1red15231
28-01-2005, NOS, Gesprek met minister-president, N.2, 18.50 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER:
BEDREIGINGEN TEGEN POLITICI
REFERENDUM GRONDWETTELIJK VERDRAG
BEDREIGINGEN TEGEN POLITICI
VAN DE GRAAF:
Meneer Balkenende, uw naam blijkt voor te komen op een lijst van mensen
over wie Jason W. - de man die in het Laakkwartier werd gearresteerd en een
handgranaat naar de politie gooide - zegt: daar ga ik mee afrekenen.
Overigens u niet alleen, maar ook minister Zalm stond op die lijst. Neemt u
zo'n dreiging serieus?
BALKENENDE:
Je kunt er nooit aan voorbij gaan. Het zijn natuurlijk volstrekt verkeerde
signalen. Je wilt gewoon je werk goed doen. Deze week blijkt ook dat er
heel veel belangrijke dingen aan de orde zijn. Stil staan bij wat er is
gebeurd in Azië. Praten met de getroffenen van die ellendige,
verschrikkelijke tsunamiramp. Deze week hebben we gesproken in de
Ridderzaal over hoe je de maatschappelijke binding in de Nederlandse
samenleving kunt versterken. Je moet gewoon door gaan met je werk. Maar dit
soort dingen zijn niet plezierig.
VAN DE GRAAF:
En die moet je dus heel serieus nemen?
BALKENENDE:
Je moet ze altijd serieus nemen.
VAN DE GRAAF:
Is het in dat geval niet enigszins verbazingwekkend dat deze dreiging tegen
meneer Zalm en tegen meneer Herben en tegen u op de dagvaarding tegen Jason
W. niet voorkomt?
BALKENENDE:
U vraagt mij een opmerking te maken over een zaak die onder de rechter is.
Ik vind dat ik daar dus geen uitlatingen over moet doen. We weten allemaal
hoe de verhouding is tussen de politiek en rechtszaken. Ik vind dat ik daar
geen opmerking over moet doen.
VAN DE GRAAF:
Ik begrijp dat u niets over een lopende zaak kunt zeggen, maar als u zegt
dat je zo'n dreiging serieus moet nemen en het Openbaar Ministerie legt het
iemand niet ten laste, dan is de vraag of we het dan ten onrechte serieus
hebben genomen.
BALKENENDE:
U vraagt mij: hoe kijk je er tegenaan? Neem je dat soort dingen serieus?
Dan zeg ik: ja, elke vorm van dreiging moet je gewoon serieus nemen. De
vraag of het dan serieus of niet serieus bedoeld is, dat moet je naderhand
vast zien te stellen. Maar je moet gewoon opletten. En er gebeurt
natuurlijk tamelijk veel. We hebben deze week gezien wat zo'n lijst kan
betekenen. Maar er gebeuren natuurlijk veel meer dingen. Ik heb
bijvoorbeeld meegemaakt toen ik in het ziekenhuis lag dat er bij een
demonstratie op de Coolsingel in Rotterdam werd gescandeerd: Balkenende,
eerst op de rolstoel en daarna op de elektrische stoel. En we hebben een
demonstratie in Amsterdam gezien waarin een kop van mij werd meegedragen
met een bebloed doodshoofd. Dat waren nou eens geen allochtonen, maar
autochtonen die dat hebben gedaan.
VAN DE GRAAF:
Dat waren volbloed, ouderwetse Hollanders die op die manier demonstreerden.
BALKENENDE:
En dan hoor je niemand. Maar het is natuurlijk net zo goed fout. Het
oproepen van een klimaat van dreiging, van haat, past niet, maar het
gebeurt wel. U heeft natuurlijk gelijk, je moet dat soort dingen serieus
nemen. En als er iets niet klopt, dat keihard aan de kaak stellen. En het
viel me gisteren wel op dat zo'n lijst direct een rubriek als Nova haalt.
Terwijl die eerdere uitlatingen, bijvoorbeeld die van de elektrische stoel,
dat dan eigenlijk iedereen maar zwijgt.
VAN DE GRAAF:
Bij Jason W. weten we dat hij bereid is om handgranaten naar de politie te
gooien. Maar wat vindt u van mensen die op de Coolsingel demonstreren, zijn
dat in uw denken mensen die potentieel echt gevaarlijk zijn, of zijn dat
mensen die gewoon geen manieren hebben?
BALKENENDE:
Het laatste in ieder geval. Het eerste weet je nooit. Maar het gaat er om
dat dit soort uitlatingen bijdragen aan een klimaat van haat, van mensen
het leven zuur maken, mensen ongemakkelijke gevoelens geven. Op zijn zachts
gezegd. En wat iemand precies doet, dat weet je nooit.
VAN DE GRAAF:
Want de vorige keer dat er een politicus werd vermoord, was het een
autochtone, blonde, met blauwe ogen gewapende Nederlander die de dader
bleek te zijn.
BALKENENDE:
Zo is het maar net.
VAN DE GRAAF:
Doet u trouwens aangifte op het moment dat u een bedreiging krijgt die u
serieus neemt?
BALKENENDE:
Dat is afhankelijk van het soort dreiging. Als er aanleiding toe is, doe ik
aangifte. Maar ik zal er nooit direct opmerkingen in het publiek over
maken, daarvoor is het te ernstig. Maar als er sprake is van een serieuze
dreiging, dan moet je uiteraard die zaak melden. En dus aangifte doen.
VAN DE GRAAF:
Hirsi Ali zei: ik ben bang. Ik ben bang geweest, en ik ben het af en toe
nog. Wat doet u om uw eigen angst te bestrijden?
BALKENENDE:
Ik ben niet iemand die zich direct laat leiden door angst. Ik doe gewoon
mijn werk, en dat probeer ik zo goed mogelijk te doen. Je wilt je inzetten
voor de toekomst van ons land. Ik ben trots op Nederland. En daar waar je
de zaak anders wilt, daar zet je je keihard voor in. Het is wat dat betreft
elke dag knokken. Je best doen. Dus ik laat me niet snel van de wijs
brengen. Maar als Ayaan Hirsi Ali zegt: ik voel me bang, dan kan ik me dat
wel voorstellen. Ze is toch wel iemand die heel veel heeft meegemaakt. Als
je niet meer thuis kunt wonen. Als je veel beveiligingsmensen om je hen
moet hebben. Dat je soms afgevoerd moet worden, omdat de risico's te groot
zijn. Dan krijg je wel een verschrikkelijke sfeer van angst en dreiging. En
ook nu ze gelukkig weer terug is de Tweede Kamer, die gevoelens raak je
niet zo maar kwijt.
VAN DE GRAAF:
U zegt: ik laat me niet zo gemakkelijk van de wijs brengen. Maar toch stel
ik nog een keer de vraag: wat doet u actief om die angst te bestrijden? Om
u te wapenen tegen die angst. Want u wordt beveiligd, net als bijna alle
vooraanstaande politici in Nederland. U wordt elke dag geconfronteerd met
het feit dat die beveiliging kennelijk nodig is.
BALKENENDE:
Als je dit werk doet, dan moet je stevig in je schoenen staan. Je kunt geen
premier zijn als je je laat leiden door angst of dat je hele dagen met je
eigen veiligheid bezig bent. Dan kun je beter stoppen. Maar dat neemt niet
weg dat het wel ernstige dingen zijn. Nu is het natuurlijk zo dat ik als
minister-president beveiligd wordt. En je hebt te maken met dreigingen. De
grootste ellende wordt veroorzaakt door mensen die geen waarschuwingen
geven. Die plotseling daar zijn met dat mes of dat pistool. Die zijn
natuurlijk veel gevaarlijker. Je weet altijd dat het aanwezig is. Maar
zoals gezegd: ik concentreer mij vooral op het werk dat ik moet doen.
VAN DE GRAAF:
Je merkt wel in Den Haag en trouwens niet alleen in Den Haag, maar ook in
Hilversum en elders in het land, dat mensen bezig zijn hun woorden op een
gouden schaaltje te wegen. Voelt u zich op enigerlei wijze belemmerd in uw
functioneren als minister-president in tijden zoals deze?
