Raad van State
Persbericht
Milieuvergunning voor nieuw voetbalstadion van ADO Den Haag ten
onrechte verleend
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft in
december 2003 ten onrechte een milieuvergunning verleend voor het
nieuw te bouwen voetbalstadion van ADO Den Haag. Dit blijkt uit een
uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
van vandaag (26 januari 2005). De gemeente Den Haag wil het
voetbalstadion verwezenlijken op het bedrijventerrein Forepark, direct
ten oosten van het Prins Clausplein aan de autosnelwegen A12 en A4.
De Raad van State is van oordeel dat de milieuvergunning niet in stand
kan blijven vanwege geluid- en luchtkwaliteitaspecten.
De gemeente heeft in de vergunning voor voetbalwedstrijden hogere
grenswaarden voor het geluid gesteld dan de gangbare norm voor
activiteiten. Volgens de gemeente zijn voetbalwedstrijden geen
activiteiten die behoren tot de normale representatieve
bedrijfssituatie, omdat deze binnen de inrichting maximaal 28 keer per
jaar plaatsvinden. Gelet op de aard van de inrichting, een
voetbalstadion, is de Raad van State van oordeel dat de gemeente ten
onrechte heeft gemeend dat voetbalwedstrijden niet normaal
representatief zouden zijn voor de inrichting. De gemeente had deze
activiteiten dan ook niet als regelmatige afwijkingen van de
representatieve bedrijfssituatie mogen aanmerken.
Daarnaast heeft de gemeente niet onderzocht wat ter plaatse de huidige
concentraties stikstofdioxide en zwevende deeltjes (fijn stof) in de
lucht zijn. Vanwege de geplande locatie van het stadion in de
nabijheid van autosnelwegen valt niet uit te sluiten dat de
luchtkwaliteitsnormen voor deze concentraties nu al worden
overschreden. Gelet op het aantal te verwachten verkeersbewegingen op
het stadionterrein valt vervolgens niet uit te sluiten dat het stadion
een bijdrage levert aan de concentraties stikstofdioxide en zwevende
deeltjes (fijn stof) in de lucht. Naar het oordeel van de Raad van
State had nader onderzoek naar deze concentraties en de bijdrage van
het stadion daaraan, dan ook niet mogen ontbreken.
Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State, de hoogste algemene bestuursrechter van het land, is geen
beroep mogelijk. Gevolg van de uitspraak is dat het college van
burgemeester en wethouders van Den Haag een nieuwe beslissing moet
nemen als de gemeente een nieuw voetbalstadion op bedrijventerrein
Forepark wil realiseren.