Ingezonden persbericht
Amnesty International vreest marteling Syriër na uitzetting via Schiphol.
(Amsterdam, 27 januari 2005)
Een Syrische vluchteling die op 19 januari via Schiphol is uitgezet door de
Verenigde Staten is na aankomst op het vliegveld in Damascus geboeid en
geblindoekt weggevoerd naar het Politieke Veiligheids Detentiecentrum in
Hama, in het westen van Syrië. Hij wordt daar sindsdien incomunicado
vastgehouden en loopt groot risico te worden gemarteld.
Amnesty International Nederland heeft op 18 en 19 januari contact gezocht
met de IND en de Koninklijke Marechaussee op Schiphol om haar bezorgdheid
te uiten over de uitzetting van de Syriër, Abd al-Rahman al-Musa. De IND
verzekerde Amnesty International dat de heer al-Musa in de gelegenheid zou
worden gesteld om een asielaanvraag in te dienen. Al-Musa heeft banden met
het Moslim Broederschap in Syrië, hetgeen in Syrië kan leiden tot de
doodstraf of een lange gevangenisstraf.
De Koninlijke Marechaussee (KMAR) op Schiphol heeft echter geen actie
ondernomen omdat Al-Musa begeleid werd door twee Amerikaanse
functionarissen, waardoor de uitzetting 'een Amerikaanse aangelegenheid
was, waar Nederland geen bemoeienis mee heeft.' Bovendien verklaarde de
Marechaussee dat het niet mogelijk is asiel aan te vragen in de transitzone
'omdat geen paspoortcontrole wordt gepasseerd.'
Amnesty International heeft inmiddels een klacht ingediend bij de KMAR en
de ministers Kamp, Verdonk en Bot ingelicht. Amnesty vraagt daarin onder
meer of er afspraken bestaan tussen Nederlandse en Amerikaanse autoriteiten
over uitzettingen onder begeleiding van 'officials.' Ook is er een
bliksemactie voor Al Musa gestart, waarbij het wereldwijde netwerk van de
mensenrechtenorganisatie wordt ingezet om zo snel mogelijk te protesteren
bij de Amerikaanse autoriteiten over de gang van zaken rond de uitzetting,
en de Syrische autoriteiten op te roepen een einde te maken aan de
incomunicado detentie van Al Musa en hem een eerlijke proces te bieden. De
Nederlandse autoriteiten zijn verzocht een onderzoek in te stellen naar de
afzijdige houding van de KMAR.
Amnesty International wijst er in haar klachtenbrief aan de KMAR op dat de
transitzone op Schiphol onderdeel is van het Nederlands grondgebied. Voor
personen in de transitzone gelden dezelfde waarborgen uit
mensenrechtenverdragen als voor personen in de rest van Nederland.
Daaronder valt bijvoorbeeld het recht asiel aan te vragen als iemand meent
dat hij bij terugkeer gevaar loopt. Dit recht kan niet opzij worden gezet
door de aanwezigheid van buitenlandse functionarissen bij een uitzetting.
Internationale wetgeving verplicht staten bovendien om een asielverzoek dat
wordt ingediend in een transitzone van een luchthaven in behandeling te
nemen.
Achtergrondinformatie
Veel leden en sympathisanten van het Moslim Broederschap (MB) en hun
familieleden ontvluchtten Syrië na gewapende gevechten eind jaren zeventig.
Meerdere gevluchte Syriërs en hun familieleden zijn na hun terugkeer in
Syrië gearresteerd. Velen van hen, waaronder kinderen, zijn systematisch
gemarteld en mishandeld op verdenking van banden met de MB. Een aantal van
hen is 'verdwenen' en minstens één gevangene is tijdens de incomunicado
gevangenschap overleden. Leden van de MB kunnen de doodstraf krijgen
(onder 'Wet 49'), hoewel deze straf na oneerlijke processen meestal wordt
omgezet in gevangenisstraffen van 12 jaar.
noot aan de redactie -