Commissie Gelijke Behandeling

26-01-2005 CGB vuist voor initiatieven saamhorigheid Uitkomsten gesprek saamhorigheid kabinet en maatschappelijke organisaties gewaarborgd

Het kabinet heeft op woensdag 26 januari 2005 in de Ridderzaal in Den Haag in een gesprek met maatschappelijke organisaties de mogelijkheden verkend om
de saamhorigheid in Nederland te versterken. Ook de Commissie Gelijke Behandeling nam deel aan het gesprek. In de bijeenkomst is het belang van het toezicht op naleving van gelijkebehandelingsnormen benadrukt. De initiatieven die voortvloeien uit deze bijeenkomst zullen dan ook in concrete gevallen bij de Commissie kunnen worden getoetst. Zo beoogt de Commissie Gelijke Behandeling de initiatieven om discriminatie tegen te gaan, te versterken. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wanneer er sprake is van verboden onderscheid en wanneer niet.
Hiermee wordt de Commissie Gelijke Behandeling dé vuist voor de initiatieven op het terrein van saamhorigheid.

De Commissie onderstreept het belang van de besproken initiatieven, bijvoorbeeld om discriminatie op de werkvloer, in het onderwijs of in het uitgaansleven tegen te gaan. De CGB krijgt nu veel klachten over de belemmeringen voor deelname aan het maatschappelijk leven; deze houden verband met ras, nationaliteit, godsdienst en levensovertuiging. Door het oordelend karakter van de Commissie is de CGB als enige van de gesprekspartners van deze dag in staat de vuist te zijn voor de initiatieven. De CGB beoordeelt trouwens niet alleen klachten over discriminatie. Zij adviseert ook bedrijven, ondernemingsraden, overheden en andere organisaties over de mogelijkheden en onmogelijkheden in het kader van de gelijke behandelingswetgeving.

Als ondanks de initiatieven in concrete gevallen mensen vanwege hun afkomst of geloof toch nog worden uitgesloten, dan kan een beroep worden gedaan op de CGB. Op verzoek beoordeelt de CGB dan of er sprake is van verboden onderscheid. Als in een concreet geval discriminatie wordt ervaren, kan de CGB om een oordeel worden gevraagd. In de meeste gevallen worden de oordelen van de CGB nageleefd,hoewel de uitspraken niet-juridisch bindend zijn. Mocht dat niet toereikend zijn, dan zal de CGB onderzoeken of zij naleving in rechte kan afdwingen. Tot nu toe heeft de CGB nog geen gebruik gemaakt van haar wettelijke bevoegdheid een beroep te doen op de rechter. Het gesprek met het kabinet en de maatschappelijke organisaties heeft duidelijk gemaakt dat er een breed draagvlak is van dit instrument gebruik te maken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Commissie Gelijke Behandeling (CGB)
Richard de Groot
T 030 888 38 88
of Silvia Rollfs of Roelofs
T 06 481 300 42

Kleinesingel 1-3 | Postbus 16001 | 3500 DA Utrecht | T 030 888 3883 | info@cgb.nl