Stuurgroep Zuiderzeelijn pleit voor prijsvraag
19 januari 2005
Rapport De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld gepresenteerd
Vandaag heeft de stuurgroep Zuiderzeelijn* het rapport 'De
Zuiderzeelijn: de kansen in beeld' gepresenteerd. Het rapport is
aangeboden aan de voorzitter van de vaste kamercommissie voor Verkeer
en Waterstaat, de heer Atsma. Het gaat om de reactie op de rapporten
van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI). De
stuurgroep heeft met belangstelling kennis genomen van de rapporten en
de aanbevelingen voor toekomstige besluitvorming van grote projecten.
Maar de stuurgroep heeft ook kritiek en dan vooral op het deelrapport
Zuiderzeelijn en de aanbevelingen voor het verdere
besluitvormingsproces.
Prijsvraag
Centrale boodschap van de stuurgroep is dat de geplande 'prijsvraag'
voor de Zuiderzeelijn op korte termijn door moet gaan. In de
prijsvraag kunnen bedrijven plannen indienen voor de aanleg van een
Magneetzweefbaan of een Hogesnelheidslijn.
Belangrijkste argumenten voor de stuurgroep om de prijsvraag door te
laten gaan zijn:
* Uit de vele studies in het recente verleden is voldoende het nut
en de noodzaak naar voren gekomen.
* De resultaten van de prijsvraag zijn nodig om inzicht te krijgen
of een snelle verbinding haalbaar is, zodat we daarna een goed
besluit kunnen nemen of we er mee verder gaan of niet.
* Met het starten van de prijsvraag wordt geen onomkeerbaar proces
in werking gesteld omdat de projectaanpak voorziet in meerdere
afwegingen en beslismomenten (de zogenaamde go/no go momenten).
Ruimtelijk- en economisch belang
De stuurgroep vindt dat de TCI haar conclusie baseert op een te enge
interpretatie van de effecten van de Zuiderzeelijn, namelijk de
werkgelegenheidsgroei in het noorden. De Zuiderzeelijn heeft volgens
de stuurgroep meerdere doelen en effecten. De Zuiderzeelijn:
* Legt verbindingen tussen stedelijke centra en geeft daarmee een
impuls aan nieuwe economische ontwikkelingen.
* Zorgt er voor dat stedelijke ontwikkelingen zich meer
concentreren, waardoor het landelijk gebied meer gespaard blijft.
* Speelt een belangrijke rol in de bereikbaarheid van de
Noordvleugel van de Randstad en voor de ontsluiting van het
traject Haarlemmermeer-Amsterdam-Almere.
* Vormt de drager van een nieuwe ontwikkelingsas met effecten op de
langere termijn. Deze effecten zijn niet eenvoudig te voorspellen,
maar wel van groot belang.
Samenwerking
De discussie rond de Zuiderzeelijn gaat vaak alleen over de
magneetzweefbaan, maar er zijn vier varianten in beeld. De stuurgroep
heeft wel een duidelijke voorkeur voor de snelle varianten omdat daar
de meeste effecten van te verwachten zijn. Magneetzweefbaan en
Hogesnelheidslijn zijn alleen haalbaar met geld van regio,
noordvleugel én markt. Alleen in het geval van een snelle verbinding
draagt de regio bij. Welke variant het ook wordt, het rijk staat in
alle gevallen voor een forse investering. Met bijdrage van de regio en
de noordvleugel komt een snelle variant in beeld. Daarmee worden
meerdere doelen tegelijk gediend.
Vanwege het gezamenlijk belang van de Zuiderzeelijn voor
Noord-Nederland, Flevoland, en de noordvleugel van de randstad is het
wenselijk dat de samenwerking aan een snelle verbinding een vervolg
krijgt.
*In de stuurgroep Zuiderzeelijn werken de volgende partijen samen: de
provincies Flevoland, Drenthe, Groningen, Fryslân en de gemeenten
Groningen, Smallingerland, Heerenveen, Leeuwarden, Noordoostpolder,
Lelystad en Almere.
Grootte
pdf icon De Zuiderzeelijn: de kansen in beeld
Een pleidooi voor de start van de prijsvraag. (573 kb)
Provincie Groningen