Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
26 januari 046-04-fin AFP 2005-01133 U
2005
Onderwerp
Wijziging Richtlijn interest en royalty's
Bij brief van 16 december 2004 (046-04-fin)
heeft u, naar aanleiding van uw procedure
vergadering van 15 december 2004, gevraagd naar
de actuele stand van zaken van het Voorstel voor
een richtlijn van de Raad tot wijziging van
Richtlijn 2003/49/EG betreffende een
gemeenschappelijke belastingregeling inzake
uitkeringen van interest en royalty's tussen
verbonden ondernemingen van verschillende
lidstaten (COM (2003) 841 definitief). Dit onder
verwijzing naar de procedure vergadering van 28
april 2004 waarin u heeft besloten nader van
gedachten te willen wisselen over dit onderwerp.
Graag refereer ik allereerst aan de
gedachtewisseling die op 27 mei 2004 heeft
plaatsgehad waarin de stand van zaken aan de
orde is gekomen. Sindsdien is er in dit
specifieke dossier geen noemenswaardige
ontwikkeling geweest.
De richtlijn amendeert Richtlijn 2003/49/EG
(Interest en Royalty Richtlijn) van de Raad van
3 juni 2003 en stelt feitelijk twee wijzigingen
voor:
1. Uitbreiding van de lijst met bedrijven die
kunnen profiteren van de voordelen van de
richtlijn, enerzijds met de Europese
Vennootschappen (SE en SCE) en anderzijds
met enkele vennootschappen die zijn
opgericht volgens het nationale recht van
een lidstaat. Voor Nederland betekent dit
dat ook de open CV, de coöperatie, het
fonds voor gemene rekening en andere
vennootschapsbelastingplichtige lichamen
van de richtlijn kunnen profiteren. Nu
vallen alleen BV's en NV's onder de
reikwijdte van de richtlijn.
2. Uitwerking van de raadsverklaring van 3
juni 2003 waarin staat dat bedrijven die
zijn vrijgesteld van belasting over inkomen
uit royalty's en interest niet mogen
profiteren van de voordelen van de
richtlijn.
Tijdens het Ierse voorzitterschap is gebleken
dat er onduidelijkheid bestond over de
reikwijdte van de lijst van kwalificerende
lichamen. Tevens is gebleken dat enkele
lidstaten moeite hadden met het voorstel van de
Commissie over de uitwerking van het tweede
punt. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap is
het eerste punt aan de orde geweest in het kader
van de Fusierichtlijn, waarbij gelijkaardige
problematiek speelde. In dat verband is de
problematiek opgelost. Er is onder het
Nederlands voorzitterschap niet specifiek
onderhandeld over de interest en royalty
richtlijn. Naar verwachting zal onder het
Luxemburgs voorzitterschap opnieuw over deze
kwestie gesproken worden. Nederland neemt in het
debat een constructieve houding aan en kan het
Commissie voorstel op hoofdlijnen steunen.
De Staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.G. Wijn
Ministerie van Financiën