PROEFDIERVRIJ
Genetische manipulatie van dieren in plaats van patiëntenhulp
Dit is een origineel persbericht
-----
Genetische manipulatie van dieren in plaats van patiëntenhulp
Proefdiervrij vraagt rechter om dierexperimenten stop te zetten
Den Haag, 24 januari 2005 - De vereniging Proefdiervrij heeft de
rechter gevraagd een voorlopig einde te maken aan onderzoek van het
Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Het betreft genetische
experimenten met dieren voor onderzoek naar eetstoornissen. De
experimenten vervangen de therapeutische hulp die het UMCU biedt aan
patiënten met eetstoornissen. Op 25 januari dient de zaak als een
verzoek om een voorlopige voorziening (een soort kort geding).
Veel dierenleed
In oktober 2004 kreeg het UMCU toestemming van minister Veerman
(Landbouw) om muizen genetisch te manipuleren ten behoeve van
onderzoek naar eetstoornissen. Bij de dieren worden menselijke
eetstoornissen als anorexia of obesitas 'ingebouwd'. Of patiënten ooit
enige baat bij het onderzoek zullen hebben, is hoogst onzeker. Bij
eetstoornissen zijn vooral maatschappelijke factoren van belang ('het
slankheidsideaal'). Wat wèl zeker is, is dat het onderzoek veel
dierenleed oplevert. Bij de proeven kunnen op termijn duizenden dieren
worden gebruikt.
UMCU staakt therapieën eetstoornissen
Tegelijk met het aanvragen van het proefdierenonderzoek heeft het UMCU
besloten om de deeltijdbehandeling van patiënten met een eetstoornis
af te stoten. Dat blijkt uit antwoorden van minister Hoogervorst
(Volksgezondheid) op Kamervragen (antwoord van 25-6-2004). De minister
schrijft: 'Nu in het nieuwe meerjarenbeleid
eetstoornissen geen prioriteit meer zijn, is men dientengevolge
voornemens ook de bovenregionale behandeling op termijn te staken.' De
behandeling van patiënten met eetstoornissen is inmiddels overgedragen
aan een andere zorginstelling.
In strijd met het advies van de Gezondheidsraad
Het UMCU richt zich hiermee eenzijdig op de genetische achtergrond van
eetstoornissen. Dit is in strijd met het advies dat de Gezondheidsraad
op 28 april 2003 uitbracht aan de regering. In dat advies schrijft de
Raad dat omgevingsfactoren 'van doorslaggevende betekenis' lijken te
zijn, terwijl genetische factoren een kleinere rol spelen. De Raad
stelt bovendien dat therapieën bij patiënten met eetstoornissen
succesvol zijn, maar dat deze therapieën te snel worden beëindigd,
waardoor het effect niet blijvend is.
Investeren in therapieën
Het UMCU heeft de succesvolle behandeling van patiënten dus afgestoten
en ingeruild voor eenzijdig genetisch onderzoek met muizen naar
diezelfde eetstoornissen. Dat is voor Proefdiervrij onaanvaardbaar.
Zeker daar de Gezondheidsraad concludeert dat genetische factoren niet
doorslaggevend lijken te zijn bij eetstoornissen. Proefdiervrij vindt
dat patiënten met eetstoornissen vooral baat vinden bij verdere
investeringen in de behandeling, zodat deze niet meer voortijdig
beëindigd worden.
Proefdiervrij heeft het ministerie van Landbouw in de zomer van 2004
gewezen op deze tegenstrijdigheden en gevraagd om de vergunning voor
het onderzoek niet te verlenen. De minister heeft de vergunning toch
verleend. Tegen deze beslissing is Proefdiervrij in beroep gegaan. Dat
beroep is nog niet voor de rechter geweest. Tegelijk heeft de
vereniging in een verzoek om een voorlopige voorziening aan de rechter
gevraagd om het onderzoek op te schorten tot de definitieve uitspraak
van de rechtbank. De zitting in deze zaak dient aanstaande dinsdag 25
januari om 10.30 uur bij de Haagse rechtbank.