BALKENENDE:
Nee, ik voel mij niet belemmerd. Ik geloof niet dat ik nu anders
functioneer dan 1 of 2 jaar geleden. Je gaat gewoon door met datgene wat
gedaan moet worden. Datgene wat fout is, moet je benoemen. Ik ben ook niet
iemand die een blad voor de mond neemt. Ik durf ook tegen de stroom in te
gaan als het nodig is. Dus wat dat betreft hebben we er niet veel last van.
Ik vind het wel erg wanneer mensen het gevoel krijgen: ik kan niets zeggen
omdat ik word bedreigd. Dan is er iets mis. Maar dat gevoel heb ik zelf
niet.
REFERENDUM GRONDWETTELIJK VERDRAG
VAN DE GRAAF:
Ik wil ook nog met u spreken over het referendum over de Europese grondwet.
Dat referendum komt er. De Tweede Kamer heeft gezegd: we gaan het doen. De
Eerste Kamer is er aarzelend en schoorvoetend toch mee akkoord gegaan. Nu
blijkt dat de staatssecretaris nog een potje had van anderhalf miljoen ter
beschikking van de overheid - de overheid is voor, het zou ook raar zijn
als u tegen was. U heeft immers meeonderhandeld - om de ja-stemmers te
steunen. Is zo'n geheim potje nou netjes?
BALKENENDE:
In de eerste plaats is het zo dat de discussie nog even plaats vindt in het
kabinet, want er moet een brief door staatssecretaris Nicolaï naar de Kamer
worden gezonden. Dan zullen we het hebben over hoe we omgaan met de
communicatie. Wat mag van het kabinet worden verwacht. U zegt: om de ja-
stemmers over de streep te trekken. Laten we dat potje even laten voor wat
het is. Want dat komt wel terug in die brief. Er is wel iets anders aan de
orde. Van een kabinet mag wel worden gevraagd hoe wij tegen het
Grondwettelijke Verdrag voor Europa aankijken. Wat de voordelen zijn van
dat verdrag.
VAN DE GRAAF:
Dat weet u toch?
BALKENENDE:
Ik ben wel eens bang dat men niet precies weet wat er in dat Grondwettelijk
Verdrag staat. Kortom, de komende maanden zal het er om moeten gaan dat
helder is waarom dat verdrag zo belangrijk is. Het zal Europa
transparanter, slagvaardiger, democratischer maken. In de aanpak van
terreur, van geweld, van illegale immigratie.
VAN DE GRAAF:
Om de mensen de voordelen duidelijk te maken, daar heeft u nou die
anderhalf miljoen euro voor gereserveerd. In het Kamerdebat zei de
staatssecretaris of de minister op de vraag wat het kabinet gaat doen om de
voordelen duidelijk te maken: we zullen vooral gebruik maken van free
publicity. Dus als ons wat gevraagd wordt, zullen we elke mogelijkheid te
baat nemen om uit te leggen waarom wij vinden dat mensen voor moeten
stemmen. Maar ja, vooral gebruik maken én dan nog een potje hebben. Ik heb
geleerd vroeger: een halve waarheid is soms erger dan een hele leugen.
BALKENENDE:
Uw vraag was vooral gericht op die ja-stemmers.
VAN DE GRAAF:
De vraag ging over het potje.
BALKENENDE:
Het gaat er meer om dat ik wil dat er straks een goed debat plaats vindt
over dat verdrag. Waarom het belangrijk is en waarom het aannemen van dat
verdrag ook via een referendum leidt tot een betere situatie dan de huidige
wat betreft de toekomst van Europa.
VAN DE GRAAF:
U wilt een goed debat?
BALKENENDE:
Ik wil een goed debat. Wat dat betreft hebben we goede voorbeelden.
Bijvoorbeeld de laatste Europese verkiezingen - er waren toen wat twijfels
over hoeveel mensen er opkomen - toen was de opkomst gelukkig veel hoger
dan de keren daarvoor. Je hebt ook gezien dat rondom die Europese
verkiezingen er behoorlijk goede debatten zijn geweest over Europa. Ik hoop
dus ook dat het referendum zal leiden tot goede debatten waarin het echt
moet gaan over de zaak zelf.
VAN DE GRAAF:
Dat begrijp ik. Maar dan lees ik in de krant dat er behalve dat potje - en
daar wilt u het echt niet over hebben - er ook nog ergens 250.000 euro
gereserveerd te zijn voor publieksonderzoek zodat de overheid precies weet
met welke argumenten in welk blad je de ja-stemmers kan ondersteunen. Dat
is toch niet transparant en helder?
BALKENENDE:
Dat is uw uitleg.
VAN DE GRAAF:
Corrigeert u mij alstublieft.
BALKENENDE:
Wanneer je het hebt over onderzoek, dan is het goed om te weten hoe
bijvoorbeeld de kennis van de Nederlanders over de inhoud van dat
Grondwettelijk Verdrag is. Ik heb nu al iets gezien van
onderzoeksresultaten. Daarin werd bijvoorbeeld de vraag nagegaan: wie
organiseert nu eigenlijk dat referendum? Wie heeft dat initiatief genomen?
Heel veel Nederlanders denken: het kabinet.
VAN DE GRAAF:
Dat is de Tweede Kamer.
BALKENENDE:
Dat is de Tweede Kamer.
VAN DE GRAAF:
Maar u heeft toch geen publieksinitiatief nodig om te weten hoe je dat moet
bestrijden?
BALKENENDE:
Bij alle dingen die wij doen, wordt vaak goed onderzocht hoe de zaak ervoor
staat. Wat is de kennis van mensen. En als dan blijkt dat op sommige punten
de kennis onvoldoende is, dan kun je daarna natuurlijk zorgen dat je meer
aandacht vraagt voor die thema's die onbekend zijn.
VAN DE GRAAF:
Laatste vraag. Waarom zou het kabinet zich druk maken of de mensen voor of
tegen gaan stemmen? Het is een raadgevend referendum. Het is helemaal niet
bindend. Als iedereen tegen is, dan kunt u gewoon doen en laten waar u zelf
zin in heeft.
BALKENENDE:
Kijk, meneer Van de Graaf, als je nu praat over het organiserende
referendum, dan doe je dat serieus of niet. Als je iets serieus wilt doen,
dan moet je ook zorgen dat je zoveel mogelijk mensen gaan stemmen. Dat
mensen geïnteresseerd zijn. Dat men ook weet waarover het referendum gaat.
En dat betekent ook dat een kabinet duidelijk zal aangeven wat de voordelen
zijn van het Grondwettelijk Verdrag. En zo gaan we ook de zaken
voorbereiden.
VAN DE GRAAF:
Zegt u nu impliciet: als 70 of 80 procent tegen stemt, dan doen we het
niet?
BALKENENDE:
Zo ligt het natuurlijk niet. Want het is niet het kabinet dat dan
conclusies zal trekken. Het is een raadplegend referendum. Dat is een
advies aan de Tweede Kamer hoe zij het verdrag gaan beoordelen.
VAN DE GRAAF:
Weisglas zegt: als 70 procent tegen stemt, moet je het niet doen. Zegt u
hem dat na?
BALKENENDE:
Ik ga geen opmerkingen maken over de opstelling van fracties in de Tweede
Kamer. Er zijn verschillende fracties. De een zegt: ik leg me neer bij de
uitslag. De ander doet dat niet.
VAN DE GRAAF:
Kan een kabinet zich permitteren als driekwart van Nederland tegen is, om
het dan toch te doen?
BALKENENDE:
Ik ga er helemaal niet over uitlopen. Ik heb er alle vertrouwen in dat
Nederlanders wanneer men weet wat dit verdrag betekent voor de toekomst van
Europa en voor Nederland, dat ze dan graag ja zullen zeggen. We zullen
kijken wat de uiteindelijke resultaten zullen zijn als het referendum heeft
plaatsgevonden.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT)
Ministerie van Algemene Zaken