Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
28 januari 2005
Ons kenmerk
DGL 05.u00728
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040505770
Onderwerp
Het toelaten van een extra lijndienstmaatschappij tussen Nederland en Suriname.

Geachte voorzitter,

In reactie op uw brief van 28 december 2004 treft u hierbij de antwoorden op de vragen van het lid Van Bommel (SP) over het toelaten van een extra lijndienstmaatschappij tussen Nederland en Suriname.

In verband met de toezegging dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van de stand van zaken in de luchtvaartbetrekkingen met Suriname ben ik voornemens om binnenkort in een brief aan de Kamer nader op de materie in te gaan.


1. Is het waar dat ondanks eerdere afspraken geen derde lijndienstmaatschappij tussen Nederland en Suriname wordt toegelaten?
1)


1. Tijdens consultaties tussen de luchtvaartautoriteiten van beide landen in de week van
20 december 2004 kon inderdaad geen overeenstemming worden bereikt over het mogelijk maken van de aanwijzing van een tweede luchtvaartmaatschappij door ieder land. Suriname heeft medio oktober aangegeven dat de reactie van de SLM op het voorgenomen besluit, te weten het mogelijk maken van aanwijzen van een 2e carrier, alsnog tot tevredenheid stemde. In combinatie met de moeilijke omstandigheden voor de SLM achtte de Surinaamse overheid het nu niet meer opportuun om gebruik te maken van de mogelijkheid uit het Addendum bij het Memorandum of Understanding van 29 april 2004.


2. Hoe verhoudt zich het uitblijven van deze derde lijndienstmaatschappij tot de afspraken in het Addendum bij het Memorandum of Understanding van 29 april jl.?


2. Het Addendum geeft de SLM en KLM de mogelijkheid te reageren op de conclusies van de luchtvaartautoriteiten naar aanleiding van de voorstellen inzake de beschikbaarheid van lagere tarieven en capaciteit, hetgeen tot de bij vraag 1 beschreven situatie heeft geleid.


3. Wanneer wordt het overleg met Suriname hervat om tot een bevredigend resultaat te komen?

3. Zoals aangegeven kon tijdens het luchtvaartoverleg geen overeenstemming worden bereikt en is afgesproken dat beide delegaties zich buigen over mogelijke vervolgstappen. Uit de contacten nadien met het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme is gebleken dat er wel ruimte is om te praten over chartervluchten.


4. Wat gaat u doen om er voor te zorgen dat er op korte termijn voldoende vluchten tegen een lager tarief worden aangeboden?

4. Los van de beoordeling of de SLM en KLM voldoende vluchten tegen een lager tarief aanbieden blijft de inzet van VenW erop gericht marktwerking te creëren.
VenW buigt zich momenteel over de vraag welke mogelijkheden er ter beschikking staan om dit doel te bereiken in het licht van de omstandigheid dat Suriname de maatregelen uit het Addendum nu niet wenst aan te grijpen. Ik kom hierop terug in de aangekondigde brief aan de Kamer.


1) De Ware Tijd, 23 december jl.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs