Ministerie van Algemene Zaken

Openingstoespraak van de minister-president, Jan Peter Balkenende, bij het Breed Initiatief Maatschappelijke Binding, Den Haag, 26 januari 2005

Dames en heren,

Wij zijn hier in de Ridderzaal bij elkaar omdat we geloven in Nederland. Het land waarover we vaak klagen. Waarin dingen gebeuren die ons niet zinnen. Een land met problemen en conflicten. Maar vooral een land waarop we in ons hart allemaal trots zijn.

Ons land is een vrij land. Iedereen mag hier voor zijn mening uitkomen. Ieders vrijheid wordt door de wet beschermd.

Ons land is een rijk land. Niet alleen in welvaart. Maar ook in cultuur. Van de verzen van Vondel tot de rapteksten van Ali B.

Ons land is een solidair land. Een land waarin we mensen niet aan hun lot overlaten. Kijk naar de meer dan één miljoen actieve vrijwilligers. Kijk naar onze sociale zekerheid. Kijk naar de bijna 150 miljoen euro die Nederland bijeenbracht voor Azië.

En ons land is een open land. Een land dat door de eeuwen heen steeds zijn voordeel heeft gedaan met wat nieuwkomers meebrachten aan ideeën, kennis en cultuur.

Namens het hele kabinet wil ik u welkom heten. Het is goed dat u er bent. We hebben elkaar nodig. Want onze samenleving staat onder druk. Er zijn spanningen. Gekwetste gevoelens. En vooral - zo blijkt steeds duidelijker - zijn er te weinig onderlinge verbindingen. Het gevaar bestaat dat mensen en groepen zich verbitterd van elkaar afwenden en van elkaar vervreemden. Dat tij moeten we keren.

Wat is een samenleving? Dat zijn mensen die zich bij elkaar betrokken voelen. Mensen die méér met elkaar delen dan alleen het feit dat ze binnen de grenzen van één land leven. Zonder betrokkenheid is van een samenleving geen sprake.

Natuurlijk heeft de overheid daarbij een belangrijke taak, als hoeder van de democratische rechtsstaat. Stimulerend waar ze kan, handhavend waar ze moet.

Maar de overheid kan het niet alleen. Verbondenheid kun je onmogelijk alleen met juridische en staatsrechtelijke middelen bereiken. Het zijn toch niet alleen de wetten die ons land tot een goed land maken. Het zijn de mensen die Nederland smaak, kleur en vorm geven. Zij maken de samenleving.

Nederland heeft verbindingen nodig. Tussen mensen. Tussen groepen. Tussen religies. Tussen culturen.
Op school. Op het werk. In de buurt. In het bedrijfsleven. In kerk en moskee.

In het leggen van verbindingen, bent u allemaal specialisten. Het behoort tot uw dagelijks werk. Daarom is uw aanwezigheid hier - en vooral uw actieve deelname - van grote waarde.

U bent niet uitgenodigd om te luisteren naar de visie van het kabinet, maar omdat wij naar uw visie willen luisteren.

We praten vandaag over acties om de verbindingen tussen mensen onderling en tussen mensen en de samenleving te helpen versterken. Dat is hard nodig.

We mogen de problemen die er zijn niet met een molton deken van dooddoeners toedekken. Er zijn uitingen van geweld en gevoelens van angst en verbittering. Er is onbegrip en - soms ook - onwil om met elkaar in gesprek te gaan. Er zijn emoties die soms hoog oplopen.

Maar we moeten ook niet naar de andere kant doorslaan en ons laten meeslepen door somberheid en cultuurpessimisme. Daar is niemand mee geholpen. Er is gewoon actie nodig.

Geen wielen opnieuw uitvinden. Maar verbanden leggen en samen bezien hoe we elkaar kunnen versterken. Er gebeurt al heel veel goeds. Dat moeten we verbreden.

Inspirerend is wat er in veel wijken spontaan is opgebouwd door bewoners, om te voorkomen dat conflicten escaleren. Wat me tijdens mijn bezoeken aan een aantal wijken opviel, was de overtuiging bij het overgrote deel van de mensen dat we er samen iets goeds van moeten maken. Dat is niet altijd gemakkelijk. Maar - om met Richard Krajicek te spreken: 'laten we niet direct piepen als het even tegenzit'.

Isolement is een wortel van veel kwaad. Isolement - thuis, op school, op de arbeidsmarkt, op straat, in het uitgaansleven - leidt tot vooroordelen en achterdocht en uiteindelijk tot vervreemding.

Wie in ons land woont, moet - ieder op zijn eigen manier - aan onze samenleving meedoen en dient de regels van de democratische rechtsstaat te respecteren. Maar wie in ons land woont, moet daartoe dan ook wel volop de kans krijgen. Discriminatie van welke aard ook is volstrekt uit den boze. Daar mogen we elkaar op aanspreken.

Dames en heren, Nederland, dat zijn we samen. Wie meent dat het beter kan en van anderen iets verwacht, moet ook zelf zijn steentje bijdragen.

Ik ben blij dat u die bereidheid hebt en toont. Dat u betrokken bent en blijft.

Er zijn al tal van goede acties overal in ons land. Maar gezien de gebeurtenissen van de afgelopen tijd moeten we blijven nadenken hoe het nog beter kan. Daarom bespreken we vanmiddag concrete voorstellen waarmee we verder willen.

Voorstellen ter versterking van de saamhorigheid, op alle terreinen waar mensen met elkaar te maken hebben. Onderwijs. Werk. Ondernemerschap. Sport. De woonomgeving.
Veiligheid.

Velen van u zijn bezig met acties die een landelijke uitstraling verdienen. Of die sterker kunnen worden door ze te verbinden met andere acties. Of die anderen op goede ideeën kunnen brengen. Om dat vliegwieleffect gaat het vandaag.

We kunnen het samen. We doen het samen.

Dank u wel.