parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over Abdul-Jabbar
van de Ven
Antwoorden op kamervragen over Abdul-Jabbar van de Ven
24 januari 2005
Antwoorden van de Minister van Justitie en de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de vragen van het lid
Externe link Griffith (VVD) over Abdul-Jabbar van de Ven (ingezonden
30 november 2004).
---
1. Vraag
Bent u op de hoogte van het radicaal-islamitische gedachtegoed van
Abdul-Jabbar van de Ven, dat onder meer een volledige afdwinging van
de shari'a behelst, waarbij hij de mate waarin dat in Saoedi-Arabië
plaatsvindt, niet voldoende acht en het Taliban-model ideaal acht?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Heeft Van de Ven in 2001 verklaard: "Broeder Osama bin Laden
verkondigt dingen waar ik het op zich wel mee eens ben"? Beschouwt Van
de Ven moslimstrijders als "Robin Hoods" en meent hij dat elke moslim
groot respect heeft voor "mensen die strijden in de djihad"?
3. Vraag
Heeft Van de Ven in één van zijn toespraken de gematigde
Ahmadiyyabeweging aangevallen en daarbij gezegd: "Er kan geen vrede
zijn voordat deze leugenaars en bondgenoten van de joden uitgeroeid
zijn"?
2. en 3. Antwoord
Blijkens de aangehaalde dagbladartikelen heeft Van de Ven deze
uitspraken gedaan.
4. Vraag
Kan Van de Ven in direct verband gebracht worden met de Saoudische
stichting Al-Waqf al-Islami en met de Al-Fourqaan moskee in Eindhoven?
Was hij actief in de Al-Waqf moslim jongeren Nederland, een
onderafdeling van de Al-Waqf al-Islami? Preekte hij in de Fourqaan
moskee en schrijft hij columns in het blad "Wij Moslims", dat ook nauw
verbonden is met de Al-Waqf al-Islami en met de Fourqaan moskee?
5. Vraag
Is Van de Ven voorzitter van de Nederlandse afdeling van de
wereldwijde organisatie Islamic Propagation Centre International, die
goeddeels met Saoudisch geld wordt gefinancierd? Is de leider van deze
internationale organisatie sjeik Ahmed Deedat, iemand die het
regelmatig opneemt voor Bin Laden?
6. Vraag
Verspreidt Van de Ven zijn radicaal-islamitische gedachtegoed onder
Nederlandse jongeren door middel van rondreizen langs moskeeën,
internetlezingen, columns, cassettebandjes en videobanden?
4, 5 en 6. Antwoord
De heer Van de Ven heeft in verschillende moskeeën gepreekt en
toespraken van buitenlandse geestelijken vertaald en wordt veel
gevraagd voor het houden van lezingen over diverse religieuze
onderwerpen. Ook publiceert hij in onder andere het blad "Wij Moslims"
en op websites op Internet. Om operationele redenen en om redenen van
privacy kan ik in het openbaar niet aangeven of ik wetenschap heb van
functies bij, lidmaatschappen of andere vormen van betrokkenheid van
specifieke personen bij bepaalde organisaties.
7. Vraag
Onderkent u dat Van de Ven feitelijk zeer nauw betrokken is bij de als
radicaal bekend staande instellingen, het profiteren van saoedische
financiering, het verspreiden van fundamentalistisch-islamitisch
gedachtegoed en het bevorderen van de overgang naar islamitisch
extremisme? Behoort hij inmiddels tot de kern van 50 moslim-radicalen
die nauwlettend door de AIVD worden gevolgd?
8. Vraag
Zijn in het verleden stappen ondernomen jegens Van de Ven en worden er
op dit moment stappen ondernomen? Zo, ja kunt u de Kamer met
inachtneming van het opsporingsbelang en andere belangen hiervan
mededeling doen?
7. en 8. Antwoord
Ik onderken dat de heer Van de Ven blijk geeft van
radicaal-islamitische opvattingen. Hij wijst de westerse levenswijze
af en roept moslims op zich af te zonderen van de westerse
samenleving. De AIVD heeft, zoals bekend, aandacht voor het fenomeen
radicalisering en voor organisaties en personen die daarmee in verband
gebracht kunnen worden. Indien relevant worden uitkomsten van
onderzoek van de AIVD op dit gebied gecommuniceerd naar de competente
autoriteiten. Ik kan in het openbaar niet aangeven in welke mate de
AIVD aandacht heeft voor specifieke personen.
Zoals ik in een brief aan de voorzitters van fracties in de Tweede
Kamer van 22 december 2004 heeft geschreven over de uitspraken van de
heer Van de Ven in het EO programma "Het Elfde Uur" is het Openbaar
Ministerie nagegaan of deze uitspraken strafbaar zijn en of de heer
Van de Ven, of anderen, terzake strafrechtelijk vervolgd kunnen
worden.
De conclusie van het OM is dat de betrokken imam niet met succes
strafrechtelijk vervolgd zal kunnen worden naar aanleiding van de door
hem gedane uitspraken in het hiervoor genoemde televisieprogramma. Met
het doen van deze uitspraken heeft betrokkene geen strafbaar feit
gepleegd.
Omdat de heer Van de Ven beschikt over de Nederlandse nationaliteit
zijn vreemdelingenrechtelijke maatregelen niet aan de orde.
9. Vraag
Hoe denkt u thans over het aanpakken van mensen als Van de Ven, van de
moskeeën en stichtingen waarvan andermaal blijkt dat zij
islamitisch-radicalisme bevorderen en van de Saoudische financiering
die veel van het bovenstaande mogelijk maakt? Welke concrete stappen
wilt u hiertegen ondernemen?
9. Antwoord
In de brieven van mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties en mijzelf van 10 september 2004 en 10 november
2004 zijn maatregelen tegen radicalisering aangekondigd. Ook in de
debatten met de Tweede Kamer op 11 november en 8 december 2004 is
hierover gesproken. Mijn collega van BZK en ik bereiden een brief aan
de Kamer voor waarin nader op de maatregelen tegen radicalisering
wordt ingegaan. Het streven is die in januari 2005 aan de Kamer te
zenden.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties