008 - Seksuele problemen verdienen serieuze aandacht
Oratie Willibrord Weijmar Schultz
Datum: 1 februari 2005
Seksuele problemen staan bovenaan in de top tien van onderwerpen
waarover de Stichting Korrelatie wordt gebeld. Toch is de seksuele
hulpverlening in de eerste lijn de laatste jaren vrijwel geruisloos de
das omgedaan. Nederland dreigt daardoor zijn koppositie op het gebied
van seksuele en reproductieve gezondheid te verliezen. Dat zegt
prof.dr. Willibrord Weijmar Schultz, hoogleraar Psychosomatische
Obstetrie en Gynaecologie, op 25 januari 2005 in zijn oratie aan de
Rijksuniversiteit Groningen. In zijn rede vraagt hij tevens om meer
verdraagzaamheid jegens alternatieve geneeskunde en
vrouwenbesnijdenis.
De titel van de oratie luidt: "Just take her seriously". Dat geeft aan
waar de psychosomatische geneeskunde voor staat: het is voor alles een
manier van benaderen, waarbij de dokter vanaf het eerste contact met
zijn of haar patiënt meedenkt, -voelt en -ziet. De patiënt heeft
immers een dubbele behoefte: enerzijds de behoefte om te weten en te
begrijpen, anderzijds de behoefte om zich gekend en begrepen te
voelen. Veel studenten onderkennen het belang van deze benadering,
maar vinden daar later in de praktijk weinig van terug. Opleiders
moeten hieraan volgens de hoogleraar meer aandacht besteden, niet
alleen in woorden, maar ook in daden.
Seksuele contacten zijn sociale contacten
Weijmar Schultz vindt dat seksualiteit een belangrijk onderdeel zou
moeten zijn van de geneeskunde. "Seksuele contacten zijn immers
bovenal sociale contacten. En juist in tijden van nood, zoals bij
ziekte of handicap, kan seksueel contact werken als troost, als
bevestiging er ondanks alles nog bij te horen en ondanks alles nog
beminnenswaardig te zijn. Ook helpt seks soms tegen pijn, is het een
fysiek ontspanningsmiddel en kan een manier zijn om verwarrende
emoties te verwerken. Wil men volwaardig dokter zijn, dan is kennis
van de seksualiteit onontbeerlijk."
Hulpverlening niet goed geregeld
Toch constateert de hoogleraar dat de financiering van de seksuele
hulpverlening in Nederland nog steeds niet goed geregeld is. De
hulpverlening in de eerste lijn is de laatste jaren zelfs bijna
geruisloos de das is omgedaan. Het Rutgershuis, van oudsher hét adres
voor hulp bij seksuele problemen, is er weliswaar nog, maar de taken
zijn sterk gereduceerd en gekoppeld aan abortusklinieken. Preventie
wordt niet meer gefinancierd, de financiële drempel om hulp te zoeken
blijven onverminderd hoog. Het gevolg is dat patiënten nu worden
doorverwezen naar ziekenhuizen, terwijl ze uitstekend en veel
goedkoper te helpen zijn in de eerste lijn. Weijmar Schultz doet
daarom een beroep op de zorgverzekeraars om de hulp bij seksuele
problemen serieus te nemen en dit adequaat te financieren.
Alternatieve geneeskunde tolereren
De nieuwe hoogleraar betreurt dat sommigen, zowel binnen als buiten
zijn beroepsgroep, zich overgeven aan een kruistocht tegen de
alternatieve geneeskunde. Dat loopgravengevecht is niet in het belang
van de individuele patiënt. Een patiënt met problemen doet juist een
beroep op de alternatieve geneeskunde omdat zij een hulpvraag heeft
die niet beantwoord wordt of kan worden. "Hoe haaks dit ook staat op
een wetenschappelijke grondhouding, een tolerante houding van
hulpverleners ten opzichte van patiënten die hun heil zoeken in de
alternatieve geneeskunde biedt de beste garantie dat patiënten in
beeld blijven. En dat kan rampen voorkomen."
Respijt voor vrouwenbesnijdenis
Ook vrouwenbesnijdenis verdient meer respijt, vindt Weijmar Schultz,
ook al zijn deze praktijken in onze cultuur niet acceptabel. "Maar wie
zijn wij, die eeuwen nodig hadden om de aderlating te verbannen, die
tot diep in de jaren tachtig van de 20-ste eeuw vaginisme meenden te
moeten behandelen met het mes en die anno 2005 nog steeds moeite
hebben om de zorg voor seksualiteit in ons reguliere verzorgingspakket
op te nemen?" Allochtonen die hier wonen zouden een aantal generaties
de tijd moeten krijgen, dan is het probleem volgens hem opgelost. Ook
ziet de hoogleraar positieve ontwikkelingen in de betrokken landen.
Het percentage besneden vrouwen daalt, de houding ten opzichte van
deze praktijken in die regio verandert en men kiest steeds meer voor
minder ingrijpende vormen van besnijdenis. Hulpverleners zouden
daaraan kunnen bijdragen, niet door zich een controlerende rol te
laten opleggen, maar door informatie en kennis te verstrekken. Maar
bovenal door op een goede, niet-beschuldigende manier met deze vrouwen
om te gaan.
Curriculum vitae
W.C.M. Weijmar Schultz (Rijssen, 1948) studeerde geneeskunde in
Nijmegen, werkte als tropenarts in Nigeria, specialiseerde zich tot
gynaecoloog in Groningen en promoveerde in 1991 (samen met prof.dr.
H.B.M. van de Wiel) cum laude op het proefschrift Sexual functioning
after gynaecological cancer treatment. Hij is sinds 1983 werkzaam bij
de disciplinegroep/afdeling Obstetrie & Gynaecologie van het
Universitair Medisch Centrum Groningen. In 1996 werd hij benoemd tot
universitair hoofddocent. Hij is coördinator van het Groninger Gender
Team en hoofdredacteur van het Journal of Psychosomatic Obstetrics &
Gynecology. De Stichting Psychosomatische Obstetrie en Gynaecologie
benoemde hem per 1 september 2003 tot bijzonder hoogleraar
Psychosomatische obstetrie & gynaecologie bij het UMCG. Weijmar
Schultz geldt als een expert op het gebied van seksualiteit, ziekte en
handicap.
Noot voor de pers
Meer informatie: prof.dr. W.C.M. Weijmar Schultz, tel. (050) 361 30
08, e-mail w.c.m.weijmar.schultz@og.umcg.nl of Eddy Brand,
wetenschapsvoorlichter Universitair Medisch Centrum Groningen, tel.
(050) 361 40 15 / 361 22 00, buiten kantooruren via (050) 361 61 61
Rijksuniversiteit Groningen