Ministerie van Verkeer en Waterstaat

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 26.1.2005 COM(2005) 12 definitief

STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN

2005 ­ 2009
Europa 2010: een partnerschap voor Europese vernieuwing,

welvaart, solidariteit en veiligheid Mededeling van de voorzitter, in overleg met vice-voorzitter Wallström

NL NL

EUROPA 2010: EEN PARTNERSCHAP VOOR EUROPESE VERNIEUWING De afgelopen jaren heeft de Europese Unie grote stappen voorwaarts gezet:
· de grootste uitbreiding tot nog toe, waardoor grote delen van ons continent zijn verenigd in een vrij Europa;

· invoering van de euro, waardoor een zone van financiële stabiliteit is geconsolideerd;
· ondertekening van de grondwet, die de modernisering inhoudt van de regels van een uitgebreide Unie die berust op de legitimiteit van haar lidstaten en haar burgers;
· vooruitgang in de richting van een gezamenlijke ruimte van rechtvaardigheid en veiligheid in Europa;

· totstandbrenging van de eerste fase van een Europees defensiebeleid. Op politiek gebied heeft Europa de kritiek gelogenstraft en blijk gegeven van haar vermogen om verder te gaan in de richting van haar doel. De uitbreiding van het aantal leden heeft het potentieel van de Unie versterkt en bijgedragen tot de rijkdom die onze diversiteit is: dit is geen hinderpaal, maar een bron van kracht voor de toekomst. Meer in het algemeen betekent de ontwikkeling van de Unie op diverse terreinen dat de beslissingen op Europees niveau voor de burgers van al onze lidstaten een groter bereik zullen hebben, hoewel te weinig mensen zich bewust zijn van de omvang van wat Europa heeft verwezenlijkt of de mate waarin Europa een effect op hun leven heeft.
Anderzijds is een aanzienlijk deel van de Europese publieke opinie er niet van overtuigd dat Europa zich op het juiste spoor bevindt. Op Europees vlak kunnen wij slechts doeltreffend optreden als wij bereid zijn deze gevoelens onder ogen te zien. Hoewel de feiten aanzienlijk verschillen van lidstaat tot lidstaat, is het gevoel van onverschilligheid voor het Europese gedachtengoed wijd verbreid. Bij de jongste Europese verkiezingen heeft minder dan de helft van de burgers gestemd. Dit verminderd vertrouwen is het gevolg van een aantal complexe factoren zoals een trage economische groei, een verhoogd gevoel van economische en persoonlijke onzekerheid, angst voor identiteitsverlies en meer in het algemeen een gevoel dat er een "kloof" bestaat tussen wat er in "Brussel" gebeurt en het dagelijkse leven van de gewone mensen. Het is dringend nodig de waarde van wat de Unie te bieden heeft en de legitimiteit van haar beslissingen duidelijker aan te tonen. Europa bevindt zich daarom op een beslissend moment. De Unie moet de bevolking van Europa duidelijk maken dat zij de uitdagingen van de toekomst begrijpt en dat zij beschikt over geloofwaardige strategieën om die uitdagingen aan te gaan. Europa kan het vertrouwen alleen maar terugwinnen indien haar leiders een duidelijke en overtuigende visie uitstippelen van de richting die de Unie in de tweede helft van het decennium moet inslaan, en aantoont dat zij het geschikte beleid en engagement heeft om deze visie ten uitvoer te leggen. De prioriteit is de grote projecten die zijn opgestart tot een goed einde te brengen. De taak van alle instellingen is uit te gaan van Europa zoals het vandaag is en ervoor te zorgen dat dat Europa goed kan functioneren.
NL 2 NL

Wat zijn de doelstellingen voor de komende vijf jaar?
· Europa opnieuw op weg naar blijvende welvaart leiden. Dankzij een versterkte en doelgerichte agenda van Lissabon zal Europa die weg opnieuw kunnen inslaan, doordat de doelstelling van het creëren van nieuwe en betere banen via een sterkere groei wordt verwezenlijkt. De twee pijlers waarop een meer concurrerend en dynamisch Europa rust, zijn economische en sociale hervormingen en een welvarende kenniseconomie. Wij zullen tot de kenniseconomie bijdragen voor de totstandbrenging van een Europese onderwijsruimte en de Europese onderzoekruimte. Een gezond macro-economisch kader en een stabiele munt zullen de groeivoorwaarden versterken en op middellange en lange termijn leiden tot een financieel duurzaam klimaat.
· Het engagement van Europa voor solidariteit en sociale rechtvaardigheid in stand houden en verdiepen, teneinde de cohesie van de uitgebreide Unie te versterken parallel met een groeiende nieuwe economische dynamiek. De economische verschillen daadwerkelijk verkleinen. De armste regio's in staat stellen een inhaalbeweging te maken. Nieuwe economische mogelijkheden creëren in alle delen van de Unie waar banen op de tocht komen te staan onder de druk van de onvermijdelijke tendens tot mondialisering en versterkte concurrentie. Verdere stappen zetten voor de bevordering van gelijke rechten. De Unie zal tot de solidariteit tussen de generaties bijdragen door te voldoen aan haar internationale verplichtingen inzake de bestrijding van de klimaatswijziging, het terugschroeven van de verontreiniging en het veiligstellen van de toekomstige energievoorziening.

· Tastbare praktische voordelen bijdragen tot de levenskwaliteit van de burgers in Europa door nieuwe maatregelen om hun veiligheid te versterken, die alleen mogelijk zijn door een gezamenlijk optreden op Europees niveau om de risico's in hun dagelijks leven beter te beheersen en te verminderen. Dat de Unie een nieuwe effectieve dimensie toevoegt aan de harde maatregelen tegen de uitwassen van terrorisme, drugs, mensenhandel en georganiseerde misdaad. De burgers toegang bieden tot justitie en fundamentele rechten in de gehele Unie.

· De plaats van de Unie in de wereld versterken met de beoogde nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, met de steun van een Europese dienst voor extern optreden, die het buitenlands beleid van de Unie naar buiten toe vorm zal geven en zo verschillende maatregelen tot een coherenter geheel zal maken. Toekomstige uitbreidingsrondes actief voor te bereiden en de andere landen op de westelijke Balkan dichter bij de toetreding te brengen. Daadwerkelijke partnerschappen creëren met de buurlanden die de Unie omringen. In de landen buiten de Unie een uitgebreide zone van stabiliteit en democratische vooruitgang garanderen. Een sleutelrol spelen in het tot stand brengen en vervolgens implementeren van een vredesakkoord in het Midden-Oosten, wat cruciaal is voor vooruitgang in deze hele regio. Een vooruitstrevend handelsbeleid voeren in aansluiting op de ontwikkelingsronde van Doha, die hopelijk succesvol zal zijn. Meer in het algemeen voldoen aan onze verbintenis om de Millennium Doelen, met name in Afrika, na te leven, en van de Unie een leidende speler op het wereldtoneel maken, die zich inzet voor mondiale rechtvaardigheid, duurzame ontwikkeling, groei en welvaart. NL 3 NL

Hoe kan Europa deze verwachtingen vóór 2010 inlossen? Om doeltreffend te zijn moet de Europese Unie haar politieke prioriteiten duidelijk vaststellen.
De dringendste problemen waarmee Europa vandaag wordt geconfronteerd zijn zonder twijfel groei en werkgelegenheid. Goede economische resultaten en een dynamische groei vormden de hoeksteen van het oorspronkelijke Europese model van sociale solidariteit en duurzaamheid. De eerste prioriteit vandaag is in Europa een duurzame dynamische groei te herstellen in overeenstemming met de strategie van Lissabon. Een hernieuwd groei-elan is van vitaal belang voor de welvaart, kan de volledige werkgelegenheid herstellen en vormt de grondslag van sociale rechtvaardigheid en kansen voor iedereen. Groei is ook vitaal voor de plaats van Europa in de wereld en het vermogen van Europa om de nodige middelen te mobiliseren om een groot aantal uiteenlopende mondiale uitdagingen aan te gaan. Wanneer wij van groei en werkgelegenheid de eerste prioriteit maken betekent dat natuurlijk niet dat wij afbreuk doen aan de waarde van de andere doelstellingen. Groei is van essentieel belang voor de ondersteuning van deze doelstellingen: het volstaat al voor ogen te houden hoe de vergrijzing zonder groei een bedreiging van de duurzaamheid van ons sociaal model op lange termijn vormt. De verbetering van de concurrentiepositie en de stimulering van de groei zijn daartoe middelen, geen doel op zich: groei op zich vormt geen garantie voor sociale solidariteit of duurzaamheid. Dat is waarom solidariteit en veiligheid cruciale Europese doelstellingen moeten en zullen blijven naast welvaart. Zo moeten wij ook beleidskeuzes maken die garanderen dat onze verschillende doelstellingen elkaar wederzijds versterken. Maatregelen ter stimulering van concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid, economische en sociale cohesie en een gezond milieu, versterken elkaar wederzijds. Het zijn allemaal essentiële componenten van het overkoepelende doel van duurzame ontwikkeling, dat centraal blijft staan. Zonder solidariteit en veiligheid kan de welaart niet volledig worden gerealiseerd: de economie moet de bevolking dienen, niet omgekeerd. Wil de Europese bevolking erop vertrouwen dat deze visie wordt gerealiseerd, dan moet de Unie daartoe met hen samenwerken. Wij moeten samenwerken door middel van een dynamisch partnerscaip voor Europese vernieuwing. De Europese samenleving, haar instellingen, netwerken, burgers en lidstaten, moeten samenwerken om onze gemeenschappelijke doelstelling werkelijkheid te doen worden. In deze context is het essentieel dat de Europese instellingen samenwerken en een gezamenlijk actieprogramma hebben voor de komende jaren. Dit is niet alleen een kwestie van gezond verstand: de grondwet erkent het belang van een gezamenlijk programma voor Parlement, Raad en Commissie. Dit is in dit geval de reden dat de Commissie de andere instellingen oproept zich onder de huidige omstandigheden te laten inspireren door de bepalingen van de grondwet. De strategische doelstellingen die volgen, worden derhalve voorgesteld als basis voor een gezamenlijk platform voor actie van de Europese instellingen in de komende vijf jaar.
NL 4 NL

De uitdagingen waarmee de Europese instellingen te kampen hebben, zijn zo breed en complex dat zij enkel kunnen worden aangepakt in partnerschap:
· Alle middelen moeten worden aangegrepen en alle actoren moeten samenwerken, niet alleen de instellingen, maar ook nationale parlementen, regeringen, sociale partners en maatschappelijke organisaties op alle niveaus.
· Ook afzonderlijke burgers moeten bij dit partnerschap worden betrokken: door duidelijkheid over wat Europa tracht te bereiken en betrokkenheid bij de gezamenlijke inspanningen.

· Partnerschap betekent ook verantwoordelijkheid. Elke Europese burger heeft belang bij de werkzaamheden van de Unie, en elke Europese burger draagt een deel van de verantwoordelijkheid om onze gemeenschappelijke doelstellingen te realiseren. Om dit partnerschap tot stand te brengen moet de Unie het nodige bieden wat de uitvoering betreft en een brug slaan naar elke Europese burger. In de eerste plaats moet de Unie goed functioneren en dat ook laten zien:
· Niet-toepassing van Europese wetgeving "on the ground" schaadt de doeltreffendheid van het EU-beleid en ondermijnt het vertrouwen waarvan de Unie afhankelijk is. De perceptie dat "wij ons aan de regels houden, maar anderen niet" is, waar dan ook, enorm schadelijk voor het gevoel van Europese solidariteit. Er dient sprake te zijn van continuïteit van ontwikkeling tot uitvoering van beleid, met daarbij de steun van een modern, efficiënt en op dienstverlening gericht overheidsapparaat op alle niveaus. Onmiddellijke en adequate omzetting en een krachtig optreden tegen inbreuken zijn van groot belang voor de geloofwaardigheid van de Europese wetgeving en de doeltreffendheid van het beleid.
· De wetgeving moet zich richten op het hoogste niveau van kwaliteit, samenhang en doeltreffendheid. Betere regelgeving houdt in dat de wetgeving goed wordt voorbereid en zo eenvoudig mogelijk is. Effectrapportage, met inbegrip van de effecten voor de concurrentiepositie, vóór de start van initiatieven en gedurende het volledige wetgevingsproces, moet standaard worden. De geldende wetgeving moet systematisch worden herzien. Subsidiariteit en proportionaliteit moeten volledig worden toegepast. Betere regelgeving moet ook op het niveau van de lidstaten een prioriteit zijn.
· De goedkeuring van de grondwet is een volgende kritieke stap. De Europese instellingen dienen met de lidstaten samen te werken aan de succesvolle inwerkingtreding van de grondwet. Deze moet de Unie versterken in termen van democratie, transparantie, participatie en doeltreffendheid.

· Het in de financiële vooruitzichten vast te leggen meerjaarlijkse begrotingskader moet de Unie de passende middelen bieden om haar verbintenissen na te komen, bijvoorbeeld met betrekking tot de concurrentiepositie en cohesie in de uitgebreide Unie, alsmede het duurzaam beheer van hulpbronnen. Het moet ook zorgen voor begrotingsdiscipline en efficiëntie van de publieke uitgaven.

· In de tweede plaats moeten alle Europese burgers zich bewust zijn van en inzicht verwerven in wat de Unie voor hen doet en een bijdrage kunnen leveren aan de opbouw NL 5 NL

van Europa. Alle Europese instellingen moeten ervan doordrongen raken dat zij ten dienste staan van de burger:

· Wezenlijke bestanddelen van partnerschap zijn overleg en participatie. Initiatieven moeten kunnen rekenen op de volledige betrokkenheid van nationale parlementen, overheidsinstanties op alle niveaus, sociale partners, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden in de verschillende gemeenschappen. De dialoog moet niet meer uitsluitend het in Brussel gevoerde politieke debat omvatten, maar uitgroeien tot een debat in de Europese publieke ruimte, waarbij begrip wordt gewekt voor de verschillende culturen, elkaars identiteit en politiek gedachtegoed. Dit moet bijdragen tot een groter gevoel van Europese identiteit, met name bij jongeren.
· De Unie moet openstaan voor publieke controle en verantwoording afleggen over haar activiteiten. Daarvoor is een hoge mate van openheid en transparantie vereist. Het moet duidelijk zijn op welke manier de Unie tot een besluit komt, door analyse zoals effectrapportage en door maximaal inzicht van het publiek in de werkzaamheden van de instellingen. De bepalingen van de grondwet dat de Raad zijn wetgevende taak in het openbaar dient te verrichten is in dit verband van belang. Het afleggen van verantwoordelijkheid moet worden gestimuleerd door te streven naar een positieve garantieverklaring van de Rekenkamer. Om de financiële belangen van de Unie te beschermen moet de fraudebestrijding worden verbeterd door meer transparantie en samenwerking.

· Geen van deze taken kan worden verwezenlijkt als de intenties en acties van de Unie niet worden onderbouwd door precieze en effectieve communicatie. De hoeksteen van de nieuwe communicatiestrategie moet zijn dat de Unie niet alleen haar beleid duidelijk verdedigt, maar ook openstaat voor eventuele kritiek, en communicatie vanaf het allereerste begin integreert in de formulering van haar beleid en zich verder sterk richt op aanpassing van de communicatie aan nationale behoeften. Dit is een verantwoordelijkheid die door alle Europese instellingen en nationale autoriteiten gezamenlijk moet worden gedragen.


* *
---
NL 6 NL

EUROPA 2010: STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN


1. WELVAART
Het meest dringende probleem waarmee Europa nu wordt geconfronteerd is dat de groei en werkgelegenheid onvoldoende zijn om de levensstandaard en sociale bescherming veilig te stellen waaraan de Europese burger inmiddels gewend is geraakt. De interne markt en de euro hebben de deur geopend naar meer efficiency door schaalvergroting, snellere innovatie, meer groeikansen voor uitbreidende ondernemingen, met andere woorden voor bedrijven in elke lidstaat, doordat deze van de Europese markt hun thuismarkt hebben gemaakt, een concurrentiepositie hebben verworven op Europese schaal en beter voorbereid zijn op de uitdagingen van de mondiale concurrentie. Europa heeft deze kansen echter nog niet volledig benut.
De afgelopen tien jaar zijn de groei en productiviteit van Europa achtergebleven bij die van haar voornaamste economische partners. In principe zou Europa, nu nieuwe concurrenten het Europese bedrijfsleven dwingen te investeren in waarde en nu kracht in de zogeheten kenniseconomie steeds belangrijker wordt, aanzienlijke economische voordelen moeten hebben in de wereldeconomie: politieke en economische stabiliteit, hoogopgeleide werknemers, een traditie van sociaal partnerschap, een aloude en goed ontwikkelde wetenschappelijke basis, en de stimulerende economische inhaalslag van de nieuwe lidstaten van de Unie.
Dit zijn uitdagingen die worden aangepakt in de strategie van Lissabon waarover in 2000 een akkoord is bereikt. De vooruitgang bij de verwezenlijking van de daarin genoemde doelstellingen is echter achtergebleven bij de verwachting, en een beslissende impuls is nodig om de strategie opnieuw op het juiste spoor te zetten. Ons doel is de Europese economie om te vormen tot een van de meest aantrekkelijke voor investeren, produceren en werken. Hiervoor is een nieuwe impuls nodig voor hervormingen die leiden tot een aanzienlijke verbetering van het bedrijfsklimaat. Verder moeten onderzoek en innovatie in belangrijke sectoren worden gestimuleerd en moeten de Europese arbeidsmarkt en sociale zekerheidsstelsels worden gemoderniseerd.

1.1. Een gunstig ondernemingsklimaat

· Goede macro-economische funderingen zijn van essentieel belang voor de bevordering van duurzame groei en de totstandbrenging van verandering. Het goede functioneren van het groei- en stabiliteitspact is van essentieel belang voor de gezondheid van de euro in de aanloop naar de uitbreiding van de eurozone, met name naar nieuwe lidstaten. Daartoe dient het verder te worden verbeterd door het effciënter te maken bij een economische opleving, en realistischer bij de correctie van tekorten, terwijl voorts negatieve prikkels moeten worden voorkomen voor grote economische hervormingen.

· Het is tijd voor een nieuwe fase in de economische integratie. Er moet worden voorzien in passende regelgeving voor een opbloei van de productieve economie. Ondernemingen moeten kunnen opereren binnen een systeem dat in de hele EU geldt, met gelijke rechten voor het opstarten van bedrijven, een gezamenlijke NL 7 NL

aanpak inzake ondernemingsbestuur en intellectuele eigendom, eerlijke regels inzake vennootschapsbelasting en douaneregelingen die de handel stimuleren. Betere regelgeving en goede mededingingsregels moeten een einde maken aan belemmeringen, markten openen voor goederen en diensten en bijdragen tot innovatie ten voordele van de meest efficiënte producenten en consumenten. Met name de dienstensector heeft een enorm groeipotentieel. Efficiënte dienstverlening betekent ook minder kosten voor bedrijven. Aan het eind van dit decennium moet het net zo gewoon zijn om diensten te verlenen in een ander land in de Unie als om goederen te vervoeren, waarbij de bijzondere rol wordt behouden die diensten van algemeen belang hebben.
· Het stimuleren van innovatie en het gebruik van nieuwe communicatie- en informatietechnologieën is cruciaal voor een dynamischere en meer concurrerende economie. De opname van nieuwe technologie door gebruikers en nieuwe ontwikkelingen van leveranciers vloeien beide voort uit een mengeling van acties en beleidsmaatregelen op het gebied van onderzoek, opleiding en innovatie.
· Europa moet de hoge mate van regulering op alle niveaus verminderen, teneinde ondernemerschap en investeringen te stimuleren, met name in het midden- en kleinbedrijf, dat de motor is van de werkgelegenheid.
1.2. Investeren voor welvaart

· Welvaart en groei kunnen niet bestaan zonder investeringen. De motoren van de groei ­ onderzoek en ontwikkeling, moderne technologie, de hoogste vaardigheden, efficiënte netwerken ­ hebben een prijs. Met de begroting van de Unie worden via verschillende fondsen nu reeds aanzienlijke geldbedragen in deze sectoren geïnvesteerd. De concentratie op groei en werkgelegenheid moet in de volgende financiële vooruitzichten verder worden versterkt.
· De Unie wil 3% van het BBP investeren in onderzoek. Daarvan is een derde afkomstig van de overheidssector. Verder wil de Unie de investeringen in het hoger onderwijs aanzienlijk verhogen. Maar geld uitgeven alleen is niet genoeg. Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers en wetenschapsmensen, en de resultaten van onderzoek moeten door Europese bedrijven effectief worden benut. Koppeling van hulpmiddelen op Europees niveau kan een reële toegevoegde waarde bieden: stimulering en verspreiding van kennis, schaalvergroting, creëren van nieuwe connecties en nieuwe netwerken. Mobiliteit in onderwijs en leren zorgt voor een nieuwe dimensie bij de ontwikkeling van Europese kennis: tot 2002 waren het er 1 miljoen, in 2011 moeten in totaal 3 miljoen universiteitsstudenten hebben deelgenomen aan mobiliteitsprogramma's.
· De Europese economie zal nooit haar volledige potentieel bereiken als haar ontwikkeling wordt gehinderd door problemen met vervoers-, telecommunicatie- of energienetwerken. De aanpak van deze zwakke punten in een grensoverschrijdende context is de enige manier om te komen tot aansluiting van het uitgebreide Europa.
NL 8 NL


1.3. Aanvaarden van verandering

· Het aanpassen van de arbeidsmarkt om de werkgelegenheid te stimuleren. Europa heeft werknemers nodig die beter zijn opgeleid en die beter kunnen omgaan met veranderingen. Permanente educatie moet leiden tot een efficiënte wisselwerking van betere banen en meer groei. De partnerschappen voor hervorming en verandering die de Europese Raad in 2004 heeft aangekondigd, zijn de beste manier om te zorgen voor eigen inbreng bij het creëren van arbeidsmarkten die meer en betere werkgelegenheid creëren.
· Meer mensen naar de arbeidsmarkt trekken. Naast een efficiënter gebruik van oudere werknemers en de bevordering van arbeidsmobiliteit, aandacht besteden aan het potentieel van immigratie. Het Groenboek inzake economische migratie laat zien hoe een beheerst immigratieproces, gericht op cruciale vaardigheden, kan bijdragen aan een oplossing. In Europa bestaat de zorg dat de voordelen niet opwegen tegen de kosten van integratie: maar er kan een evenwicht worden gevonden waarin zowel de migranten als de ontvangende landen voordeel ondervinden.

2. SOLIDARITEIT
De essentie van de Europese Unie is het streven naar duurzame ontwikkeling als overkoepelend doel dat erop gericht is te voorzien in de behoeften van het heden zonder afbreuk te doen aan het vermogen van toekomstige generaties om op hun beurt in hun behoeften te voorzien. Ons gezamenlijk project geeft ons mede de verantwoordelijkheid elkaar te steunen en onze omgeving samen te beschermen en te besturen. Een gezonde Europese samenleving is alleen mogelijk wanneer wij dit gezamenlijke project effectief aanpakken. Solidariteit moet concreet tot uiting worden gebracht, zowel nu als door toekomstige generaties, door:

· economische en sociale cohesie, waardoor achterstandsgebieden en -groepen in de Unie de verschillen kunnen verkleinen door een betere groei en concurrentiepositie;
· duurzaam beheer en bescherming van ons milieu, onze natuurlijke hulpbronnen en veiligstelling van onze energievoorziening op de lange termijn;
· adequate hervorming en beheer van onze socialezekerheidsstelsels, teneinde te zorgen voor duurzaamheid op de middellange/lange termijn;
· behoud en versterking van onze gemeenschappelijke waarden.
2.1. Economische en sociale cohesie

· Het cohesiebeleid is cruciaal voor het functioneren van de uitgebreide Unie. De kloof tussen de tijkste en armste regio in Europa is sinds de uitbreiding verdriedubbeld. Het cohesiebeleid is gericht op het doel van economische convergentie en tracht het sluimerende potentieel voor een hoge groei te ontsluiten. Het is een essentieel instrument voor de bevordering van groei en concurrentievermogen. Plattelandsgemeenschappen, kustgebieden en ultraperifere regio's hebben ook te maken met bijzondere uitdagingen in termen van NL 9 NL

economische ontwikkeling, sociale uitsluiting en ontvolking. Plattelandsontwikkeling is, bijvoorbeeld, een manier om de cohesie te versterken en nieuwe welvaart en groei te stimuleren in plattelandsgebieden, en om te komen tot een beter beheer van natuurlijke hulpbronnen.
· Een adequaat antwoord op de demografische uitdagingen voor de bevolking van Europa. Halverwege deze eeuw zal de verhouding tussen gepensioneerden en beroepsbevolking zijn verdubbeld van 24% nu tot bijna 50% in 2050. Centraal bij solidariteit is een juiste respons op de behoeften van de verschillende segmenten van de samenleving, ouderen en jongeren, bijvoorbeeld door middel van een initiatief voor Jeugd, waarbij de bijdrage van alle generaties aan onze samenleving wordt gemaximaliseerd.

· Beschermen van de zwakste bevolkingsgroepen in onze samenleving. Europa kan niet mondiaal concurreren door op jacht te gaan naar lage lonen of zwakke werkomstandigheden. De sociale agenda biedt gelijke kansen waar het gaat om adequate sociale normen en het Europese sociale model kan worden gebruikt als stimulans voor groei wanneer het fungeert als veiligheidsnet en springplank voor verandering. Om de duurzaamheid van dit model veilig te stellen moeten de vereiste hervormingen in arbeidsmarkt en socialezekerheidsstelsels tijdig gestalte krijgen, en moeten economische hervormingen en een degelijk economisch beleid ertoe leiden dat het potentiële groeipercentage aanzienlijk wordt verhoogd.
2.2. Solidariteit met toekomstige generaties
· Milieuescherming blijft een belangrijke plicht ten opzichte van toekomstige generaties. Klimaatverandering is een dreiging die elk jaar tastbaarder wordt. Het vormt ook een bedreiging voor ons natuurlijk milieu, en voor onze groei en welvaart. Europa moet de leiding blijven nemen bij de aanpak van de oorzaken door de energie-efficiëntie te verbeteren en te laten zien dat alternatieven, zoals een nieuwe afweging van vervoerswijzen, mogelijk zijn dankzij op de markt gebaseerde oplossingen. Eco-innovatie moet worden gestimuleerd, alsmede eco- efficiency: met een "knock-on"-voordeel op de lange termijn voor productiviteit en innovatie kan de belangrijke sector van de milieutechnologie een bijdrage leveren aan de concurrentiepositie van de Europese economie.
· Europa is een continent dat rijk is aan hulpbronnen. Het beheer van die hulpbronnen is van essentieel belang om de belangen op lange termijn veilig te stellen. De doorvoering van hervormingen in landbouw en visserij zorgt voor een duurzaam beheer van de voornaamste elementen en voor een verbeterde concurrentiepositie.

· Met het oog op de milieuwaarde en economische waarde van oceanen en zeeën is er een bijzondere behoefte aan een alomvattend maritiem beleid dat gericht is op de ontwikkeling van een welvarende maritieme economie en het volledige potentieel van op de zee gebaseerde activiteiten op in milieuopzicht duurzame wijze. Dit beleid moet bij uitstek worden ondersteund in de context van marien wetenschappelijk onderzoek, technologie en innovatie. NL 10 NL


2.3. Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke waarden
· De bescherming van fundamentele rechten en de bestrijding van discriminatie moeten op de eerste plaats komen bij de Europese maatregelen, samen met nieuwe initiatieven voor de bestrijding van discriminatie en de totstandbrenging van een Europees Agentschap voor fundamentele rechten. Het zorgen voor gelijke rechten voor alle burgers en de bestrijding van discriminatie, met inbegrip van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, moet deel gaan uitmaken van alle Europese maatregelen. Europa moet wereldwijd het referentiepunt worden voor de praktische toepassing van fundamentele rechten. Een bijzondere prioriteit is de effectieve bescherming van de rechten van kinderen, zowel tegen economische exploitatie als tegen alle vormen van misbruik, waarbij de Unie een lichtend voorbeeld moet zijn voor de rest van de wereld.
· De bescherming en bevordering van culturele diversiteit in Europa is cruciaal voor de waarden van de Unie. In een wereld waar globalisering leidt tot homogeniteit, moet deze culturele rijkdom worden beschermd door maatregelen om het wederzijds respect over de grenzen heen te behouden. In dit opzicht zijn de bevordering van Europese audiovisuele producten en het circuleren daarvan essentieel. Mobiliteit, leren van talen, interculturele en sociale dialoog en de bevordering van actief burgerschap zijn de beste manieren om dit respect op te bouwen.

· Solidariteit houdt niet op bij de burgers van de Unie. Er moet een gezamenlijke aanpak worden ontwikkeld voor de rechten en plichten van immigranten; migranten van binnen en buiten de Unie moeten steun krijgen bij hun integratie in een nieuwe omgeving, waarbij hun menselijke waardigheid voorop dient te staan. Een dergelijk migratiebeleid moet gericht zijn op de lange termijn: ervoor zorgen dat de "knock-on"-effecten van migratie op de samenleving opgevangen worden door een soepelere integratie.

3. VEILIGHEID EN VRIJHEID
De Europese instellingen moeten de risico's aanpakken waarmee de burger in zijn dagelijkse leven wordt geconfronteerd. De bescherming van het leven en de eigendom van de burger is een centrale taak die de overheidsmacht en het overheidsbeleid legitimiteit verleent. Vrijheid kan alleen worden genoten binnen een door de wet verleend kader van veiligheid. De burger heeft terecht de verwachting dat de bedreiging van zijn gezondheid en veiligheid op Europees niveau wordt aangepakt. De grondwet zal het vermogen van de Unie om op dit gebied op te treden versterken. Maar er kan nu al veel worden gedaan. In de eerste plaats is er de persoonlijke veiligheid van de Europese burger ten overstaan van criminaliteit en terrorisme. Vrijheid in een grenzenloos Europa verleent de Unie een speciale verantwoordelijkheid. Dit is met name het geval voor grenscontrole, asiel en immigratie, en mensenhandel.
Veiligheid heeft te maken met het vermogen van de burger om zijn dagelijks leven op een veilige manier te leiden. Dat kan in het gedrang komen door natuurrampen, milieu- of gezondsheidscrises en vervoers-of energierisico's. De Unie speelt een rol in alle sectoren: NL 11 NL

risicopreventie, vroegtijdige waarschuwing, crisisbeheer, en is solidair met eventuele slachtoffers van rampen.
3.1. Veiligheid en justitie in Europa

· De uitvoering van het in 2004 overeengekomen programma van Den Haag vormt een gecoördineerde respons op de risico's waarmee de Europese burger wordt geconfronteerd. Het programma van Den Haag heeft betrekking op alle maatregelen die vereist zijn. Preventieve maatregelen en voorbereiding op rampen kunnen een reële aanvulling vormen op de inspanningen van de lidstaten in de strijd tegen terrorisme, door betere uitwisseling van veiligheidsgegevens, effectieve operationele samenwerking, en een betere koppeling met andere vormen van criminaliteit. De financiering van terroristische activiteiten moet effectiever worden aangepakt. Een strategische aanpak van georganiseerde criminaliteit kan het risico dat criminelen misbruik maken van de afwezigheid van grenzen in Europa, beperken.

· Het vermogen tot samenwerking op Europees niveau van justitie, veiligheidsdiensten, politie en douane moet worden versterkt. De integratie van Europol in de Unie zou een belangrijke stap vormen in de strijd tegen mensenhandel, drugshandel en cybercriminaliteit.
· Het geïntegreerd beheer van de buitengrenzen en een gemeenschappelijk visumbeleid zijn essentieel. De Unie staat voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het beheer van buitengrenzen te land met een lengte van ongeveer 11 000 km en maritieme grenzen met een lengte van 68 000 km, met duidelijke risico's in termen van illegale migratie en mensenhandel. Een coherent Europees kader is essentieel voor de toelating van onderdanen van derde landen tot de EU en hun verblijf aldaar. De EU moet met overleg optreden bij de aanpak van de diepere oorzaken van mensenhandel. Een gemeenschappelijk asielbeleid moet de Unie de kans geven asielzoekers in gemotiveerde gevallen en op gelijke gronden toe te laten.

· De wederzijdse erkenning en het vrije verkeer van gerechtelijke uitspraken in civiele en strafrechtelijke procedures dragen bij tot het garanderen van de rechtsstaat, en versterken de bescherming van gezinnen die kampen met grensoverschrijdende gerechtelijke problemen. De toename van het personenverkeer en de grensoverschrijdende economische activiteiten sinds de totstandkoming van de interne markt maken dat er een sterkere behoefte is aan een eenvoudige, reële en niet-discriminerende rechtsgang in een Europese justitiële ruimte.
3.2. Beheersen van risico's in de moderne wereld Belangrijk element van het leefklimaat van de burger is een beleid dat gericht is op de beheersing en vermindering van de risico's waarmee deze wordt geconfronteerd, zoals natuurrampen, milieu- en gezondheidsrisico's en vervoers- of energierisico's.
· Milieu- en gezondheidsrisico's, zoals de toegenomen dreiging van overstromingen of perioden van droogte na klimaatveranderingen, de gevolgen van potentiële biologische, NL 12 NL

chemische of radiologische aanvallen of ernstige uitbraken van ziekten, hebben onmiddellijke implicaties voor de gehele EU. Deze moeten op twee manieren worden aangepakt: vroegtijdige waarschuwing en snelle reactie op een bepaalde crisis, en langetermijnpreventie. Informatie- en controlenetwerken moeten effectief zijn, willen zij iets te betekenen hebben bij grensoverschrijdende dreigingen.
· Grote rampen op zee, het gevaar van terroristische aanslagen en energiecrises hebben de publieke bezorgdheid over de vervoersveiligheid doen toenemen, met name in het luchtvervoer, maar ook het maritieme en het wegvervoer.
· Als er geen actie wordt ondernomen, zal de afhankelijkheid van Europa van externe olie toenemen tot 90% in 2030 (tegenover 70% nu). Een grotere veiligheid van de energievoorziening kan worden bereikt door een geconcentreerde inspanning tot vermindering van de vraag naar energie, betere samenwerking met de voornaamste producenten en doorvoerlanden en krachtige bevordering van duurzame energiebronnen.
4. EUROPA ALS MONDIALE PARTNER
In de wereld van vandaag kunnen we onze belangrijkste interne prioriteiten alleen verwezenlijken als we op het wereldtoneel slagen. Door globalisering en een groeiende onderlinge afhankelijkheid is veel van het oude onderscheid tussen binnen- en buitenlandspolitieke uitdagingen verdwenen.
De politieke invloed van de Unie zou beter moeten overeenkomen met haar economische gewicht. Om dit doel te bereiken moet de Unie in haar externe optreden naar grotere politieke coherentie streven: coherentie tussen de verschillende deelgebieden van het extern beleid; coherentie tussen het interne en het externe beleid; en coherentie in het optreden van de Unie en van de lidstaten bilateraal.
Wil de Unie een sterkere aanwezigheid en invloed hebben op internationaal vlak, dan moet zij met één stem spreken en een coherent standpunt uitdragen. Haar invloed is ook afhankelijk van haar vermogen om coherente en effectieve betrekkingen met haar voornaamste partners tot stand te brengen. Dit geldt met name voor de transatlantische betrekkingen. Europa moet zich blijven inzetten voor effectief multilateralisme als de beste manier om met haar mondiale partners om te gaan. De architectuur van de internationale instellingen moet worden versterkt door middel van een voortdurend proces van hervorming en vernieuwing: de Verenigde Naties zijn de enige optie voor het aanpakken van mondiale problemen waarvoor mondiale oplossingen nodig zijn.

4.1. Een sterkere speler in de wereldeconomie
· De rol van Europa in de wereld kan niet worden gescheiden van zijn interne kracht. De invloedskracht van Europa is sterk afhankelijk van de gezondheid van haar economie. Hoe dynamischer de economische vooruitgang van Europa is en hoe effectiever Europa kan samenwerken, des te sterker is zijn grip op wereldwijde gebeurtenissen en zijn vermogen om globalisering tot stand te brengen op sociaal rechtvaardige en duurzame wijze. De externe dimensie van Europa's binnenlandse beleid moet ten volle worden benut. NL 13 NL


· Verdere uitbreiding van de Europese Unie versterkt haar mondiale invloed: na de toetreding van Bulgarije en Roemenië in 2007 gaat het uitbreidingsproces verder met de voorbereiding op verdere uitbreidingen, met het accent op de onderhandelingen met Kroatië en Turkije en de lidmaatschapsaanvraag van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Tegelijkertijd zullen ook de andere landen van de westelijke Balkan dichterbij het vooruitzicht op toetreding komen.

· Europa kan welvaart niet alleen tot stand brengen. Door een succesvol nabuurschapsbeleid wordt het bereik van de grootste economie ter wereld vergroot. Onze toekomst en die van onze buren zijn nauw met elkaar vervlochten, en sterkere integratie met de buurlanden is een noodzaak: handel, immigratie, netwerken en diensten zijn slechts enkele voorbeelden van terreinen waar een geïntegreerde ruimte tot stand moet komen. Dit zijn onze prioriteiten voor de betrekkingen met Rusland, Oekraïne en andere naburige landen. De economische en sociale vooruitgang van het gehele Middellandse-Zeegebied en de landen die eraan grenzen is een belangrijke zorg voor Europa.
· Internationale handel is van het grootste belang voor het stimuleren van concurrentievermogen en groei. Openheid helpt ons om in eigen huis ons vermogen tot mededinging te verwezenlijken. Wij Europeanen moeten erop vertrouwen dat de uitdagingen van de globalisering kunnen worden omgezet in voordeel voor Europa en Europa kunnen helpen zijn potentieel tot concurrentie te verwezenlijken. Handelsliberalisering zorgt voor nieuwe exportmarkten en hoogwaardige banen op concurrerende, open en gereguleerde markten. De onderhandelingen moeten op alle niveaus krachtig worden voortgezet: met name in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zoals in het geval van de Doha-ronde, maar ook met de belangrijkste bilaterale en regionale partners. Gebleken is dat gerichte convergentie van regelgeving met de voornaamste partners voor alle partijen voordeel oplevert, en moet worden voortgezet, met name in de transatlantische betrekkingen. Wij moeten, gebaseerd op gedeelde economische belangen, nauwere partnerschappen ontwikkelen met onze nieuwe handelspartners in Azië, zoals China en India, maar ook met Brazilië en Latijns- Amerika in het algemeen.

4.2. Globale solidariteit

· Onze externe betrekkingen zijn ook een manier om onze waarden buiten onze grenzen te stimuleren en beschermen. Europa moet zich inzetten voor stabiele internationale groei, gebaseerd op duurzame ontwikkeling, en trouw blijven aan haar gehechtheid aan de mensenrechten. Europa moet zich ook richten op effectieve implementatie van voorname doelstellingen op het gebied van milieubescherming. Europa moet daartoe de verantwoordelijkheid delen met de voornaamste partners.

· De voor 2015 vastgestelde millenniumdoelen moeten leidraad zijn van het ontwikkelingsbeleid van de Unie. De herziening van die doelen in 2005 vormt een gelegenheid om de nodige vooruitgang te boeken met een nieuwe verklaring over het ontwikkelingsbeleid, teneinde duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding te bevorderen door effectief multilateralisme en handelsliberalisering, ter NL 14 NL

vergemakkelijking van de integratie van ontwikkelingslanden in de wereldeconomie.

· De Unie heeft een specifieke respons nodig voor Afrika. Afrika, met name Afrika ten zuiden van de Sahara, blijft steeds verder achter. Binnen het kader van de externe samenwerking moet Europa maatregelen bundelen om een daadwerkelijke verandering tot stand te brengen ter ondersteuning van Afrika, in termen van zowel kwantiteit als kwaliteit. Europa moet zich richten op een reëel partnerschap, gebaseerd op een volwaardige handels- en politieke relatie.
4.3. Zorgen voor wereldwijde veiligheid
· Europa kan niet overleven als een eiland van vrede in een wereld van instabiliteit. Het externe beleid van Europa moet worden aangepast aan de internationale ontwikkelingen, met inbegrip van crisis en wereldwijde uitdagingen in verband met veiligheid. De Unie kan meer invloed uitoefenen op de politieke en economische keuzes voor de lange termijn en zo bijdragen aan de welvaart en stabiliteit in Europa zelf en de rest van de wereld. Deze zijn op hun beurt weer van invloed op het welzijn en de veiligheid van de Europese burger.
· Externe actie is ook vereist voor een grondige aanpak van stabiliteits- en veiligheidsvraagstukken door krachtige bevordering van duurzame ontwikkeling, zowel via multilaterale als bilaterale kanalen. Die zijn cruciaal voor de externe betrekkingen van de Unie. Een geslaagd nabuurschapsbeleid is een belangrijke stap op de weg naar wereldwijde stabiliteit en veiligheid. Dat geldt ook voor de wil van Europa om een actieve rol te spelen bij het zoeken naar en de uitvoering "on the ground" van een vredesregeling voor het Midden-Oosten. En het geldt ook voor de nauwere veiligheidssamenwerking met de Verenigde Staten in het kader van een versterkt transatlantisch partnerschap.
· De Europese veiligheids- en defensiecapaciteit dient deze uitdagingen op te pakken door geloofwaardige capaciteit ter beschikking te stellen voor actie, middels volledige implementatie van de Europese veiligheidsstrategie en een effectiever Europees Veiligheids- en Defensiebeleid.
---
Dit zijn de strategische doelstellingen die de Commissie gedurende haar mandaat wil nastreven. Bij de opstelling ervan is de Commissie uitgegaan van de discussies in het Europees Parlement in de aanloop naar haar eigen benoeming en in december 2004. Ook heeft zij rekening gehouden met het bestaande meerjarenprogramma van de eerstvolgende voorzitterschappen. Gezien hun brede karakter schuift de Commissie deze naar voren als basis voor een gezamenlijk platform voor actie van de Europese instellingen in de komende vijf jaar.
Hopelijk kan hierover vóór de afsluiting van het Luxemburgse voorzitterschap een akkoord worden bereikt door de drie instellingen. Is dat akkoord er, dan bieden de strategische doelstellingen een stabiel kader voor de instellingen om samen te werken bij de verwezenlijking van de gezamenlijke doelstellingen en bij het spelen van hun rol in het beoogde partnerschap.
NL 15 NL