Toespraak staatssecretaris Van der Knaap ter gelegenheid van de uitreiking
van de Herinneringsmedaille Vredesoperaties aan SFIR-4
21-1-2005 12:12:00
Militairen van de aangetreden eenheden en detachementen, generaals,
dames en heren.
Vandaag wordt de missie van SFIR 4 formeel afgerond met de uitreiking
van de herinneringsmedaille vredesoperaties. Een medaille die symbool
staat voor het respect en de waardering die de Nederlandse samenleving
heeft voor u én uw thuisfront. Ook zal ik aan een aantal van u het
´draaginsigne gewonden´ uitreiken.
Nu ik hier zo sta, in het Gelredome, met meer dan 1300 aangetreden
militairen en op de tribunes een paar duizend familieleden, vrienden
en kennissen, dan wordt pas visueel/tastbaar wat het begrip
´Nederlandse bijdrage´ eigenlijk inhoudt, zowel wat sterkte als
samenstelling betreft. Voor mij zie ik militairen staan
van alle krijgsmachtdelen. Ik zie individueel uitgezonden militairen
die een functie bekleed hebben op de internationale staven in Al
Hillah, Basrah en Baghdad, en militairen van het Contingentscommando
onder leiding van kolonel Hemmes. Maar de grootste groep militairen
behoort tot de Battle Group, die onder leiding van luitenant kolonel
Matthijssen in de provincie Al Muthanna heeft gewerkt, samen met het
helikopterdetachement van de luchtmacht in Tallil. Al met al een
indrukwekkend geheel.
De meesten van u zijn al weer enige weken terug en hebben de
feestdagen weer in eigen kring kunnen doorbrengen.
Misschien heeft u de afgelopen dagen de discussie rond het wel of niet
blijven van de Nederlandse militairen in Irak gevolgd. Maar verder
bent u waarschijnlijk weer overgegaan tot de orde van de dag. Het werk
gaat immers gewoon door!
Bij de uitreiking van een herinneringsmedaille en het woord zegt het
al past het om nog even terug te kijken. U heeft een bijzondere
uitzending achter de rug, die begon in de zomer van 2004. Een speciaal
moment, want op 28 juni werd het bestuur over Irak weer officieel
teruggegeven aan de Irakese bevolking. Een spannende tijd, want vanaf
dat moment moest blijken of de Irakezen daartoe ook in staat
waren. Uw opdracht was het ondersteunen van de Irakese autoriteiten
bij het dragen van die verantwoordelijkheden en het helpen bij het
handhaven van de openbare orde en stabiliteit.
Ik noem een paar voorbeelden. In de gespannen periode in augustus
heeft u daadwerkelijk de politie op hun verzoek geassisteerd en
gezamenlijk operaties uitgevoerd. Verder vervulde u een belangrijke
rol bij het opleiden en trainen van de Irakezen op diverse gebieden.
Ik noem hierbij het ondersteunen en monitoren van de opleiding van een
nieuw Irakees politiebataljon, het opleiden van gevangenisbewaarders
en het project basiscursus recherche. Een mooi resultaat is geboekt
door het realiseren van een provinciale meldkamer in As Samawah. In
deze zelfde periode hebben militairen van de marine in Um Qasr leden
van de Irakese kustwacht opgeleid.
Maar ook de bevolking zelf werd niet vergeten.
In het kader van civiel-militaire samenwerking werden talloze
projecten opgestart en afgerond die rechtstreeks ten goede kwamen aan
de ´gewone man´ in de straat. Schooltjes werden opgeknapt, het dorp Al
Warka werd ontsloten door de aanleg van een Bailey-brug. Het centrum
van As Samawah werd ontlast door de aanleg van een rondweg rond het
centrum. U heeft een groot rioleringsproject in de hoofdstad
gerealiseerd, de waterzuivering werd verbeterd, en nog veel, veel
meer. Dit alles maakte de wederopbouw van Irak niet alleen tastbaar,
maar droeg vooral ook bij aan het draagvlak voor de Nederlandse
aanwezigheid onder de bevolking. Het was daardoor indirect van groot
belang voor de eigen veiligheid.
Uw werkzaamheden vonden desondanks niet plaats onder gemakkelijke
omstandigheden. De maand augustus begon met een beschieting van het
Britse kamp Shaibah, gevolgd door een mortieraanval op een door
Nederlanders en Irakezen bemande controlepost in de buurt van
Al-Khidr. Op 11 augustus wordt een patrouille bij Ar- Rumaythah
beschoten en op 13 augustus worden de Apache helikopters ingezet na
een nacht van onrust tussen rebellen en Iraakse veiligheidsdiensten in
As Samawah. Tot dan toe loopt het iedere keer goed af.
Maar niet op zaterdag 14 augustus. U werd die avond geconfronteerd met
een voor deze operatie volledig nieuwe situatie: een vooropgezette
hinderlaag. Een beschieting die anderhalf uur duurde, met de dood van
wachtmeester Jeroen Severs tot gevolg. Hij wordt in de eerste minuten
van de beschieting dodelijk getroffen in zijn hoofd. Vijf collega´s
raken gewond.
Ik wil u nu vragen op te staan, de militairen de houding te laten
aannemen en een minuut stilte in acht te nemen ter nagedachtenis aan
Jeroen.
Onder zware operationele en emotionele omstandigheden bleef u optimaal
presteren. Een situatie als deze, waarbij moet worden opgetreden in
bewoond gebied, is zeer complex. Als zo´n operatie dan ook nog bij
nacht moet plaatsvinden sta je als militair echt voor een heel grote
uitdaging. De effectieve en professionele wijze van optreden op de
grond en in de lucht heeft voorkomen dat er nog meer slachtoffers zijn
gevallen. Dit was ook de conclusie van de Commissie De Veer, die later
een uitgebreid onderzoek heeft verricht naar het incident. Ik moet
zeggen dat ik na lezing van het rapport erg onder de indruk ben van
hoe u zich in die moeilijke nacht van u taak hebt gekweten.
Daags hierna ontstond in Nederland het beeld dat de Nederlandse
militairen slechts nog minimale verplaatsingen uitvoerden en
teruggetrokken werkten op de compound. Dit beeld wil ik graag
rechtzetten, want het doet geen recht aan de werkelijkheid. Alleen de
niet-noodzakelijke verplaatsingen vonden tijdelijk niet plaats. U bent
altijd uw taak blijven uitvoeren, alle dagen reden er patrouilles,
alle dagen was u op straat, onder de bevolking.
In die tijd heeft u ervaren hoe complex het militaire beroep kan zijn.
De daders moeten gevonden worden, maar helaas, de 8 verdachten die
werden opgepakt moesten worden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
Een onderzoek dat niet echt wilde vlotten.
Als je net een collega hebt verloren is het moeilijk de motivatie op
te brengen door te gaan. Maar toch is er collectief het besef geweest
dat de missie belangrijker was. U heeft de flexibiliteit opgebracht om
met volle kracht door te gaan. Ook daar heb ik zeer veel respect
voor.
In Den Haag constateerden we dat u de gespannen situatie na medio
augustus heeft omgezet naar een constructief vervolg van de missie.
Met het gevolg dat afgelopen november uw collega´s van SFIR 5 met
goede randvoorwaarden aan ´de eindsprint´ konden beginnen.
Sterker nog, de opbouwende lijn in het op niveau brengen van het
lokale bestuur en de veiligheidsautoriteiten, maakt het mogelijk dat
onze bijdrage in Irak op 15 maart a.s. Irak met opgeheven hoofd kan
worden beëindigd. Nederland heeft dan gedurende twintig maanden een
aanzienlijke bijdrage geleverd aan de stabilisatie van Irak. In totaal
hebben dan ongeveer 6500 Nederlandse militairen in Irak gediend.
Graag wil ik nu iets zeggen over de samenwerking tussen de
krijgsmachtdelen tijdens SFIR 4.
