Contactpersoon
-
Datum
28 januari 2005
Ons kenmerk
HDJZ/LUV/2005-214
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040506380
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid
Duyvendak over een schadevergoeding door Schiphol aan een
projectontwikkelaar.
1. Hebt u kennis genomen van het bericht dat Schiphol een
schadevergoeding van 97,2 miljoen moet betalen aan de projectontwikkelaar
Chipshol?
1. Ja. Ik teken hierbij aan dat de rechtszaak waaraan in het
bericht wordt gerefereerd nog niet is afgerond en dat niet vaststaat dat
Luchthaven Schiphol het genoemde bedrag moet betalen. De rechtbank te
Haarlem heeft uitgesproken behoefte te hebben aan deskundige voorlichting
over de omvang van de schade. Een uitspraak over de omvang van te
vergoeden schade zal dus in een later stadium door de rechtbank Haarlem
worden gedaan.
2. Zal deze vergoeding geheel voor rekening komen van Schiphol of
is de staat of zijn andere overheden ook mogelijk aansprakelijk dan wel
verantwoordelijk? Heeft Schiphol een beroep op u of andere overheden
gedaan voor medefinanciering of verwacht u dat hij dat zal doen?
2. Luchthaven Schiphol heeft in januari 2003 een beroep gedaan op
mij om een bouwverbod op te leggen krachtens artikel 38 van de
Luchtvaartwet (na de inwerkingtreding van de Schipholwet per 20 februari
2003 verviel dit instrument ten aanzien van luchthaven Schiphol).
Aanleiding voor het verzoek van Luchthaven Schiphol was een onderzoek van
de Luchtverkeersleiding Nederland waaruit bleek dat de bouwplannen van
Chipshol bij realisatie zouden leiden tot beperking van het baangebruik
van de Aalsmeerbaan.
Artikel 50 van de Luchtvaartwet bepaalt dat de exploitant van het
luchtvaartterrein de schade vergoedt die optreedt doordat een bouwverbod
op grond van artikel 38 van de Luchtvaartwet is opgelegd. Chipshol heeft
de Luchthaven Schiphol op grond van artikel 50 van de Luchtvaartwet
aangesproken. Dat is de schadevergoedingsprocedure waarover in het
krantenbericht wordt gesproken. Luchthaven Schiphol heeft de Staat in
vrijwaring geroepen ten aanzien van de aan Chipshol te betalen
schadevergoeding. Artikel 50 van de Luchtvaartwet bepaalt echter, zoals
in het vorenstaande uiteengezet, dat de exploitant van het
luchtvaartterrein de schade vergoedt doordat een bouwverbod is opgelegd.
Deze procedure loopt nog.
Daarnaast lopen er bestuursrechtelijke en civielrechtelijke procedures
tussen Chipshol en de Provincie Noord-Holland en Chipshol en de gemeente
Haarlemmermeer. Chipshol heeft voorts bezwaar gemaakt tegen het opgelegde
bouwverbod. Ook deze procedure loopt nog. Voor het nemen van een
beslissing op het bezwaar wordt het advies van de commissie ex artikel 43
van de Luchtvaartwet afgewacht.
3. Is de staat door het bouwverbod dat door het ministerie van
Verkeer en Waterstaat is ingesteld of anderszins medeverantwoordelijk
voor de ontstane situatie?
3. Zie het antwoord op vraag 2.
4. Was u op de hoogte van het conflict met Chipshol BV? Welke rol
heeft de staat als belangrijkste aandeelhouder van Schiphol hierin
gespeeld?
4. Zie het antwoord op vraag 2.
5. Zijn er door de regering pogingen ondernomen om een schadevergoeding
te voorkomen? Zo ja, welke zijn dit? Zo nee, waarom niet?
5. De Luchtvaartwet bepaalt dat schade die wordt geleden ten
gevolge van het bouwverbod door de exploitant van de luchthaven vergoed
wordt. Zie verder ook het antwoord op vraag 2.
6. Verwacht u dat de mogelijke financiële tegenvaller voor de
luchthaven ten koste zal gaan van reizigers cq. gebruikers van de
luchthaven?
6. De omvang van de schade staat niet vast. Aangezien de zaak nog
onder de rechter is, en er geen uitspraken over de omvang van te
vergoeden schade is gedaan, is het te vroeg om te speculeren over
mogelijke consequenties.
7. Heeft deze mogelijke financiële tegenvaller gevolgen voor de
financiële positie van de aandeelhouders, via bijvoorbeeld het uit te
keren dividend?
7. Zie het antwoord op vraag 6.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat