RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Toezicht nodig op buitenlandse kleine vliegtuigen
PERSBERICHT 27 januari 2005
Raad voor de Transportveiligheid onderzocht ongevallen met Russisch
geregistreerde vliegtuigen
Toezicht nodig op buitenlandse kleine vliegtuigen
De regelgeving van zowel de internationale
burgerluchtvaart-organisatie (ICAO) als de Europese organisaties Joint
Aviation Authorities (JAA) en de European Aviation Safety Agency
(EASA) bepaalt dat het toezicht op het onderhoud en de
luchtwaardigheid de verantwoordelijkheid is van het land van
registratie van het vliegtuig. De JAA en EASA hebben uniforme
regelgeving vastgesteld die veelal stringenter is dan de ICAO
regelgeving. Binnen de (JAA) EASA is een regeling getroffen voor het
toezicht op vliegtuigonderhoud (in daartoe erkende
onderhoudsbedrijven).
Voorts geldt dat de gebruiker/eigenaar van een vliegtuig een eigen
verantwoordelijkheid heeft voor het naleven van de regels.
Handhaving van bovenstaande regelgeving vindt enerzijds plaats door
(bovenvermeld) toezicht en anderzijds door steekproefinspecties van de
overheid van het land waar het vliegtuig zich bevindt. In Nederland
worden jaarlijks circa 45 (Nederlandse én buitenlands geregistreerde)
vliegtuigen op deze wijze geïnspecteerd (Dit komt ongeveer overeen met
circa 5% van alle in Nederland gestationeerde General Aviation
vliegtuigen). Bij deze steekproefinspecties wordt gekeken naar de
technische staat van het vliegtuig (globaal) en de geldigheid van de
vliegtuigdocumenten (bewijs van inschrijving, bewijs van
luchtwaardigheid). Daarnaast wordt de vluchtvoorbereiding en de
bevoegdheid van de bestuurder gecontroleerd.
De Raad voor de Transportveiligheid, onder voorzitterschap van
mr. Pieter van Vollenhoven, signaleert in zijn rapport over twee
ongevallen met Russische vliegtuigen een leemte inzake de handhaving
van de regelgeving met betrekking tot vliegtuigen afkomstig uit landen
buiten het (JAA) EASA gebied die zich (permanent) op Nederlandse
vliegvelden bevinden.
Het rapport behandelt twee ongevallen met Russisch geregistreerde
vliegtuigen, op 9 maart 2001 bij Heeten (Ov.), met een Yak-52, tijdens
een trainingsvlucht en op 7 juni 2002, met een Su-29, tijdens een
vliegshow bij Marinevliegkamp De Kooy in Den Helder. Het ongeval met
de Yak-52 kostte de beide inzittenden het leven; de bestuurder en
enige inzittende van de Su-29 raakte licht gewond.
Uit het onderzoek is gebleken dat de betreffende vliegtuigen niet
volgens burgerluchtvaart (ICAO) normen zijn gecertificeerd en dat er
buiten Rusland geen toezicht wordt gehouden op deze Russisch
geregistreerde vliegtuigen. Dit betekent dat in Nederland de
steekproefinspecties van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (t.b.v. de
handhaving) en de eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid moeten
zorgen.
Uit het onderzoek is gebleken dat dergelijke steekproeven onvoldoende
diepgang hebben om de vliegveiligheid te garanderen.
Dit heeft tot gevolg dat de invulling van de eigen
verantwoordelijkheid een te grote rol krijgt ten aanzien van (het
waarborgen van) de vliegveiligheid.
De Raad is van mening dat deze situatie niet mag blijven voortbestaan.
Als dan bovendien blijkt dat deze buitenlands geregistreerde
vliegtuigen voor een langere periode in Nederland zijn gestationeerd,
in Nederland vliegen en door Nederlandse bestuurders worden bestuurd
en soms voor commerciële doeleinden worden ingezet, concludeert de
Raad dat het systeem zoals toegepast in de General Aviation
onvoldoende veiligheidsgaranties biedt.
Verder blijkt uit het onderzoek dat het aantal in Nederland
gestationeerde buitenlands geregistreerde vliegtuigen, waaronder ook
vliegtuigen geregistreerd in landen buiten de (JAA) EASA, in de sector
General Aviation toeneemt.
De Raad is van mening dat het land waar buitenlands geregistreerde
vliegtuigen zich (permanent) bevinden eigenlijk dezelfde
verantwoordelijkheid dient te hebben als het land van registratie.
Voor vliegtuigen met een buitenlandse registratie valt bijvoorbeeld te
denken aan het onderzoeken van de mogelijkheid tot het instellen van
een maximale verblijfstijd in Nederland of tot het van toepassing
verklaren van Nederlandse wet- en regelgeving op deze vliegtuigen
zodra deze zich langer dan een bepaalde aaneengesloten periode in
Nederland bevinden.
Daarom beveelt de Raad voor de Transportveiligheid de Minister van
Verkeer en Waterstaat aan maatregelen te nemen om het toezicht op
General Aviation vliegtuigen die niet zijn geregistreerd in een (JAA)
EASA lidstaat te verbeteren.
Raad voor de Transportveiligheid