Den Haag, 25 januari 2005
Collega's uit binnen- en buitenland luiden Nuffic-voorzitter Pieter
van Dijk uit
Met een seminar onder de titel Balance in international higher
education policy neemt op donderdag 27 januari 2005 drs. Pieter van
Dijk afscheid van de Nederlandse Organisatie voor Internationale
Samenwerking in het Hoger Onderwijs Nuffic, die hij tot eind verleden
jaar als voorzitter diende.
Buitenlandse sprekers zijn Christian Bode, secretaris generaal van de
Deutsche Akademische Austauschdienst (DAAD) en dr. Allan E. Goodman,
van het Institute of International Education in New York. Van
Nederlandse zijde voeren het woord senator Rudy Rabbinge en dr. Renk
Roborgh, directeur Hoger Onderwijs op het Ministerie van OCW.
Het seminar vindt plaats in de Spaansche Hof te Den Haag.
Het steeds weer zoeken en vervolgens ook vinden van een nieuwe balans
karakteriseerde de manier, waarop Pieter van Dijk leiding gaf aan de
Nuffic. Toen hij in 1990 aantrad was de internationale samenwerking in
het hoger onderwijs een vooral aan de universiteiten gevestigde
activiteit, die buiten kringen van direct betrokkenen niet bijzonder
veel aandacht trok.
In de jaren negentig veranderde dat snel. Aan universiteiten en in het
HBO kwam internationalisering in het centrum van de belangstelling te
staan, omdat zonneklaar bleek, dat een hoger onderwijs met een
internationaal klimaat basisvoorwaarde was voor het vestigen van een
kennissamenleving in Nederland. Men moet dan niet alleen denken aan
uitwisseling van studenten en onderzoekers, maar ook aan het
wereldwijd keihard concurreren om toptalent. Vandaar dat aan het eind
van het decennium een nieuwe activiteit snel opkwam, de internationale
marketing van het hoger onderwijs.
Op dit alles moest de Nuffic tijdig en adequaat reageren. Van Dijk gaf
leiding aan dit proces. Zo zorgde hij ervoor, dat zijn organisaties op
de juiste momenten aan de juiste onderhandelingstafels zat. Daar
profileerde hij de Nuffic als een kennisorganisatie die professionele
diensten kon leveren, waar die nodig waren om vorm te geven aan een
effectieve internationale samenwerking in de praktijk. Van Dijk
onderhield de goede betrekkingen met de koepelorganisaties van het
hoger onderwijs met veel zorg, maar schuwde tegelijkertijd een
zoektocht naar nieuwe partners en bondgenoten niet. Zo knoopte hij
goede relaties aan met bijvoorbeeld VNO/NCW en de EVD.
Het was tijdens Van Dijks leiderschap, dat de Nuffic koos voor vier
kerncompetenties: ontwikkelingssamenwerking, internationalisering,
diplomawaardering en certificering en internationale marketing van het
hoger onderwijs. Op- en uitbouw van de staf volgde de veranderende
vraag uit het veld, waar instellingen en overheidinstanties elk hun
eisen stelde aan de dienstverlening van de Nuffic.
Het model van de professionele organisatie met vier kerncompetenties
wierp vruchten af: de periode Van Dijk was voor de Nuffic een periode
van groei. Het meest opvallende blijk daarvan zijn de Netherlands
Education Support Offices in Taipei, Beijing en Jakarta. In zijn
laatste internationaliseringsbrief kondigde staatssecretaris Marc
Rutte een grote uitbreiding van dit netwerk aan.
Van Dijk droeg zijn opvolger Sander van den Eijnden een Nuffic over
die staat als een huis. Omdat alles in balans is.
Nuffic