CDA

27-01-05
Balkenende: Op weg naar een nieuwe participatiemaatschappij

Nederland is geen VS. Solidariteit wordt hier met een hoofdletter geschreven, aldus minister-president Jan Peter Balkenende op de Bilderbergconferentie, 22 januari jl..

Hij ziet solidariteit niet alleen als een taak van de overheid, maar vooral ook als opdracht aan burgers en maatschappelijke organisaties. Solidariteit moet wel degelijk georganiseerd worden, maar sociale partners hebben daarbij, vooral in onderling overleg, een essentiële, eigenstandige taak.

Daarbij geldt dat de manier waarop solidariteit nu georganiseerd is, niet meer past bij de huidige en toekomstige tijd, aldus de premier. Volgens hem moet we de coördinaten vinden van een nieuwe participatiemaatschappij, liefst een die opener en flexibeler is dan de participatiemaatschappij van na de oorlog. Balkenende: Ik noem u vijf coördinaten voor een nieuwe ordening:

Ten eerste. We moeten niet vrezen voor een schaarste aan vraag naar arbeid, maar voor een schaarste aan aanbod van kennis. Over enkele decennia is iedereen die kan werken ook hard nodig. Maar wie niet over de kennis en vaardigheden beschikt om in een netwerksamenleving uit de voeten te kunnen, staat desondanks toch buiten spel. We moeten voorkomen dat een kansloze groep ontstaat die voor spek en bonen meedoet, zonder enig perspectief op de arbeidsmarkt. De contouren van zon groep tekenen zich al af. Kijk bijvoorbeeld naar de grote groep jongeren die zonder diploma het VMBO verlaat. We kunnen het ons eenvoudig niet permitteren dat mensen die straks hard nodig zijn, zuiver door een gebrek aan kennis aan de zijlijn blijven staan.

Ten tweede. De mobiliteit op de arbeidsmarkt zal toenemen. De baan voor het leven is al een uitstervend fenomeen. De vaste functie-inhoud zal ook verdwijnen. Een loopbaan is voor steeds meer mensen geen kaarsrechte snelweg, maar een verkeersplein met tal van mogelijkheden om in te voegen en af te slaan. Ook werkgevers hebben steeds meer behoefte aan flexibiliteit van hun mensen. Ondernemingen, organisaties, activiteiten en functies veranderen. Dan heb je mensen nodig die die veranderingen gestalte kunnen geven.

Ten derde. Meer werken is onontkoombaar, maar dat werk moet wel beter verdeeld worden.

Een grote groep mensen werkt niet of nauwelijks. En degenen die wel werken, hebben het gevoel tijd tekort te komen. Wie kijkt naar de cijfers, ziet dat de gemiddelde Nederlandse werknemer per jaar zeven volle weken minder werkt dan de gemiddelde werknemer in de EU. Een beetje ruimte voor wat meer uren is er bij veel mensen dus wel. Mits dat werk maar goed gecombineerd kan worden met andere belangrijke bezigheden: zorg voor het gezin, studie, enzovoorts. Een betere verdeling van werk zowel over groepen in de samenleving als over de individuele levensloop - is dus een belangrijk oriëntatiepunt bij het ontwerp van een nieuw sociaal-economisch stelsel.

Ten vierde. Strikte hiërarchische verhoudingen en een centralistische benadering raken uit de tijd. Bestuurders zullen eraan moeten wennen dat ze de wereld niet aan een touwtje hebben. Sterker nog: dat gedetailleerde orders van bovenaf schade doen aan creativiteit, dynamiek en eigen inbreng die juist zo nodig zijn in een onderneming en in een samenleving. Wie mensen oproept hun verantwoordelijkheid te nemen, moet ze ook de mogelijkheden bieden om die verantwoordelijkheid waar te maken. Het dragen van verantwoordelijkheid geldt niet alleen voor individuele werknemers. Ook op bedrijven doe ik een appèl. U kent het belang dat ik hecht aan verantwoord ondernemerschap.

Ten vijfde. Verantwoordelijkheden komen steeds meer bij mensen en organisaties zelf te liggen. Maar tegelijkertijd neemt de behoefte toe aan samenwerking op grotere, internationale schaal. Vraagstukken als veiligheid en duurzame economische groei - maar ook bijvoorbeeld de wederopbouw van de zwaar getroffen gebieden in Azië kunnen we alleen met succes aanpakken als we internationaal de handen ineen slaan.

De hele toespraak van de minister-president kunt u hier downloaden.