorzieningen worden de
vogels door een dierenarts van de VWA klinisch onderzocht. Daarnaast
worden de vogels standaard getest op Aviaire influenza en Newcastle
disease. Bij papegaaiachtigen wordt ook toezicht gehouden op
Chlamydophila psittaci (psittacose ofwel papegaaienziekte).
De Europese Commissie kan de regelgeving aanscherpen wanneer blijkt
dat in het land van herkomst bepaalde besmettelijke dierziekten
heersen. Een voorbeeld hiervan is de invoerstop voor pluimvee en
vogels vanuit een aantal landen in Azië, vanwege de uitbraken van
aviaire influenza, die sinds januari 2004 van kracht is.
4.
Deelt u de mening dat de invoer van in het wild gevangen vogels
eveneens risico's met zich meebrengt voor de economie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke termijn?
De Europese regelgeving, zoals in vraag 3 is aangegeven, reduceert het
risico van insleep van dierziektes tot een minimum. Daarmee wordt ook
het gevaar voor de economie geminimaliseerd.
5.
Deelt u de mening dat de invoer van in het wild gevangen vogels
onaanvaardbaar dierenleed met zich meebrengt? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke termijn?
Ik hecht groot belang aan verbetering van het dierenwelzijn. Bij het
vervoer en de import van vogels (zowel gekweekt als uit het wild
afkomstig) dient te worden voldaan aan bepaalde welzijnseisen, die
zijn opgesteld aan de hand van de Europese regelgeving.
Op het dierenwelzijn wordt toegezien door toezichts- en
opsporingsdiensten bij de grensposten.
Ten aanzien van het welzijn van gezelschapsdieren heb ik in oktober
2004 een conferentie met de betrokken organisaties gehouden, waarbij
is geconcludeerd dat de handhaving op onderdelen kan worden verbeterd.
Daarnaast heb ik aangegeven dat ik zal bezien of ik het onderwerp
gezelschapsdieren op de Europese agenda kan krijgen. Dit zal dan ook
komend jaar nader worden uitgewerkt.
6.
Deelt u de mening dat het mede door de uitbreiding van de Europese
Unie nagenoeg onmogelijk wordt om de gezondheidsrisico's van de import
van in het wild gevangen vogels te beheersen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, welke maatregelen gaat u treffen en op welke termijn.
Binnen de Europese Unie geldt geharmoniseerde regelgeving voor alle
lidstaten op het gebied van invoer van vogels uit derde landen. De
tien nieuwe lidstaten zijn voorbereid op deze regelgeving door
speciale toetredingsprogramma's. De gezondheidsrisico's voor de dier-
en volksgezondheid is dus niet groter of kleiner geworden door de
uitbreiding met de tien nieuwe lidstaten.
7.
Wat is uw inhoudelijke reactie op het feit dat de Europese Unie 's
werelds grootste importeur van in het wild gevangen vogels is, terwijl
dergelijke invoer verboden is in de Verenigde Staten, Australië,
Canada, Israël en Zweden?
Aan de invoer van vogels uit het wild zijn in de EU belangrijke
beperkingen gesteld. Naast de bij antwoord 3 genoemde vereisten op het
vlak van diergezondheid, is de handel voor bedreigde en kwetsbare
soorten op grond van internationale afspraken via CITES-vergunningen
gereguleerd en ingeperkt. Daarbij hanteert de EU aanvullende
verplichtingen. Naast afgifte van uitvoervergunningen in het land van
herkomst, dienen vooraf invoervergunningen door de EU te zijn
afgegeven. Hierbij wordt wetenschappelijk getoetst op mogelijke
schadelijke gevolgen voor de soort in het wild. Bij twijfel wordt geen
vergunning afgegeven en kan de invoer van bepaalde soorten uit
bepaalde landen tijdelijk worden opgeschort. Een dergelijke benadering
per soort en per land moedigt landen aan om tot een duurzaam beheer
van soorten te komen. De VS hanteren een nee- tenzij-benadering voor
invoer uit het wild. Uitzonderingen op het invoerverbod zijn dus ook
daar mogelijk op grond van wetenschappelijk vastgestelde
beheersplannen in de landen van herkomst.
8.
Deelt u de mening dat de gezondheidsrisico's en andere negatieve
effecten van de invoer van in het wild gevangen vogels zwaarder wegen
dan het economische belang van deze invoer? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, bent u bereid om u in Europa hard te maken voor een verbod op de
invoer van in het wild gevangen vogels? Kunt u uw antwoord toelichten?
De bestaande wetgeving en maatregelen acht ik vooralsnog voldoende om
op basis van risicoanalyse, flexibel en effectief op te kunnen treden
en de negatieve effecten te minimaliseren.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit