Nieuwe overdekte treinwasinstallaties voor de NMBS
24/01/2005
De netheid van de treinen is een van de prioriteiten voor de NMBS. Dit
geldt voor de binnenkant, maar zeker ook voor de buitenkant. Om het
reinigen van de treinen ook onder erg koude of warme temperaturen goed
te laten verlopen, ontwikkelde de NMBS nieuwe overdekte
treinwasinstallaties. De eerste twee werden gebouwd in Vorst en
Oostende. Ze zijn uitgerust met de modernste snufjes en functioneren
erg milieuvriendelijk. In de komende jaren worden gelijkaardige
installaties gebouwd over het hele net. Deze nieuwe wasstraten, werden
trouwens quasi-integraal door eigen NMBS-diensten ontworpen en
gebouwd.
Propere treinen zij niet zomaar een prioriteit voor de NMBS: het
getuigt van het nodige respect voor de klanten. De
tevredenheidsenquêtes bij de klanten tonen trouwens aan hoe belangrijk
ze dit wel vinden, net zoals stiptheid of informatie. Regelmatig
reinigen van de treinen verbetert het comfort, komt ten goede van de
kwaliteit van de verflaag en draagt bij tot een groter
veiligheidsgevoel bij de klanten.
Om propere treinen te laten rijden, beschikt de NMBS over een 13
automatische treinwasinstallaties, verdeeld over het hele net. Die
installaties werken 24 uur op 24, 7 dagen op 7. Een trein komt
gemiddeld 2 tot 3 keer per week langs in zon wasstraat.
Voordelen van de nieuwe overdekte installaties
Het voordeel van deze nieuwe overdekte installaties is dat ze ook bij
erg koude (minder dan + 2°C) of warme buitentemperaturen gebruikt
kunnen worden. Bij de niet-overdekte installaties is het nadeel immers
dat bij te warme temperaturen het water te vlug verdampt en het
reinigingsmiddel uitdroogt, en ook bij vriestemperaturen kan een trein
niet naar behoren gewassen worden. Wanneer het regent is het bovendien
ook zo dat de werking van het reinigingsmiddel aanzienlijk vermindert.
Bij positieve temperaturen kunnen elk uur 4 treinen van 340 m lengte
(een locomotief met 12 rijtuigen) gewassen worden. Wanneer het vriest,
kunnen er per uur 3 zulke treinen doorrijden. De rijtuigen moeten wel
verwarmd worden.
Milieuvriendelijk waterverbruik
Om een trein van 340 m lengte te reinigen wordt 8.000 liter gebruikt
wanneer de trein aan 3 km/u door de wasstraat rijdt, of 12.000 liter
wanneer de snelheid op 2 km/u ligt.
In de installatie in Vorst wordt hiervan 2.000 liter (aan 3 km/u) of
3.000 liter (aan 2 km/u) van het publieke waternet afgenomen. Na
neutralisatie van het gebruikte water, wordt dit water naar de
riolering afgeleid.
Het verbruik van water van het openbare net in de wasstraat in
Oostende ligt op zon 5% van het totaal: 400 liter aan 3 km/u of 600
liter aan 2 km/u. Dit komt doordat in de nieuwe treinwasinstallatie
van Oostende het regenwater wordt opgevangen in een reservoir. Zo
wordt op jaarbasis 2300 m³ regenwater gerecycleerd voor het reinigen
van de vensters van de treinen (zo worden ook kalksporen vermeden).
Daarnaast werd in Oostende ook een zuiveringsstation voorzien voor het
water waarmee de trein gewassen wordt. De fosfaten uit de zuren
waarmee de trein gewassen wordt en het koper en ijzer dat loskomt bij
het wassen worden uit het water gezuiverd, zodat ook dit water wordt
gerecycleerd.
In beide installaties wordt ook het water dat moet dienen voor het
verwarmen, afkoelen en spoelen van de rijtuigen, gezuiverd en weer
gerecycleerd.
De reden waarom in Oostende meer voorzieningen zijn getroffen met
betrekking tot milieuvriendelijk omgaan met water is gewoon praktisch:
de nieuwe treinwasinstallatie in Vorst moest worden ingebouwd in een
bestaande site, met alle (ruimtelijke) beperkingen vandien. In
Oostende waren er op dat vlak meer mogelijkheden.
Een rit door de treinwasinstallatie
Geavanceerde software dat overigens door de NMBS zelf werd ontwikkeld
ligt aan de basis van het perfect functioneren van de wasstraat.
Wanneer de trein de treinwasinstallatie nadert, zal de snelheid worden
vastgesteld. Die moet bij het binnenrijden en tijdens de hele
procedure op 2 of 3 km/u liggen.
- Ligt ze hoger dan 10 km/u zal de treinwasinstallatie niet
reageren.
- Wanneer de snelheid tussen 5 en 10 km/u ligt, valt de
installatie stil.
- Ligt ze lager dan 5 km/u, krijgt de treinbestuurder
voortdurend signalen om de snelheid bij te stellen tot 2 à 3 km/u.
15 meter voor de ingang van de wasstraat wordt gedetecteerd om welk
type rijtuigen het gaat. Dit is van belang om de juiste werkwijze van
de installatie te bepalen.
Bij het binnenrijden van de treinwasinstallatie worden de rijtuigen op
temperatuur gebracht: in de winter worden ze met warm water besproeid,
in de zomer met koud water (steeds aan hoog debiet). Dit water wordt
daarna gerecyleerd en herbruikt.
Daarna worden verdunde zuren aangebracht om te reinigen. Die zuren
worden met borstels over het hele rijtuig verspreid. Over een afstand
van 50 meter werkt het product in op het vuil op de trein, dit duurt
naargelang de snelheid van de trein 60 tot 90 seconden.
In de volgende stand worden verdunde basen aangebracht om de
vetvlekken op te lossen.
Dan is het tijd om het vuil op de trein met allerlei borstels aan te
pakken: borstels die verticaal bewegen over de onderste delen,
borstels (in de hoogte verstelbaar, volgens het type van rijtuig) voor
de dakrand of de bovenste delen van bv. dubbeldekkers, borstels die
over de zijkanten en de onderste delen reinigen.
Vervolgens wordt aan hoog debiet voor een eerste keer gespoeld, en
gaat er een borstel langs de trein om de resterende vlekken te
verwijderen.
Om de laatste restanten van de gebruikte producten en de laatste
vlekken te doen verdwijnen, wordt nogmaals gespoeld met een
waterafstotend product.
Al het water dat in de voorgaande fasen werd gebruikt, wordt zowel in
Vorst als in Oostende gezuiverd en gedeeltelijk opnieuw gebruikt.
Verder wordt de trein krachtig drooggeblazen en rijdt hij uit de
wasstraat. Wanneer de laatste as van de trein voorbij de detector in
het begin van de treinw asinstallatierijdt,sluitendedeuren.Eensde
hele trein buiten is, is de treinwasinstallatie klaar om een volgende
trein te ontvangen.
NMBS