Anjeruiltje legt meer eieren op afgelegen plek
11 januari 2005
Versnippering van het landschap zorgt ervoor dat het anjeruiltje meer
eieren legt op avondkoekoeksbloemen. Dit concludeert NWO-promovendus
Jelmer Elzinga. Hij bestudeerde op verschillende plaatsen langs de
rivier de Waal hoeveel zaden van de avondkoekoeksbloem worden
opgegeten door rupsen van het anjeruiltje. Elzinga promoveert op 24
januari aan de Universiteit van Utrecht.
Elzinga ontdekte dat op kleine en afgelegen plekken meer zaden van de
avondkoekoeksbloem worden aangevreten door rupsen van het anjeruiltje.
De verwachting was dat de toegenomen vraat ontstaat door een afname
van het aantal sluipwespen, die de rupsen doden. Elzinga toonde aan
dat deze verwachting niet correct is.
Nadat ze uit de eieren zijn gekomen, eten de rupsen van het
anjeruiltje massaal de zaden van de avondkoekoeksbloem. De helft van
deze rupsen sterft voortijdig door aanvallen van sluipwespen. Door
versnippering van het landschap ontstaan steeds kleinere stukjes
natuur, die steeds verder uit elkaar liggen. Nachtvlinders, zoals het
anjeruiltje, kunnen zich prima tussen de versnipperde delen
verspreiden, maar de veel kleinere sluipwespen niet.
Met deze kennis als uitgangspunt onderzocht Jelmer Elzinga of de
avondkoekoeksbloem in sterk versnipperde delen meer wordt aangevreten
door de rupsen. Door de slechte verspreiding van de sluipwesp, zullen
er immers minder rupsen sterven en zullen de planten meer worden
aangevreten.
Elzinga ontdekte inderdaad dat de avondkoekoeksbloem in kleine en
afgelegen groeiplekken meer wordt aangevreten dan op andere plaatsen.
Ook ontdekte de onderzoeker dat er op zulke plekken minder rupsen door
sluipwespen worden aangevallen en dat er minder verschillende soorten
sluipwespen voorkomen.
Omdat de sluipwespen de rupsen pas aanvallen als ze bijna volgroeid
zijn, is de slechte verspreiding van de sluipwespen toch niet de
verklaring voor de toegenomen vraat aan de zaden. Elzinga vond dat de
extra vraat van de rupsen wordt veroorzaakt doordat het anjeruiltje
meer eieren afzet op kleine en afgelegen groeiplekken van de
avondkoekoeksbloem.
..............................
Meer informatie:
* drs. Jelmer Elzinga (NIOO-KNAW, nu werkzaam aan het Departement
d'Ecologie et Evolution van de Universiteit van Lausanne,
Zwitserland)
* j.elzinga@nioo.knaw.nl
* of dr. A. (Arjen) Biere (co-promotor)
* t: +31 (0)26 479 12 12, a.biere@nioo.knaw.nl
* promotie 24 januari, promotor prof. dr. J.M.M. (Jos) van Damme
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek