Aangifte diefstal alleen ter plekke
Toeristen die worden bestolen in het buitenland moeten ter plekke
aangifte doen. De Nederlandse politie kan geen opsporingshandelingen
verrichten naar aanleiding van deze vakantie-aangiften en zal ze om
die reden ook niet opnemen. Veel van deze aangiftes worden hier gedaan
omdat mensen liever aangiftes in de eigen taal of in het eigen land
doen of omdat ze het idee hebben dat dit moet van de reisverzekeraars.
De verzekeraars wijzen bij herhaling de verzekerden op het belang van
het doen van aangifte in het land zelf. Als het niet lukt via de
politie, dan kan dat nog altijd bij het hotel, het vliegveld of de
reisleiding.
Het Openbaar Ministerie heeft na overleg met politie, verzekeraars en
het ministerie van Buitenlandse Zaken in een aanwijzing vastgelegd hoe
te handelen wanneer het gaat om aangifte van in het buitenland
gepleegde strafbare feiten.
Tot op heden was de praktijk in Nederland heel verschillend. Een
aantal politiekorpsen nam bij wijze van service de aangiften van
bestolen Nederlanders op, waarmee deze vervolgens naar de verzekeraar
konden stappen om de schade vergoed te krijgen. Een aantal korpsen
deed dat niet.
Belangrijkste reden voor deze aanwijzing is dat Nederland geen
rechtsmacht heeft als het gaat om de opsporing van bijvoorbeeld een
zakkenroller. Dus de aangifte kan niet worden gevolgd door
opsporingshandelingen.
Burgers kunnen van een aantal zaken bij de Nederlandse politie wel
melding blijven maken. Het gaat dan om vermissing van het paspoort of
diefstal in het buitenland van een motorvoertuig met een Nederlands
kenteken. Hierbij gaat het niet om aangifte, maar om meldingen die om
administratieve redenen bij de politie moeten worden gedaan.
26 januari 2005
---
Verbond van Verzekeraars