http://www.minbuza.nl/20050126-105332-A
Ministerie vanBuitenlandse Zaken
Postbus 20061
2500 EB 's-Gravenhage
Telefoon 070-3486486
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES 's-Gravenhage
Telefoon 070-3188188
Aan:
de Voorzitter van deTweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
's-GravenhageEn:
de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 22 's-Gravenhage
Uw brief Uw kenmerk Ons nummer Datum
DVB/CV 026/05 26 januari 2005
In reactie op uw verzoek van 20 januari jl. (05-BuZa-03) informeren wij u hierbij over de argumentatie van het kabinet om vast te houden aan het besluit van juni 2004 om de Nederlandse militaire bijdrage aan de multinationale troepenmacht in Irak per medio maart 2005 te beëindigen.
In de brief aan uw Kamer van 11 juni 2004 (Kamerstuk 23 432 nr. 164) is aangekondigd dat het kabinet heeft besloten tot verlenging van de Nederlandse militaire bijdrage aan de multinationale troepenmacht in Irak voor de duur van acht maanden, van medio juli 2004 tot medio maart 2005. Voor deze periode is gekozen opdat de Nederlandse militairen een bijdrage kunnen blijven leveren aan de stabiliteit en de veiligheid in de provincie al-Muthanna tot en met de verkiezingen, die naar verwachting op
30 januari a.s. zullen worden gehouden. Deze verkiezingen zijn een belangrijke stap op weg naar een veilig, stabiel en democratisch Irak. In de op 21 juni 2004 verzonden antwoorden op schriftelijke vragen (Kamerstuk 23 432 nr. 165) en tijdens het algemeen overleg van 22 juni 2004 (Kamerstuk 23 432 nr. 177) is van de zijde van de regering gesteld dat een verlenging van de termijn van acht maanden niet was voorzien.
In de brief van 12 november 2004 (Kamerstuk 23 432, nr. 181) is de Kamer op de hoogte gesteld van de aanvullende inspanningen van het Nederlandse contingent in al-Muthanna gericht op verdere verzelfstandiging van het opereren van de Iraakse veiligheidsorganisaties. Tevens is in deze brief bevestigd dat de beëindiging van de Nederlandse militaire presentie in al-Muthanna per medio maart 2005 is voorzien. Hierover is met de Kamer gesproken op - 21 december 2004.
Het besluit tot beëindiging van de Nederlandse militaire bijdrage aan de multinationale troepenmacht is zowel in politieke contacten, in diplomatieke fora als via militaire kanalen diverse malen onder de aandacht van de bondgenoten en de Iraakse autoriteiten gebracht, bijvoorbeeld tijdens vergaderingen van troepenleverende landen in Bagdad en in Londen. Met betrekking tot een verlenging van de Nederlandse bijdrage zijn er verzoeken en sonderingen geweest van de Iraakse interim-regering, het
Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan.
Tijdens debatten met uw Kamer is herhaaldelijk verklaard dat een verlenging van de missie slechts aan de orde zou zijn wanneer zich onvoorziene omstandigheden zouden voordoen, zoals uitstel van de verkiezingen van 30 januari aanstaande. Mede naar aanleiding van de eerder genoemde verzoeken en sonderingen om een verlenging van de Nederlandse militaire bijdrage aan de multinationale troepenmacht is bezien wat de consequenties zouden zijn van een vertraagde afbouw. Het betreft hier overigens
geenszins een voorstel van de minister van Buitenlandse Zaken. Een dergelijke vertraagde afbouw (de facto een verlenging van de missie) zou echter gevolgen hebben voor andere militaire verplichtingen die Nederland is aangegaan, zoals de huidige bijdrage aan de 'Nato Response Force'. Ook zou het gevolgen hebben voor de uitzendduur van het huidige detachement in Irak.
De Nederlandse militairen hebben ongeveer 2800 veiligheidsfunctionarissen opgeleid in de provincie al-Muthanna en er is sprake van grote zelfstandigheid van de Iraakse veiligheidsorganisaties. Steeds vaker zijn het de Irakezen zelf die het voortouw nemen bij de oplossing van veiligheidsproblemen, waardoor de Nederlandse eenheden zich kunnen beperken tot begeleiding en toezicht.
Al met al zou de toegevoegde waarde van een langer verblijf in de provincie al-Muthanna in de vorm van een vertraagde afbouw niet opwegen tegen de extra inspanningen die daarvoor nodig zijn.
Ook na beëindiging van de Nederlandse militaire presentie in deze provincie blijft Nederland betrokken bij de wederopbouw van Irak, zowel via de NAVO als via de EU. Zo draagt Nederland met 25 militairen bij aan de NAVO trainingsmissie in Irak. Via de Europese Unie levert Nederland onder meer een financiële bijdrage aan de Europese Commissie en zal Nederland bijdragen aan de mogelijke EU-missie in Irak op het gebied van training van politie en justitie. Daarnaast levert Nederland een financiële
bijdrage aan de beschermingsmacht van de VN in Irak. Voorts zal, wanneer van Iraakse zijde wordt aangegeven dat behoefte bestaat aan specifieke activiteiten, in onderling overleg worden bezien in hoeverre Nederland hieraan tegemoet kan komen.
De Minister van Buitenlandse Zaken De Minister van Defensie
Dr. B. R. Bot H. G. J. Kamp
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. Van Ardenne - Van der Hoeven
Ministerie van Buitenlandse Zaken