Provincie Noord-Brabant


Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl
Bank ING 67.45.60.043
Postbank 1070176




Bijdrage aan deregulering

Provincie start proef met terughoudend financieel toezicht op gemeenten

De provincie Noord-Brabant start een proef met een terughoudend provinciaal financieel toezicht op gemeenten. De proef die loopt tot 2010, kwam tot stand in nauw overleg met het ministerie van BZK. Met het terughoudende toezicht komen de eigen controle verantwoordelijkheden van gemeenten nadrukkelijker tot hun recht. Om te voorkomen dat gemeenten een beroep moeten doen op de gezamenlijke middelen van de gemeenten, blijft de provincie de ontwikkelingen in de financiële positie van de gemeenten wel volgen. Dit is een wettelijke verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten.

Het terughoudende financiële toezicht is tevens een nieuwe bijdrage van de provincie aan deregulering. In provinciale bestuursakkoord wordt deregulering als speerpunt genoemd. Ook het kabinet dringt aan op vernieuwing van het openbaar bestuur zoals modernisering van verantwoording en toezicht en controle. Verantwoordelijk gedeputeerde Peter van Vugt: "We zien het als een uitdaging om als eerste provincie in Nederland een proef te doen met een meer terughoudende vorm van het financiële toezicht op gemeenten. Met de proef doen we de nodige ervaring op en spreken we gemeenten en gemeenteraden meer aan op hun eigen verantwoordelijkheden op dat terrein."

Verklaring gemeenteraad
De proef die voor alle Brabantse gemeenten gaat gelden, begint met de begroting 2006. Dit is de laatste begroting die gemeenteraden in de lopende bestuursperiode vaststellen. De begroting 2006 krijgt de gebruikelijke provinciale toets. Als de begroting in orde is wordt in de proefperiode volstaan met het inzenden van de begrotingsstukken. Deze moeten voorzien zijn van een verklaring waarin de gemeenteraad aangeeft dat de begroting (inclusief meerjarenraming) en het financiële beleid voldoen aan de wettelijke eisen.
Als de begroting niet op orde is kan men niet deelnemen aan de proef.
In de proefperiode blijft de provincie de financiële huishouding van de gemeente wel volgen. Als de gemeente in een dusdanige financiële positie dreigt te komen dat een beroep moet worden gedaan op artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet, pakken Gedeputeerde Staten hun wettelijke verantwoordelijkheid op.

In 2010 is een evaluatie van de proef. Daarbij zijn de volgende vragen aan de orde:
. Hoe heeft de financiële positie van de gemeente (ook gerelateerd aan landelijke ontwikkelingen) zich ontwikkeld;
. Wat is de betekenis van de proef geweest voor de controle binnen de gemeente, zoals de rol van de gemeenteraad, de lokale rekenkamer etc.;
. Wat is de mate van efficiencywinst geweest in tijd en menskracht bij zowel de gemeente als de provincie.