FNV

NS'ers geven prioriteit aan behoud pensioenleeftijd

Driekwart van de leden van FNV Bondgenoten bij NS is bereid wat meer pensioenpremie te betalen om met 61 of 62 jaar te kunnen stoppen met werken. Dat blijkt uit een enquête van NPS Nipo naar de speerpunten voor de cao-onderhandelingen die in maart beginnen. Het ombouwen van de pensioenregeling binnen de nieuwe fiscale kaders heeft de eerste prioriteit. Als de vakbondsleden moeten kiezen tussen een stijging van de premie met 2 procent van het brutoloon of het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, dan is de keuze duidelijk. Slechts 14 procent blijft dan liever langer werken.

Werkzekerheid komt op de speerpuntenlijst vlak achter de pensioenen. Van de ondervraagde NS'ers wil 73 procent dat de werkgelegenheidsgaranties voor alle medewerkers gaan gelden. Voor het rijdende personeel is een werkgelegenheidsgarantie afgedwongen tot 2010. FNV Bondgenoten constateert dat door verdringing optreedt. Deskundige planners moeten nu bijvoorbeeld plaats maken voor conducteurs of machinisten die een nieuwe functie moeten krijgen.

De NS stelt voor om de zeven cao's binnen het bedrijf te integreren tot één contract. Deze wens van de werkgever krijgt grote steun van de achterban van FNV Bondgenoten (86 procent). Het uiteenvallen van het spoorbedrijf is alom bekritiseerd. Bovendien worden medewerkers al breder inzetbaar. Zo doen conducteurs en machinisten al kleinschalig onderhoud aan de treinen.

Een zeer ruimte meerderheid (84 procent) heeft er begrip voor dat FNV Bondgenoten zich in de komende onderhandelingen richt op vijf speerpunten. Behalve pensioen en werkzekerheid zijn dat naar prioriteit een loonsverhoging van 1,25 procent, aanvulling van het loon bij ziekte en behoud van dezelfde reisfaciliteiten voor alle medewerkers.