ST. VD NEDERLANDSE ARCHEOLOGIE
'Voorstellen VVD en CDA archeologiewetgeving onaanvaardbaar'
28 januari 2005
Archeologen waarschuwen voor nieuwe vertraging invoering Verdrag
Malta
'Voorstellen VVD en CDA voor archeologiewetgeving onaanvaardbaar'
Het voorstel van VVD en CDA om een provinciale en gemeentelijke
archeologiebelasting voor opgravingen in te voeren, staat haaks op het
Verdrag van Malta.
In het al in 1992 ondertekende Europese verdrag wordt de veroorzaker
van bodemverstoring verantwoordelijk gesteld voor de kosten.
Maandag 31 januari debatteert de Tweede Kamer over de implementatie
van het verdrag in de Nederlandse wetgeving. De Stichting voor de
Nederlandse Archeologie (SNA) wijst er op dat het voorstel van VVD en
CDA niet alleen indruist tegen de doelstellingen van de Europese
overeenkomst, maar tevens zal leiden tot nieuwe en onverantwoorde
vertragingen in de invoering van de wet. Hetzelfde geldt voor het
voorstel van de VVD om het opdrachtgeverschap voor het doen van
opgravingen te verschuiven naar het gemeentelijk en provinciaal
bestuur. Daarmee wordt bovendien het hele archeologiebestel onderuit
gehaald.
In januari 1992 ondertekende de toenmalige minister van WVC, Hedy
d'Ancona, op Malta het Europese Verdrag van Valletta dat zich richt
op een betere bescherming van het archeologisch erfgoed. Ruimtelijke
ingrepen in de bodem zetten dit deel van het cultureel erfgoed onder
toenemende druk. Eenmaal verstoord is het immers voor altijd
verdwenen. Het bodemarchief is van onschatbare waarde als bron van ons
collectieve geheugen. Voor een groot deel van onze vroege
bewoningsgeschiedenis is het archeologische erfgoed zelfs de enige
bron van kennis. Dat het publiek veel belangstelling heeft voor
archeologie blijkt uit de massale toestroom bij opgravingen.
Door het vroegtijdig meewegen van archeologische waarden in de
belangenafweging bij de ruimtelijke ontwikkeling kan de planvorming
zonodig tijdig worden aangepast. Kan dat niet, dan wordt er al of niet
voor opgraven gekozen. Archeologie wordt door die vroegtijdige
afweging een beheersbare factor. Omdat de veroorzaker van de
bodemverstoring verantwoordelijk wordt gesteld voor de kosten, wordt
deze geprikkeld om zo weinig mogelijk schade toe te brengen aan het
erfgoed en te zoeken naar alternatieven. Vanuit deze optiek behoort
ook het (goed) opdrachtgeverschap voor eventueel archeologisch
onderzoek toe aan de veroorzaker. Daarom wijst de SNA zowel het
amendement van VVD en CDA voor een gemeentelijke en provinciale
archeologie-belasting voor opgravingen af als ook het amendement van
de VVD om het opdrachtgeverschap naar het gemeentelijk en provinciaal
bestuur over te hevelen.
Al dertien jaar wordt er gesleuteld aan implementatie van het verdrag
in de Nederlandse wetgeving. Het huidige interim-beleid zorgt door het
ontbreken van het wettelijk kader voor veel onduidelijkheden bij zowel
opdrachtgevers als uitvoerders - met alle nadelige gevolgen voor het
bodemarchief. Veel potentiële kennis over het verleden gaat daardoor
ongezien
verloren. De invoering van het wetsvoorstel tot wijziging van de
Monumentenwet 1988 moet hieraan nu zo snel mogelijk een einde
maken.
NOOT voor de REDACTIE,