Persbericht, december 2004

Screen Tests

Screen tests van Andy Warhol en hedendaagse foto-, film en videowerken van Anri Sala (Al), Graham Gussin (UK), Johan Grimonprez (BE), Martin Arnold (AT), Fiona Tan (NL), Manon de Boer (BE), Eric Pellet (FR) en Ana Torfs (BE).

22 januari tot en met 6 maart 2005
In het kader van het International Film Festival Rotterdam 2005

Beroemd zijn de screen tests van Andy Warhol, waarvan hij er tussen 1964 en 1966 zo'n 500 maakte. Bezoekers van zijn befaamde Factory zette hij vóór binnenkomst eerst voor de filmcamera, gaf verder geen aanwijzingen en registreerde hun houding en gezichtsuitdrukking door de camera te laten lopen, altijd voor de duur van één filmrolletje. Het begrip `screen test' is afkomstig uit de filmwereld. Bij een screen test wordt niet zozeer gekeken naar het talent van een persoon, maar naar de `vertaling' van zijn of haar gezicht naar een vlak, tweedimensionaal beeld. De persoon wordt een personage, ondanks dat deze `gewoon' zichzelf is. Voor deze tentoonstelling dient een selectie uit de pas gerestaureerde Andy Warhol-screen tests als startpunt (met o.a. Susan Sontag en Lou Reed). Het tegelijk bevestigende en bedreigende dat uitgaat van een screen test wordt in deze tentoonstelling verder uitgewerkt met de hedendaagse foto-, film en videowerken van Anri Sala (AL), Graham Gussin (UK), Johan Grimonprez (BE), Martin Arnold (AT), Fiona Tan (NL), Manon de Boer (BE), Eric Pellet (FR) en Ana Torfs (BE).

Het is een vertrouwd gegeven dat Andy Warhol zelf zo weinig mogelijk interesse of betrokkenheid liet merken als hij met de filmcamera werkte. Klassiek is de anekdote dat hij de camera vaak zelfs liet verderdraaien zonder er bij te blijven. In de praktijk was het vooral Gerard Malanga die in die bewuste periode het toestel hanteerde. Tussen 1964 en 1966 werden zo'n 500 screentests gerealiseerd, een behoorlijk intense speurtocht naar `star potential' dus. Maar het poseren voor een screen test in Warhol's Factory was vooral ook een vorm van initiatie-ritueel waar je eerst doorheen moest om werkelijk opgenomen te worden in de collectieve sfeer. Door zich te onderwerpen aan deze vorm van `registratieplicht' werden de bezoekers met bijzondere aandacht vereerd, en tegelijk toch van hun sterke individualiteit beroofd. Met een tiental Andy Warhol-screen tests als opstapje (met oa Susan Sontag, Lou Reed, Nico en Jack Smith) wil deze tentoonstelling dieper ingaan op dit tegelijk bevestigende en bedreigende dat uitgaat van een screentest met de hedendaagse foto-, film en videowerken. Hoewel de tentoonstelling zich concentreert op één sober iconografisch gegeven (een gezicht zo sober en strak mogelijk tegenover een camera) levert dit een juist erg gevarieerde en genuanceerde ervaring op. Niet alleen doordat elk werk zijn eigen thematiek heeft, maar ook door de grote variatie aan technische vormen, als dia's, video, fotografie, filmloop, installatie etc.

De wankele kwaliteit van een glamourpersonage, overgelaten aan zijn of haar lot voor de camera, keert terug in het werk Sylvia Kristel van Manon de Boer. Wat we van de actrice te zien krijgen zijn twee recent gemaakt opnamen, waarbij ze aldus als een veel oudere vrouw dan dat we haar over het algemeen herinneren voor de dag komt. Door de twee bijna identieke opnames na elkaar te presenteren in een eindeloze loop, verschuift onze aandacht van oppervlakkige herkenning van een filmster automatisch naar een nader onderzoek van haar gelaat, haar aanwezigheid als mens. In de langere filmversie van dit werk dat te zien is tijdens IFFR, laat Manon de Boer de actrice vertellen over haar eerste stappen in haar filmcarrière.

Graham Gussin staart recht in de lens, en dus naar de kijker op zijn foto Know nothing, Self Portrait as X - The Man with x-ray eyes. Alleen zitten grote zwarte lenzen voor zijn ogen. Wat voor `blik' heeft deze man? Hoe groter de pupil, hoe sympathieker de indruk die een gefotografeerde maakt, zo leert ons de reclamewereld.

Anri Sala laat in zijn video Promises een aantal jonge mannen en typische maffioso-zin debiteren. Een achteloze en stoere dictie van de tekst lijkt voor elk van hen de beste versie, maar de optelsom van al hun `interpretaties' lijdt juist tot een ontmaskering van de macho-pose.

Elective Affinities/ The Truth of Masks van Ana Torfs is een dubbele portrettenreeks, zwart-wit dia's per twee geprojecteerd, telkens een man en een vrouw, als pendanten. Het zijn altijd dezelfde man en dezelfde vrouw, dat zie je wel, maar toch zijn het telkens weer anderen: een maskerade. Met de kleren, kapsels en accessoires verandert niet alleen de tijdgeest en de maatschappelijke context die je hun als toeschouwer toedicht, maar ook hun psychologie: zelfverzekerd of timide, kwetsbaar of wreed, intelligent of geborneerd, zonnig of somber... Het model kijkt telkens weer onbewogen voor zich uit: de menigte identiteiten van eenzelfde anonymus. Ergens groeit het verlangen het `ware gelaat' van die twee te leren kennen.

Niet minder deconstructief en imposant qua ruimtelijk effect is de installatie Admosh van Eric Pellet. Hij dwingt de bezoeker om in beweging te blijven en zijn film- en lichtprojectie van alle kanten te bekijken, maar tegelijk vraagt hij om stil te staan bij het lot van Tsjetsjeense vluchtelingen, waarvan hij een reeks gezichten filmde in Parijs.

Fiona Tan concentreerde zich voor haar nieuwe werk (nog in productie) op de menselijke typologie zoals die op één specifieke plek wordt aangetroffen. Tan laat een staalkaart zien van de gemiddelde scholier in een Zweeds stadje, waar de globalisering ook al merkbaar is in de diversiteit van de bevolking. Maar vooral de leeftijd van de adolescenten, en het wankele, maar daardoor ook overgevoelige besef van het zelfbeeld treden hier op de voorgrond. Tan registreert de scholieren individueel, maar tegelijk ook collectief, door de verbinding in de presentatie.

De filmprojectie Dissociated van Martin Arnold is een digitale bewerking van de oude zwart-wit film All about Eve. Alle nevenpersonages zijn verdwenen, muziek is verwijderd, monden blijven dicht en dialogen zijn verstomd. Dissociated wordt geprojecteerd als twee films op twee wanden in een hoek. Het zijn twee close ups van vrouwen die gevangen zitten in het beeldkader, vol ingehouden spanning. De kijker moet zich door de presentatievorm ontdoen van het gecentreerde kijken en `gekruist' en afwisselend kijken naar de gelijktijdig filmische gebeurtenissen. De interactie tussen de twee schermen varieert omdat de respectievelijke loops niet even lang zijn.

Verder nieuw werk van Johan Grimonprez, waarvan (een deel van) zijn recente productie Looking for Alfred, over Hitchcock-lookalikes is opgenomen in de tentoonstelling. Grimonprez organiseerde in diverse wereldsteden audities. We krijgen een indruk van de Londonse sessie, inclusief een sound-alike. Looking for Alfred is een Zapomatik / Film & Video Umbrella co-productie, en tot stand gekomen met steun van Anna Sanders Films en het Vlaams Audiovisueel Fonds.

De tentoonstelling is een productie van het Nederlands fotomuseum, met bijzondere inbreng van het IFFR. Gastcurator : Edwin Carels.

De tentoonstelling loopt van 22 januari tot en met 6 maart in de grote zaal van het Nederlands fotomuseum. Officiële opening 27 januari.

IFFR Screen Tests filmprogramma
Tijdens het IFFR wordt de tentoonstelling verder uitgewerkt in de vorm van een filmprogramma, waarin ondermeer originele Warhol-screen tests, het Sylvia Kristel-portret van Manon de Boer en de film Rebecka van de Zweedse kunstenares Myriam Backström zullen worden getoond en de wereldpremière van de nieuwe film Not She van Ine Lamers plaatsvindt.