P E R S
5535/05 (Presse 15) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
5535/05 (Presse 15)
(OR. fr)
PERSMEDEDELING
2637e
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Externe Betrekkingen
Resultaten van de Raadszitting Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Brussel, 31 januari 2005
Voorzitter de heer Jean ASSELBORN
Vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie van Luxemburg
* Sommige punten op het gebied van externe betrekkingen zijn zonder debat aangenomen
tijdens de 2636e zitting van de Raad Algemene Zaken (5534/05).
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
Het verheugde de Raad dat in Irak verkiezingen zijn gehouden. Hij heeft hulde gebracht aan de
politieke moed en vastbeslotenheid van de Irakezen die onder moeilijke omstandigheden aan de
stembusgang hebben deelgenomen. Hij was van oordeel dat de verkiezingen een belangrijke en met
succes bekroonde fase zijn in de overgang naar democratie. De Raad herhaalde hoe belangrijk het
is dat alle geledingen van de Iraakse samenleving volledig bij dit constitutionele proces worden
betrokken. Hij herinnerde er ten slotte aan dat de Unie vastbesloten is de Iraakse autoriteiten en het
Iraakse volk bij te staan, met name door het rechtssysteem te versterken en eerbiediging van de
rechtsstaat te bevorderen.
In verband met het vredesproces in het Midden-Oosten heeft de Raad toegezegd nauw te zullen
samenwerken met de nieuwe Palestijnse president bij de verwezenlijking van de legitieme
Palestijnse aspiraties door middel van een spoedige uitvoering van de routekaart. Hij verklaarde
zich bereid de inspanningen van beide partijen om de politieke contacten op alle niveaus te
herstellen, te ondersteunen.
In vervolg op zijn buitengewone zitting van 7 januari 2005 over de aardbeving en de tsunami's in
de Indische Oceaan, heeft de Raad een actieplan aangenomen dat alle initiatieven overkoepelt die
de Unie en de lidstaten zullen nemen. Doel van dit actieplan is alle op de diverse gebieden
beschikbare middelen (analyse, middelenplanning, praktische uitvoering, preventie, enz.) beter te
coördineren, teneinde de gevolgen van dergelijke gebeurtenissen, nu en in de toekomst, efficiënt op
te vangen.
De Raad heeft zich verheugd getoond over de verkiezing van President Joestsjenko en eraan
herinnerd dat Oekraïne de volledige steun van de Unie geniet. Hij wees erop dat de EU gereed
staat haar betrekkingen met Oekraïne nauwer aan te halen en zo de nieuwe kansen die het op
21 februari a.s. te lanceren actieplan EU-Oekraïne biedt, optimaal te benutten. De Raad heeft zijn
ingenomenheid betuigd met de concrete suggesties van de hoge vertegenwoordiger en de
Commissie ter versterking van de samenwerking van de EU met Oekraïne.
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 3
NL
Voorts heeft de Raad Algemene Zaken (zie Persmededeling nr. 5534/05):
- besloten de maatregelen die hij in juni 2003 ten aanzien van Cuba heeft genomen tijdelijk te
schorsen, met name wat betreft bezoeken op hoog niveau en deelneming aan culturele
evenementen;
- in december 2003 de tegenmaatregelen (in de vorm van douanerechten) geschorst die in
december 2003 waren genomen als reactie op de onrechtmatige subsidies die de Verenigde
Staten hadden verleend op grond van hun voorschriften inzake "Foreign Sales
Corporations", in afwachting van een nieuw besluit van de WTO over de rechtmatigheid
van de nieuwe Amerikaanse wetgeving hieromtrent;
- de lijst uitgebreid van personen tegen wie de Unie beperkende maatregelen heeft genomen
wegens belemmering van respectievelijk: de uitvoering van het kaderakkoord van Ohrid in
de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de daadwerkelijke uitvoering van het
mandaat van het Internationale oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY).
31.I.2005
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
5535/05 (Presse 15) 4
NL
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5
BESPROKEN PUNTEN
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad ................................... 7
IRAK - Conclusies van de Raad...................................................................................................... 8
ZEEBEVING EN TSUNAMI IN DE INDISCHE OCEAAN - Conclusies van de Raad................ 10
OEKRAÏNE - Conclusies van de Raad.......................................................................................... 11
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad ..................................................................... 12
SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad ............................................................................... 13
DIVERSEN ................................................................................................................................. 14
Dialoog EU-Afrika............................................................................................................... 14
Efficiënt multilateralisme ..................................................................................................... 14
9 Mei-viering in Moskou...................................................................................................... 14
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Zie persmededeling "Algemene Zaken" : document 5534/05 Presse 14.
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechische Republiek:
de heer Cyril SVOBODA minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Per Stig MØLLER minister van Buitenlandse Zaken
de heer Friis PETERSEN staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Joschka FISCHER minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van
de bondskanselier
Estland:
mevrouw Kristiina OJULAND minister van Buitenlandse Zaken
Griekenland:
de heer Petros MOLYVIATIS minister van Buitenlandse Zaken
de heer Yoannis VALINAKIS staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk:
de heer Michel BARNIER minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Dermot AHERN T.D. minister van Buitenlandse Zaken
Italië:
de heer Gianfranco FINI vice-eerste-minister en minister van Buitenlandse Zaken
de heer Roberto ANTONIONE staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Cyprus:
de heer George IACOVOU minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Artis PABRIKS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Antanas VALIONIS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
de heer Jean-Louis SCHILTZ minister van Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire
Acties, gedelegeerd minister van Communicatie
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie
Hongarije:
de heer Ferenc SOMOGYI minister van Buitenlandse Zaken
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille, belast met Europese Zaken
Malta:
de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 6
NL
Nederland:
de heer Bernard R. BOT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Atzo NICOLAÏ minister voor Europese Zaken
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Buitenlandse Zaken
Polen:
de heer Jan TRUSZCZYÑSKI onderstaatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer António MONTEIRO minister van Buitenlandse Zaken en van de Portugese
Gemeenschappen
de heer Mário DAVID staatssecretaris van Europese Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Eduard KUKAN minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Erkki TUOMIOJA minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
mevrouw Laila FREIVALDS minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer Denis MacSHANE onderminister van Europese Zaken
Commissie:
de heer José Luís BARROSO voorzitter
de heer Louis MICHEL lid
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
de heer Olli REHN lid
Het secretariaat-generaal van de Raad:
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal van de Europese Unie/hoge
vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan:
"1. De Raad is verheugd over de Palestijnse presidentsverkiezingen en de vrije en eerlijke
wijze waarop deze hebben plaatsgevonden. De Raad betuigt zijn respect voor het
democratische verantwoordelijkheidsbesef en de democratische rijpheid waarvan het
Palestijnse volk heeft blijk gegeven. De Raad betuigt zijn waardering aan Israël voor de
maatregelen die een vergemakkelijking van het verkiezingsproces hebben mogelijk
gemaakt. De Raad wenst president Mahmoed Abbas van harte geluk en zegt toe nauw te
zullen samenwerken met hem en zijn eerste minister bij de verwezenlijking van de
legitieme Palestijnse aspiraties door middel van een spoedige uitvoering van de routekaart.
Hiertoe zal de Raad het kortetermijnactieprogramma ontwikkelen dat door de Europese
Raad in november 2004 is aangenomen. De vergadering die op 1 maart 2005 in Londen zal
worden gehouden, zal de internationale gemeenschap in de gelegenheid stellen om de
inspanningen van de Palestijnse president te ondersteunen.
2. De Raad spoort beide partijen aan zich in te spannen om de politieke contacten op alle
niveaus te herstellen en verklaart zich bereid deze inspanningen te ondersteunen. Hiertoe
roept de Raad alle partijen met aandrang op zich te onthouden van elke daad die schadelijk
zou kunnen zijn voor onderhandelingen die leiden tot een oplossing, van het in de routekaart
weergegeven proces, die uitgaat van het naast elkaar bestaan van twee staten, en die
leidt tot een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat die zij aan zij
en in vrede en veiligheid met Israël en zijn andere buurlanden bestaat.
3. De Raad veroordeelt alle geweld en terroristische daden. De gelegenheid die de nieuwe
politieke context biedt, moet hoe dan ook te baat worden genomen. Beide partijen en de
internationale gemeenschap moeten de kans aangrijpen om het vredesproces een nieuwe
stimulans te geven door de routekaart opnieuw te lanceren. De Raad benadrukt groot
belang te hechten aan de huidige inspanningen met het oog op het staken van de
gewelddadigheden. De Raad verzoekt beide partijen met het oog hierop samen te werken.
De Raad roept de Israëlische regering op maatregelen te nemen om het lijden van de
Palestijnen te verzachten en hun levensomstandigheden te verbeteren, met inbegrip van het
vrije verkeer.
4. De Raad bevestigt andermaal dat de Europese Unie, in samenspraak met de andere leden
van het Kwartet en Egypte, de terugtrekking uit de Gazastrook en uit bepaalde delen van
de noordelijke Westelijke Jordaanoever zal ondersteunen als eerste stap in het totale
proces, in overeenstemming met de door de Europese Raad in maart 2004 bepaalde
voorwaarden.
5. De Europese Raad herhaalt dat ook Syrië en Libanon bij een algehele vrede moeten
worden betrokken. Hij memoreert tevens hoe belangrijk het is dat Resolutie 1559 (2004)
van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties wordt uitgevoerd.
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 8
NL
IRAK - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan:
"1. De Raad is zeer verheugd over het verloop van de nationale verkiezingen in Irak, waarbij
de grote meerderheid van de kiezers zijn stem heeft uitgebracht. De hoge opkomst bij deze
stembusgang, de eerste sedert meer dan 50 jaar, is een teken dat het Iraakse volk zeer
gehecht is aan de democratie en de rechtsstaat. De Raad betuigt zijn respect voor de
Irakezen die de moed, het enthousiasme en de vastberadenheid hebben opgebracht om aan
deze verkiezingen deel te nemen in weerwil van de moeilijke veiligheidsomstandigheden.
De verkiezingen vormen een belangrijke en met succes bekroonde fase in het democratische
overgangsproces in Irak. Zij zijn de eerste schreden van het Iraakse volk op de weg
naar democratie, vrijheid en vrede, waarop nog ver na de overgangsperiode zal moeten
worden voortgegaan. De Europese Unie herhaalt haar belofte het Iraakse volk hierbij te
zullen helpen en onderstreept hoe belangrijk het is dat dit proces een zo breed mogelijk
draagvlak krijgt.
2. De Raad waardeert in dit verband het werk van de onafhankelijke kiescommissie van Irak,
het Iraakse personeel daarvan, de lokale waarnemers, de Iraakse interimregering en de VN,
waardoor de verkiezingen hebben kunnen plaatsvinden binnen de in resolutie 1546 van de
VN-Veiligheidsraad vastgestelde termijn, en hij neemt nota van de steun die daaraan is
verleend door de internationale gemeenschap, onder meer door de Europese Unie. De Raad
wijst op het belang van de niet aflatende steun van de Europese Unie voor het constitutionele
proces en de voor december 2005 geplande verkiezingen. De Raad blijft erop
wijzen hoe belangrijk het is dat alle geledingen van de Iraakse samenleving volledig bij dit
constitutionele proces worden betrokken.
3. De Raad zal zich blijven beijveren voor een veilig, stabiel, verenigd, welvarend en
democratisch Irak dat constructief zal samenwerken met zijn buren en met de internationale
gemeenschap om de gezamenlijke uitdagingen aan te gaan. Hij herhaalt dat de
Europese Unie zich zal blijven inzetten voor de economische, sociale en politieke wederopbouw
van Irak en de activiteiten van de VN in Irak zal blijven steunen. Hij onderstreept
dat de Europese Unie daartoe zal voortgaan met de uitvoering van het alomvattende
steunpakket van de Europese Unie dat op 5 november 2004 aan Irak is aangeboden. Hij
herinnert eraan dat hij vastbesloten is de Iraakse autoriteiten en het Iraakse volk bij te
staan, met name door het rechtssysteem te versterken en de eerbiediging van de rechtsstaat
te bevorderen.
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 9
NL
4. De Raad hecht het grootste belang aan de verdere uitvoering van de volgende etappes die
in resolutie 1546 zijn uitgezet, met name de vorming van een nationaal overgangsparlement,
dat tot taak zal hebben een Iraakse overgangsregering te vormen en een
permanente grondwet op te stellen, met het uiteindelijke doel om uiterlijk op
31 december 2005 een regering te vormen die overeenkomstig die grondwet is verkozen.
De EU blijft bereid samen te werken met de Iraakse overgangsregering en het nationale
overgangsparlement. Desgevraagd is zij bereid om overeenkomstig resolutie 1546 en in
volledige samenwerking met de VN bijstand te verlenen bij het constitutionele proces.
5. De Raad blijft de terreuraanslagen, de bedreigingen en het criminele geweld tegen Iraakse
kiezers, kandidaten en verkiezingsmedewerkers, alsook de gijzelingen en moorden die in
Irak hebben plaatsgevonden, scherp veroordelen. Hij betuigt zijn solidariteit en zijn
medeleven met de families en naasten van de slachtoffers. De Raad betreurt het dat de
terreurcampagne in Irak het lijden van het Iraakse volk verlengt en de politieke vooruitgang
en wederopbouw in Irak belemmert. Hij juicht het toe dat alle partijen uit hoofde van
resolutie 1546 hebben toegezegd te zullen handelen volgens het internationaal recht,
inclusief de daadwerkelijke bescherming en bevordering van de mensenrechten."
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 10
NL
ZEEBEVING EN TSUNAMI IN DE INDISCHE OCEAAN - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan:
"1. Na zijn eerste besprekingen in de buitengewone zitting van 7 januari 2005 en in het licht
van de eerste lessen die uit de jongste gebeurtenissen zijn getrokken, heeft de Raad een
actieplan aangenomen dat alle initiatieven overkoepelt die de Unie en de lidstaten zullen
nemen.
2. Hoofddoel van dit actieplan is de op alle niveaus en op alle gebieden beschikbare middelen
(analyse, middelenplanning, praktische uitvoering, preventie, enz.) beter te coördineren,
teneinde de gevolgen van dergelijke gebeurtenissen, nu en in de toekomst, efficiënt op te
vangen. Zo wordt in het plan een inventaris opgemaakt van de acties op korte termijn in de
getroffen gebieden, met name wat de inzet van budgettaire en financiële middelen en het
versterken van de lopende acties ter plaatse (humanitaire hulp en militaire middelen)
betreft, alsmede van de wederopbouw op middellange termijn. Het actieplan schetst tevens
de grote lijnen van mogelijke acties om het hoofd te bieden aan deze of gelijksoortige
rampen, binnen of buiten de Unie, met aandacht voor een beter gebruik van de bestaande
instrumenten, voor mogelijkheden tot ontwikkeling van een snellereactievermogen van de
Unie (structuur voor planning, coördinatie en inzet van middelen), voor versterking van de
consulaire samenwerking ten bate van de Europese burgers, en, tot slot, voor de potentiële
rol van bepaalde projecten zoals de oprichting van een "Europees vrijwilligerskorps voor
humanitaire hulpverlening".
3. Bij die gelegenheid heeft de Raad geluisterd naar een presentatie van Commissievoorzitter
Barroso over de reeds door de Commissie verrichte werkzaamheden en over hoe deze zich
de versterking van het toekomstige optreden van de Unie voorstelt. De Raad sprak zijn
voldoening uit over deze belangrijke bijdrage aan de werkzaamheden op dit gebied.
4. Met het oog op de follow-up van dit dossier op politiek niveau zullen de komende
ontwikkelingen aan de Raad worden voorgelegd en zal deze tijdens zijn zitting op
25 en 26 april 2005, in aanwezigheid van de ministers van Ontwikkeling, een nieuwe
balans van de situatie opmaken."
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 11
NL
OEKRAÏNE - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan:
"Uit de recente gebeurtenissen in Oekraïne blijkt duidelijk dat het Oekraïense volk voor zijn land de
weg van de democratie gekozen heeft, met als uitgangspunten de eerbiediging van de fundamentele
vrijheden en vrede. Oekraïne heeft aldus op geloofwaardige wijze aangetoond dat zijn Europese
aspiraties gebaseerd zijn op de gemeenschappelijke waarden van de Europese staten en de Europese
burgers.
De Raad is verheugd over de verkiezing van de nieuwe President, Viktor Joesjtsjenko, en is
ingenomen met de uitgebreide en ambitieuze politieke en economische hervormingen die deze
gedurende zijn mandaat in Oekraïne wil doorvoeren, met zijn toezegging de gemeenschappelijke
Europese waarden te eerbiedigen en met zijn streven naar een verdergaande en ruimere samenwerking
tussen de EU en Oekraïne.
Tegen de achtergrond van dit grootschalige proces herinnert de Raad eraan dat President
Joesjtsjenko en het Oekraïense volk de volledige steun van de EU genieten en wijst hij erop dat de
EU gereed staat haar betrekkingen met Oekraïne nauwer aan te halen en zo de nieuwe kansen die
het actieplan biedt optimaal te benutten.
De Raad stelt met voldoening vast dat tijdens de nieuwe tweede ronde van de presidentsverkiezingen
in Oekraïne de internationale normen beter zijn nageleefd en verheugt zich erop
tijdens de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne op 21 februari een aanvang te kunnen maken met de
uitvoering van het actieplan waarover door de EU en Oekraïne is onderhandeld, en waarmee de weg
naar een nauwere samenwerking tussen de EU en Oekraïne geopend wordt.
In dit verband betuigt de Raad zijn ingenomenheid met het schrijven van de hoge vertegenwoordiger
en van de Commissie, waarin tien concrete maatregelen genoemd worden ter versterking
van de samenwerking van de EU met Oekraïne.
Hij zal deze maatregelen bestuderen met het oog op de opstelling van conclusies van de Raad op
21 februari en met het oog op de Samenwerkingsraad EU-Oekraïne, diezelfde dag."
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 12
NL
WESTELIJKE BALKAN - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende conclusies aan 1:
"De Raad heeft de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina ertoe aangespoord vastberaden door te
gaan met alle hervormingen die noodzakelijk zijn voor het aanknopen van onderhandelingen over
een stabilisatie- en associatieovereenkomst met de EU.
De Raad spreekt zijn krachtige steun uit voor de maatregelen die op 16 december 2004 door de
speciale vertegenwoordiger van de EU en hoge vertegenwoordiger Lord Ashdown zijn genomen en
die ondersteund werden door het doeltreffende optreden van EUFOR/ALTHEA. Deze gerichte
maatregelen moeten er mede voor zorgen dat Bosnië en Herzegovina volledig gaat samenwerken
met het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY). Met dat doel voor
ogen heeft de Raad besloten de maatregelen waarmee wordt beoogd te voorkomen dat mensen die
hulp verlenen aan personen die door het ICTY in staat van beschuldiging zijn gesteld, al dan niet op
doorreis het grondgebied van de EU binnenkomen, uit te breiden tot de 9 personen tegen wie de door
HV/SVEU Ashdown genomen maatregelen eveneens gericht zijn.
De Raad herinnerde eraan dat volledige samenwerking met het ICTY, en met name van de kant van
de Servische Republiek, een essentiële vereiste is wil Bosnië en Herzegovina vooruitgang boeken
op de weg naar lidmaatschap van de EU. Zo'n vooruitgang ligt de EU na aan het hart. De Raad
juichte het derhalve toe dat de autoriteiten van de Servische Republiek de aangeklaagde Todovic,
die zich vrijwillig had aangemeld, hebben overgedragen, hetgeen een belangrijke eerste stap vormt
in het proces van aanhouding en overdracht van alle aangeklaagden die nog steeds ontsnappen aan
de internationale justitie.
Verwijzend naar zijn conclusies van oktober 2004 bevestigde de Raad dat de regio grotere
inspanningen moet leveren om de heren Karadzic, Mladic en Gotovina, alsmede alle andere
voortvluchtige beschuldigden voor het ICTY te brengen. De volledige en onbeperkte samenwerking
met het ICTY blijft een essentiële vereiste voor een verdere toenadering tot de EU."
1 De Raad Algemene Zaken heeft ook besluiten aangenomen betreffende beperkende maatregelen tegen
bepaalde personen in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en ter ondersteuning van de
uitvoering van het mandaat van het Internationale oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië (5534/05).
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 13
NL
SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad
De Raad nam de volgende verklaring aan 2:
"De Raad van de EU is zeer verontrust over de door de waarnemers van de Afrikaanse Unie
gemelde bombardementen op verscheidene dorpen in Darfur tussen 13 en 26 januari door de
Sudanese luchtmacht. De Raad veroordeelt in de meest krachtige bewoordingen deze aanvallen, die
meer dan honderd burgerslachtoffers, onder wie talrijke vrouwen en kinderen, hebben geëist.
Dit zijn de meest recente en tot nog toe ernstigste aanvallen in een reeks schendingen van het
staakt-het-vuren van N'djamena. Deze aanvallen vormen een breuk met de verbintenissen die de
Sudanese regering bij herhaling is aangegaan en met de verplichtingen die voortvloeien uit
Resolutie 1556 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Raad verwacht van de Sudanese autoriteiten dat zij hun volledige medewerking verlenen aan het
onderzoek naar deze aanvallen dat de Afrikaanse Unie zal uitvoeren en aan het nemen van
maatregelen - die moeten dienen als voorbeeld - tegen alle verantwoordelijken. De Raad herhaalt
dat de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Sudan zal afhangen van de daadwerkelijke
uitvoering van de verbintenissen die de Sudanese regering is aangegaan.
De Raad herhaalt zijn oproep aan alle partijen om al hun in het kader van het staakt-het-vuren van
N'djamena aangegane verbintenissen gestand te doen en zich te houden aan de resoluties van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ter zake."
2 De Raad Algemene Zaken heeft ook nota genomen van de jaarlijkse bespreking van het gemeenschappelijk
standpunt van de EU betreffende de instelling van een wapenembargo ten aanzien van Sudan (5534/05).
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 14
NL
DIVERSEN
Dialoog EU-Afrika
De Portugese delegatie heeft voor de Raad een stand van zaken opgemaakt over de voortgang van
haar contacten met Afrika betreffende de perspectieven voor een intensivering van de dialoog EUAfrika
en met name het houden van een tweede top Europa-Afrika na die van Caïro in april 2000.
Efficiënt multilateralisme
De Zweedse delegatie heeft de Raad erop gewezen dat het van belang is dat de Europese Unie het
verslag van het Panel op hoog niveau van de VN-secretaris-generaal inzake dreigingen, uitdagingen
en veranderingen volgt, en dat de EU de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde
Naties op het gebied van hervormingen ondersteunt, met het oog op de voorbereiding van de top in
september 2005.
9 Mei-viering in Moskou
De Letse delegatie heeft erop gewezen hoeveel belang zij hecht aan de spoedige ondertekening van
de bilaterale grensovereenkomst tussen Letland en Rusland, vóór de viering van de zestigste
herdenking van het einde van de tweede wereldoorlog en de top EU-Rusland in mei van dit jaar in
Moskou.
31.I.2005
5535/05 (Presse 15) 15
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Zie persmededeling "Algemene Zaken" : document 5534/05 Presse 14.
We t s t r a a t 1 7 5 B 1 0 4 8 B R U S S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 5 8 2 3 9 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 5 8 0 2 6
press.office@consilium.eu.int http://ue.eu.int/Newsroom
European Union