Flevoland en Noord-Holland doen onderzoek naar effecten windparken bij
het IJsselmeer
De provincies Flevoland en Noord-Holland willen samen onderzoeken wat
de effecten zijn voor de natuur als er windmolenparken bijkomen langs
de dijken van het IJsselmeer. In een brief aan de Minister van
Economische Zaken vragen de provincies Flevoland en Noord-Holland
hiervoor ondersteuning.
In Flevoland en Noord-Holland zijn er plannen om nieuwe
windmolenparken te bouwen bij het IJsselmeer. In Flevoland bestaan die
plannen voor de dijken van de Noordoostpolder; in Noord-Holland wil
men een lijnopstelling langs de Wieringermeerdijk plaatsen. Voordat
windmolenparken gerealiseerd kunnen worden, moet eerst goed worden
gekeken naar de mogelijke effecten voor vogels en voor het landschap.
Het IJsselmeer is namelijk aangewezen als internationaal vogelgebied.
De natuurwetgeving schrijft voor dat bij de voorbereiding van deze
plannen moet worden gekeken naar de mogelijk effecten van deze
windmolenparken, ook in combinatie met andere activiteiten, zoals
zandwinning en uitbreiding van jachthavens. Dit is een lastige klus
die nauwelijks van particuliere initiatiefnemers kan worden gevraagd.
Daarom nemen beide provincies nu het initiatief voor onderzoek.
Provinciale Staten van Flevoland hebben onlangs besloten geen
medewerking te willen verlenen aan nieuwe initiatieven in Flevoland,
in afwachting van een herziening van het windenergiebeleid. De
onderzoeken van Noord-Holland en Flevoland passen echter in het
overgangsbeleid, waarin besloten is bestaande initiatieven (zoals die
bij de Noordoostpolder) nog uit te voeren.
Provincie Flevoland