Provincie Gelderland

|                                            |Nr.   |2005-025       |
|                                            |Arnhem|25 januari 2005|
|                                            |,     |               |
GS stellen richtlijnen voor het milieueffectrapport rondweg hummelo n314 voorlopig vast

Gedeputeerde Staten (GS) van Gelderland hebben voorlopig ingestemd met de richtlijnen voor het milieueffectrapport (MER) voor de rondweg N314 Hummelo. De richtlijnen geven aan welke informatie het MER moet bevatten zodat het milieubelang een volwaardige rol krijgt in de besluitvorming over de rondweg N314 Hummelo. Hierin staat onder andere aangegeven dat in het MER een verdere uitwerking en selectie zal plaatsvinden van tracés ten westen (alternatieven West) en (ruim) ten oosten van Hummelo (alternatieven Oost Ruim). Vooral zal worden onderzocht of de alternatieven Oost Ruim op milieuvlak het hoogste scoren en vervolgens als 'meest milieuvriendelijk alternatief' volwaardig in het MER meegenomen moeten worden. De voorlopig vastgestelde richtlijnen worden op 16 maart in de Commissie Verkeer en Water besproken. Daarna worden de richtlijnen definitief door GS vastgesteld. Naar verwachting zal het MER in december 2005 klaar zijn en tegelijk met het ontwerp-streekplan ter inzage worden gelegd.

Inhoud richtlijnen
De richtlijnen worden opgesteld op basis van het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (Cmer). Dit is een onafhankelijk adviescollege, dat op basis van de startnotitie, alle inspraakreacties en zijn bevindingen uit het locatiebezoek met een voorstel komt voor de richtlijnen voor het MER. De Cmer is van mening dat in de startnotitie de selectie en toetsing van alternatieven onvoldoende is beargumenteerd. In de startnotitie is aangegeven dat tracés aan de oostzijde van Hummelo niet geschikt zijn om in het MER te onderzoeken. Hierop zijn 40 reacties binnengekomen van mensen die het daar niet mee eens zijn. Om inhoudelijke redenen én vergroting van het draagvlak voor het tracébesluit adviseert de Cmer om de motivering voor het (eventueel) af laten vallen van oostelijke alternatieven nader te onderbouwen. Onderzocht moet worden of een oostelijk alternatief op milieuvlak relatief het hoogste scoort (het meest milieuvriendelijke alternatief). In dat geval moet dat alternatief op volwaardige wijze in het MER worden opgenomen. Het advies van de Cmer is vrijwel volledig overgenomen in de richtlijnen. Van het alternatief Oost Ruim zullen drie tracévarianten worden onderzocht: direct langs de zuidzijde van de Broekstraat, ten noorden van de Broekstraat en opwaardering van de Broekstraat.

Gevolgde procedure
De m.e.r-procedure is van start gegaan met een advertentie van de startnotitie in de Staatscourant van 17 september 2004 en in het huis-aan-huisblad. Daarnaast is een informatiekrant huis aan huis verspreid en is op 29 september 2004 een informatieavond georganiseerd in Hummelo. Op 23 november 2004 heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage haar advies uitgebracht.