Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
140-04-SZW SV/A&L/05/5325

Onderwerp Datum
Afschaffing WAZ 24 januari 2005

In reactie op uw brief van 10 november 2004 met bovenstaand kenmerk, heb ik u op 9 december laten weten dat ik over de inhoud van uw brief contact heb opgenomen met het Verbond van Verzekeraars. Hierbij informeer ik u over de uitkomst van dat contact.

Ik heb het Verbond van Verzekeraars verzocht de zogenaamde alternatieve verzekering, die door verzekeraars is ontwikkeld in het kader van de beëindiging van de toegang tot de WAZ- verzekering, ook open te stellen voor degenen met een reguliere particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering, waarvan de looptijd eerder dan het bereiken van de 65-jarige leeftijd afloopt.
Het Verbond heeft zich op 19 januari jl. bereid verklaard de alternatieve verzekering open te stellen voor de hier bedoelde categorie zelfstandigen. Daartoe zal voor hen in de periode
1 februari - 1 mei 2005 de alternatieve verzekering worden opengesteld. Indien zij na afloop van de reguliere verzekering voor de alternatieve verzekering in aanmerking wensen te komen, dienen zij in genoemde periode een aanvraag daarvoor in te dienen. Na afloop van de reguliere polis zal dan de dekking voor de alternatieve verzekering intreden.
Overigens heeft het Verbond zich ook bereid verklaard de alternatieve verzekering op mijn verzoek open te stellen voor thans WAZ-uitkeringsgerechtigden die volledig arbeidsgeschikt worden verklaard op grond van de WAZ. Ook zij kunnen mogelijk problemen ervaren bij het sluiten van een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. In dat geval zal de alternatieve verzekering aangeboden worden, mits betrokkenen binnen drie maanden nadat de WAZ-uitkering is beëindigd, een aanvraag voor een verzekering indienen.

Beide termijnen van drie maanden zijn hierbij, zo heeft het Verbond mij laten weten, ingegeven door de behoefte aan het beperken van antiselectierisico. Indien er geen termijnen zouden worden gesteld waarbinnen beide groepen zich bij de verzekeraar zouden melden om nog in aanmerking zouden komen voor de alternatieve verzekering, zou dit ertoe kunnen leiden dat betrokkenen zich pas melden indien zij op korte termijn klachten vermoeden.
Over beide uitbreidingen wordt voorzien in adequate voorlichting.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,


2

(mr. A.J. de Geus)