Groen!
Brussel, 31 januari 2005
Groen!-reactie op verklaringen minister Keulen
Het is goed dat Vlaams minister Marino Keulen (VLD) werk wil maken van
de erkenning van de moskeeën. Maar hoe dit dient te gebeuren, is al
vastgelegd door het decreet op de erediensten van 7 mei 2004.
Bovendien begeeft de minister zich met zijn voorstellen op glad ijs:
geldt het principe van scheiding tussen Kerk en Staat wel voor de ene
godsdienst maar niet voor de andere?
Minister Marino Keulen (VLD) heeft overschot van gelijk als hij stelt
dat de islam al sinds 1974 is erkend, maar dat daar al die jaren geen
middelen tegenover werden gesteld. Iets wat bij andere religies wel
het geval was.
Het is dan ook verheugend vast te stellen dat de minister deze scheve
situatie wil rechttrekken. De turbulenties - onder andere rond de
moslimexecutieve - is onder meer een gevolg van grove nalatigheid van
de overheden zelf. Het niet subsidiëren van een erkende religie heeft
ruimte geboden aan groepen met minder democratische bedoelingen maar
mét geld om te infiltreren.
Maar de minister koppelt nu meteen zeer strakke voorwaarden aan de
ondersteuning en erkenning van moskeeën. Net zoals de minister pleit
voor enig realisme bij het vrijmaken van gelden voor moskeeën, pleit
Groen! voor realisme bij de voorwaarden voor de ondersteuning van
moskeeën.
Zo eist de minister het exclusieve gebruik van het Nederlands als
religieuze taal met als argument dat dit de moslims zal verenigen en
de religie beter doen rekening houden met de Nederlandstalige
omgeving. In de islam is Arabisch echter de heilige taal. Een minister
kan wel vragen dat imams Nederlands leren en de gebeden vertalen (dat
gebeurt trouwens veelvuldig onder de niet-Arabische moslims) maar
eisen dat de Arabische taal als grondtaal vervangen wordt door het
Nederlands is een schending van het principe van de scheiding van Kerk
en Staat.
Het is nog maar de vraag op welke manier dit zou leiden tot een hogere
aansluiting tot de maatschappij. Dit hangt immers samen met vooral de
integratie in die samenleving en daarvoor is Nederlands kennen en
praten alleen niet genoeg.
Het blijft essentieel dat de islam net als andere religies behandeld
wordt. Niet meer, maar ook niet minder. Wat men eist van de moslims,
moet in gelijke mate georganiseerd en geëist worden van andere
groepen. Mogen conservatieve katholieken in het Latijn een mis volgen?
Van elke religie wordt terecht gevraagd dat ze respect opbrengt voor
de grondwettelijke vrijheden, rechten en plichten. Het is in dat kader
dat uitwassen als beperkingen van de rechten van de vrouw, van
holebi's moeten behandeld worden; zowel bij moslims als bij
christenen, als bij joods-orthodoxen.
Het is niet aan een minister om de ene religie te dwingen hierin snel
te evolueren en de andere religie zedig gerust te laten. Die evolutie
moet vanuit de gemeenschappen zelf komen en moet gestimuleerd worden.
Wel kan de minister in een rechtsstaat eisen dat bepaalde principes
niet met de voeten getreden worden. Het lijkt misschien hetzelfde,
maar het is het zeker niet. In het ene geval bepaalt de minister de
inhoud van de religie, in het ander geval niet, maar moet de religie
wel opereren binnen democratische grenzen.
Laten we ons ervoor hoeden één groep gelovigen te demoniseren. Vele
zaken hangen immers samen met de positie waarin die groep zich
bevindt: onderaan onze maatschappij, in een eerder slechte
socio-economische situatie, met een eerder traditionele visie op mens
en maatschappij.
Het is belangrijk onze ogen niet te sluiten voor deze sociale dimensie
en, zeker bij de moslimallochtonen, positieve voorwaarden te creëren
voor een gezonde ontwikkeling van een identiteit. Het zal ons
misschien verbazen hoevelen onder hen al reeds een 'Vlaamse islam'
aanhangen.
Vlaanderen is er dan ook vooral bij gebaat dat de "moskeefabrieken",
naar analogie met de kerkfabrieken, snel kunnen worden erkend en
gesubsidieerd. Hoe die erkenningsprocedure moet verlopen, is al
bepaald in het decreet op de erediensten van 7 mei 2004. Dat decreet
voorziet - in een protocol met het ministerie van justitie - zelfs in
een screening door de staatsveiligheid. Nu het debat heropenen over de
erkenningsprocedure van de islam is dan ook weinig zinvol; eindelijk
werk maken van een erkenning en dus subsidiëring des te wenselijker.
Meryem Kaçar Meyrem Almaci Mieke Vogels