Korte spreektekst minister Dekker bij ontvangst van de titel 'Liberaal
van het jaar', toegekend door hoofdbestuur JOVD, 7 januari 2005
Geacht Hoofdbestuur,
Ik ben aangenaam verrast door de titel 'Liberaal van het Jaar'.
Vereerd ook, omdat u mij als eerste vrouw schaart in één rij met
illustere voorgangers. Van Hans Dijkstal ('96) tot Paul Cliteur ('02),
van Guy Verhofstadt ('99) tot Fogh Rasmussen ('01). Een eregalerij die
door grote diversiteit de kracht en vitaliteit van het liberale
gedachtegoed weerspiegelt.
Vanuit onze ideeënwereld is veel tot stand gebracht, maar het
natuurgeweld dat Zuidoost Azië, India en zelfs Afrika heeft
geteisterd, leert ons tegelijkertijd bescheidenheid over de kracht van
ideeën. Bescheidenheid ook van mij persoonlijk omdat ik mij bewust ben
van het feit dat de titel 'Liberaal van het Jaar'geen 'ware'
verdiensten eert.
Het gaat om het beeld van het liberale streven dat door de gelauwerde
is neergezet. Dat beeld is belangrijk, want het geeft richting en
inspiratie. Maar het heeft ook de neiging snel zwart-wit te kleuren.
Daarom over uw beeld van mijn beleid een enkel woord, over uw schets
van mijn persoonlijke kwaliteiten zwijg ik gevleid.
Anderhalf jaar geleden ben ik aangetreden als minister van VROM met
het motto: van hindermacht naar ontwikkelkracht. Dat was een opdracht
richting departement en een belofte aan de samenleving. Ik wilde toe
naar een ministerie van mogelijkheden, een steun en stimulator voor
maatschappelijk initiatief op de VROM-terreinen.
Een jaar geleden mocht ik constateren dat dit motto was 'geland',
zowel op mijn ministerie als in de maatschappij. Met de presentatie
van de Nota Ruimte afgelopen voorjaar hebben we laten zien dat een
meer ontwikkelingsgerichte aanpak van de ruimtevragen in ons land
mogelijk is.
Ik ben blij dat u dat heeft herkend en waardeert. Over enkele dagen
hoop en verwacht ik ook de Tweede Kamer te overtuigen. Niet alleen van
die ruimtelijke aanpak, maar ook van de checks and balances die horen
bij een grotere verantwoordelijkheid van partijen en overheden dicht
bij burgers. Een duidelijk liberaal verhaal dat zich laat samenvatten
met: 'decentraal wat kan, centraal wat moet'.
Dat betekent afscheid van het primaat van gebieden en verbieden uit de
oude Ruimtelijke Ordening, afscheid van de blauwdrukken van rijkswege.
Maar het betekent géén afscheid van rijksregie als het gaat om de
Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, de stedelijke netwerken en de
infrastructuur, de sturing op de economische kerngebieden van ons land
en het borgen van de belangrijkste waarden van natuur, landschap en
milieu.
Ook uw steun voor mijn woningmarktbeleid waardeer ik zeer. Terecht
heeft u gesignaleerd dat het mij gaat om méér dan de woningproductie,
om méér dan de stedelijke vernieuwing en om méér dan het huurbeleid.
Mij gaat het erom dat iedereen de woning vindt die hem past. Zowel qua
budget als woonwensen.
Dat vraagt óók om beweging op de woningmarkt als geheel en daarvoor is
stimulering van marktwerking in koop- en huursector nodig. Ook dat zal
ik de Tweede Kamer opnieuw voorhouden als we binnenkort spreken over
het huurbeleid. Ook hier dus een duidelijk liberale keuze, maar wel
één met sociale waarborgen.
Bij die bredere discussie moeten álle overheidsinstrumenten kritisch
bekeken kunnen worden. Liberalen houden immers niet van taboes. Dat
mag echter nooit ten koste gaan van harde toezeggingen die dit kabinet
aan mensen heeft gedaan. Bijvoorbeeld waar het gaat om de financiering
van de eigen woning. Dat zou de betrouwbaarheid van de overheid in het
geding brengen.
Aan deze duidelijk liberaal geïnspireerde beleidsvoornemens op het
terrein van ruimte en wonen, verwacht ik dit jaar nog een belangrijk
onderwerp te kunnen toevoegen: de VROM-vergunning. Mijn ministerie
werkt voortvarend aan het verminderen en vereenvoudigen van de
VROM-regels. Laatstelijk heb ik 170 ministeriële (bouw)regels
geschrapt en een oproep gedaan om met nieuwe suggesties te komen.
Stroperige procedures en regelzucht belemmeren immers het
maatschappelijk initiatief waarop wij als liberalen bouwen.
Nog dit jaar zal ik daarom de Tweede Kamer een voorstel presenteren
waarin vrijwel alle VROM-regels en procedures met betrekking tot
ruimtegebruik gestroomlijnd zijn tot één pakket.
Zo weten ondernemende burgers en bedrijven, die voor hun plannen de
spa in de grond willen steken, waar ze aan toe zijn. Met de
VROM-vergunning, de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening én maatregelen
voor het grondbeleid is er duidelijkheid en kunnen ze tempo maken.
Tot slot:
Ik ben gevleid door de kwaliteiten die u mij toedicht, maar meer nog
door het feit dat u de liberale uitgangspunten in mijn beleid heeft
onderkend en waardeert. Ik zie in uw toekenning van de wisseltrofee
aan mij ook een stimulans voor een sterkere positie van vrouwen in de
maatschappij.
Want ik geloof in de ontwikkelkracht van vrouwen en mannen. In
maatschappelijke groeperingen, bedrijven en overheden. Ik geloof in
een rijksoverheid die daarvoor ruimte biedt en een ministerie van VROM
dat daarvoor de randvoorwaarden schept. U kunt er dus van verzekerd
zijn dat ik de titel 'Liberaal van het Jaar' met ere zal dragen tot u
mij over een jaar met een nieuwe naam zult verrassen.
Ik wens de liberale beweging en iedereen die actief met ons aan de
samenleving wil bouwen; moed, daadkracht en compassie in 2005.
Ik dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer