Den Haag, 26 januari 2005
Vragen van de leden Tjon A Ten en Koenders (beiden PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken, de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
in verband met de HIV/Aids epidemie in Suriname
1. Hebt u de Netwerkuitzending van 25 januari 2005 over de HIV/Aids epidemie in Suriname gezien?
2. Welke concrete vorderingen zijn er gemaakt in de samenwerking tussen Nederland en Suriname ter bestrijding van (de gevolgen van) HIV/Aids, inclusief het beleid gericht op preventie?
3. Heeft de preventie tegen en bestrijding van (de gevolgen van) HIV/Aids een plaats in het sectorplan:
· Gezondheidszorg? Zo ja, op welke wijze krijgt de aanpak vorm in het bijzonder in de gebieden buiten Paramaribo en de directe omgeving?
· Onderwijs? Zo ja, op welke wijze krijgt dit vorm?
Zo nee, bent u van plan dit met Suriname te bespreken, zodat de bestrijding van (de gevolgen van) HIV/Aids alsnog een plaats krijgen in beide sectorplannen? Op welke termijn wilt u dit gaan doen?
4. Is het u bekend of er voldoende middelen en mogelijkheden in Surinaamse ziekenhuizen beschikbaar zijn om HIV adequaat op te sporen en te bestrijden? Zo nee, vindt u dat de Surinaamse regering hieraan voldoende prioriteit verleent? Welke maatregelen gaat Nederland in dit verband nemen om Suriname hierbij te helpen?
5. Ziet u voor Nederland een rol weggelegd bij het bestrijden van vooroordelen en stigmatisering bij gezondheidspersoneel en mensen werkzaam in de Aids bestrijding ten aanzien van HIV/Aids patiënten, in het bijzonder in het binnenland van Suriname? Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet?
6. Ziet u mogelijkheden in het huidige door Nederland gevoerde beleid ten aanzien van HIV/Aids om extra maatregelen te nemen om de (gevolgen van) HIV/Aids epidemie in Suriname te bestrijden, waardoor verdere verspreiding van HIV/Aids in Nederland wordt voorkomen?
7. Bestaan er in Nederland plannen om, in samenwerking met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, extra maatregelen te nemen om voorlichting over HIV/Aids te geven aan Surinamers in Nederland en aan Nederlanders die Suriname willen gaan bezoeken c.q. bezocht hebben? Zo nee, bent u bereid hiertoe actie te ondernemen? Zo nee, waarom niet?
8. Speelt de Nederlandse ambassade in Suriname een rol bij de extra maatregelen ter preventie tegen en bestrijding van de (gevolgen van) HIV/Aids epidemie in Suriname? Zo ja, welke rol?
9. Zijn er in Suriname gevallen bekend van seks met jonge kinderen, in het bijzonder met meisjes? Zo ja, is er zicht op de omvang hiervan? Welke maatregelen neemt de Surinaamse overheid ter vervolging van de daders?
10. Is het u bekend hoeveel Aidswezen er op dit moment in Suriname zijn? Hoe is de opvang voor deze Aidswezen geregeld? Acht u dit adequaat? Zo nee, welke maatregelen wil Nederland nemen om Suriname te helpen bij de opvang van de Aidswezen?
11. Spelen naast het promiscue gedrag van in het bijzonder mannen in Suriname, prostituees uit onder andere Columbia en Brazilië een rol bij de alarmerende snelheid waarmee het HIV/Aids- virus zich in Suriname verspreid? Zo ja, welke maatregelen neemt Suriname om dit te voorkomen? Acht u dit adequaat? Zo nee, bent u bereid Suriname hierbij te helpen?
Partij van de Arbeid