Contactpersoon
-
Datum
28 januari 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.00127
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
05/01/VW
Onderwerp
tracébesluit Hanzelijn
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van mijn brief van 17 januari 2005 (kamerstuk 27569 nr. 15)
verzocht u mij aan te geven hoe de definitieve vaststelling van het
Tracébesluit Hanzelijn zich verhoudt tot de Kameruitspraak (motie Hofstra
cs. kamerstuk 27658 nr. 15) dat de Hanzelijn-plus variant één van de te
onderzoeken opties dient te zijn voor de snelle treinverbinding tussen
Amsterdam en Noord-Nederland.
" .wordt de Hanzelijn gezien als onderdeel van de nieuwe hoofdtransportas
Schiphol - Amsterdam ZuidWTC - Lelystad - Zwolle. Het is de bedoeling daar
de mogelijkheid te scheppen met snelle reizigerstreinen te kunnen rijden
die onder andere doorrijden richting noorden. Voor de Hanzelijn wordt
vooralsnog uitgegaan van maximum snelheden van 200 km/u." Dit citaat uit de
tweede partiële herziening SVV II (1996, kamerstuk 24 122 nr. 5) geeft één
van de uitgangspunten weer, op basis waarvan voor de Hanzelijn de tracéwet
procedure is gevolgd. Ik kan u mededelen dat het tracébesluit Hanzelijn
onverminderd aan dit uitgangspunt voldoet.
In het licht van de motie Hofstra cs. ga ik achtereenvolgens op basis van
het tracébesluit hieronder meer in detail in op de functionele kenmerken en
de uitgangspunten met betrekking tot het treinverkeer over de Hanzelijn.
Het tracé van de Hanzelijn is geschikt voor 200 km/u. Om redenen van
inpassing is alleen ten noorden van Lelystad (180 km/u) en bij Kampen (160
km/u) daarvan beargumenteerd afgeweken. De invloed van deze
snelheidsbeperkingen op de rijtijd is marginaal. De effecten van de
Hanzelijn op de omgeving, alsmede de benodigde inpassingsmaatregelen, zijn
bepaald op basis van deze specificaties. De lijn wordt geheel kruisingsvrij
aangelegd. Het energievoorzieningsysteem gaat uit van 1500 Volt
gelijkspanning, maar is voorbereid voor een omschakeling naar 25 kiloVolt
(kV). Het beveiligingssysteem wordt uitgevoerd volgens de Europese
beveiligingsstandaard ERTMS. Ik stel vast dat deze functionele kenmerken
geen enkele belemmering opwerpen in het licht van de uitspraak van de Kamer
dat: "voor de zogenaamde intercity en Hanzelijn-plus uitgegaan moet worden
van twee varianten voor de ontwerpsnelheid (200 en 160 km/u) voor Amsterdam
- Groningen - Leeuwarden, en van de inzet van HSL-achtig materieel dat 200
km/u kan halen". In het verlengde hiervan concludeer ik dat binnen het
Hanzelijn-plus alternatief de verkorting van de reistijd gezocht zal moeten
worden op de aanliggende trajecten van de Hanzelijn, te weten Schiphol-
Lelystad en Zwolle-Groningen/Leeuwarden.
Wat betreft de aantallen treinen in een Hanzelijn-plus situatie ten
opzichte van de uitgangspunten voor het tracébesluit Hanzelijn is er geen
aanleiding voor andere inzichten dan gepubliceerd in het eindrapport
Vervoerwaardestudie Zuiderzeelijn (september 2000). Daarin wordt, op basis
van de verwachte extra vervoerwaarde van een versnelde verbinding, voor de
Hanzelijn-plus uitgegaan van een gelijk aantal treinen als in de referentie
(zijnde de Hanzelijn). Op grond hiervan stel ik vast dat de
inpassingsmaatregelen zoals voorzien op grond van het tracébesluit
Hanzelijn, tevens voorzien in een Hanzelijn-plus situatie.
Uit het bovenstaande blijkt dat de Hanzelijn in alle opzichten voldoet aan
de uitgangspunten voor de optie Hanzelijn-plus
Punt c van de motie Hofstra c.s. geeft aan dat voor de Hanzelijn-plus naast
de publieke aanpak alsnog een PPS-aanpak moet worden overwogen voor het
onderdeel infrastructuur. Ten aanzien van dit onderdeel van de motie sta ik
op het standpunt dat een PPS-aanpak voor de Hanzelijn-plus op zijn eigen
merites moet worden beoordeeld.
Onderzoek naar een eventuele PPS-aanpak voor de Hanzelijn-plus heeft geen
betrekking op de aanleg van de Hanzelijn zelf. Dit omdat binnen het
Hanzelijn-plus alternatief de verkorting van de reistijd gezocht zal moeten
worden op de aanliggende trajecten van de Hanzelijn, te weten Schiphol-
Lelystad en Zwolle-Groningen/Leeuwarden.
De aanleg van de Hanzelijn wordt uitgevoerd binnen de termijn zoals
toegezegd aan de Kamer.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat