RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Verantwoordelijkheid voor veiligheid bij graafwerk buisleiding
PERSBERICHT 31 januari 2005
Raad voor de Transportveiligheid onderzocht ongevallen beschadigde
(gas)leidingen
Verantwoordelijkheid voor veiligheid bij graafwerk buisleidingen
vastleggen
In Nederland is niet duidelijk vastgelegd wie ervoor verantwoordelijk
is dat de veiligheid van buisleidingen niet in gevaar komt als gevolg
van graafwerkheden in de nabijheid van buisleidingen. Het Nederlandse
netwerk van buisleidingen is ongeveer 300.000 kilometer lang; ruim de
helft ervan wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
(waaronder met name aardgas). De Raad voor de Transportveiligheid,
onder voorzitterschap van
mr. Pieter van Vollenhoven, heeft een themastudie uitgevoerd naar
buisleidingongevallen die worden veroorzaakt door graafwerkzaamheden
van derden. Soms is daarbij onzorgvuldigheid van de graver in het
geding, maar veelal is het ontbreken van voldoende exacte informatie
over de ligging van de leiding mede de oorzaak.
Uit de analyse van de Raad blijkt dat in hoofdzaak vier partijen een
rol spelen, waarbij sprake is van een keten van verantwoordelijkheden:
De leidingbeheerders, gravers ('grondroerders'), opdrachtgevers van de
grondroerders en de beheerder van het Kabel en Leidingen Informatie
centrum (KLIC) hebben elk hun eigen verantwoordelijkheid. Over de
invulling en uitwerking van de verantwoordelijkheden van deze partijen
bestaan echter verschillende beelden.
De Raad komt bovendien tot de conclusie dat in Nederland niet
expliciet is vastgelegd welke partij verantwoordelijk is voor het
functioneren van het totale stelsel van veiligheidsmaatregelen om
ongevallen en incidenten als gevolg van graafwerkzaamheden door derden
te voorkomen. Het gevolg van deze onduidelijkheid is dat deze
ongevallen en incidenten niet worden geregistreerd en de oorzaken niet
worden onderzocht. Ook is niet duidelijk wat nu verwacht mag worden
van de graver en wat van bijvoorbeeld van de leidingbeheerder.
Tot slot is een belangrijk gegeven dat niet alle leidingbeheerders een
betrouwbaar inzicht hebben in de exacte ligging van hun buisleidingen.
Mede als gevolg van de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden
worden soms de consequenties van dit gebrek aan inzicht in de ligging
van de leidingen afgeschoven op de gravers die moeten werken in de
nabijheid van leidingen. Dit is naar mening van de Raad niet
terecht.
De Raad beveelt aan dat de Minister van Economische Zaken maatregelen
neemt opdat de systeemverantwoordelijkheid voor het voorkomen van
ongevallen en incidenten door (graaf)werkzaamheden van derden
expliciet wordt neergelegd bij één van de betrokken partijen.
Raad voor de Transportveiligheid