Het merendeel van u behoort tot de Koninklijke Landmacht, in het
bijzonder het 13^einfanteriebataljon van de luchtmobiele brigade. Een
ander belangrijk deel vormt het helikopterdetachement van de
Koninklijke Luchtmacht met Cougar transporthelikopters en Apaches. Met
name tijdens deze missie is gebleken hoe nuttig
grond-luchtsamenwerking kan zijn. Het concept van de gezamenlijke
inzet van helikopters en vooral Apaches en kleine patrouilles in het
veld bleek zeer effectief, bijvoorbeeld bij het controleren van de
grenzen. Maar ook bij het incident op 14 augustus hebben de Apaches
een belangrijke rol gespeeld.
De jarenlange samenwerking tussen landmacht en luchtmacht binnen 11
Air Manoeuvre Brigade heeft voor het eerst zijn waarde bewezen tijdens
deze gezamenlijke operationele inzet.
De militairen van de Koninklijke Marechaussee, die we vooral kennen
van hun politietaken, hebben tijdens deze missie gefunctioneerd als
onderdeel van het brede militaire optreden. En in het bijzonder wil ik
vermelden de directe collega´s van wachtmeester Severs. In meerdere
opzichten heeft u een hele moeilijke periode doorgemaakt.
Niet alleen werd er samenwerkt tussen Nederlandse eenheden onderling,
ook internationaal was de samenwerking uitstekend. Ik noem als
voorbeeld de Medevac, uitgevoerd met Amerikaanse helikopters maar met
een Nederlands medisch team van de luchtmacht aan boord. En laten we
niet de militairen vergeten die individueel zijn uitgezonden naar de
internationale staven in Baghdad, All Hillah en Basrah. Hier horen we
in Nederland veel minder over, maar niettemin heeft ook u bijgedragen
aan een betere situatie in Irak.
De Nederlanders hebben een goede naam opgebouwd. Dit komt niet in de
laatste plaats door de wijze van optreden in Irak. Hierover hebben in
Nederland veel mensen zich zorgen gemaakt, met name om uw veiligheid.
Daar heb ik overigens begrip voor. Maar waarom treden we op zoals we
dat doen, in ´open jeeps´, ´zonder helm´en ´zonder bril met
spiegelende glazen´? Dit is niet iets nieuws wat we in Irak hebben
verzonnen. Het is een zorgvuldig opgebouwd concept, gebaseerd op onze
jarenlange ervaringen in andere operaties.
Nederlandse militairen willen de sterkste zijn in het gebied, maar
zonder zich continu als de sterkste te willen profileren. U
stond tussen de bevolking, en niet tegenover de bevolking. U deed
het voor en samen met de bewoners van Al Muthanna.
Door deze opstelling heeft u respect en waardering van de bevolking
afgedwongen. En dat heeft een rechtstreekse relatie met veiligheid.
Bovendien is het zo dat in geval van nood de commandant altijd de
beschikking heeft over voldoende middelen om de mate van bescherming
te kunnen verhogen.
Op afstand is het lastig om je voor te stellen wat het betekent om in
een land als Irak uitgezonden te zijn. Wat voor mij heel veelzeggend
is over de sfeer tijdens dezeuitzending is het volgende. Niet alle
gewonden die betrokken waren bij het incident op 14 augustus konden
door de aard van hun verwondingen terugkeren naar Irak. Het maakte op
mij veel indruk toen ik hoorde zij allemaal wel de nadrukkelijke wens
hadden om terug te gaan. Dit geeft aan dat het saamhorigheidsgevoel
heel bijzonder is.
Dat brengt mij op het volgende. Ik wil grote waardering uitspreken in
de richting van de bataljonscommandant, de overste Kees Matthijssen. U
heeft leiding gegeven in moeilijke omstandigheden, omstandigheden waar
u en uw mensen ongetwijfeld heel veel van geleerd hebben. Ik begrijp
dat in uw ogen uw missie nooit volledig geslaagd kan zijn als u niet
met al uw mannen en vrouwen terugkeert in Nederland. Maar ik weet dat
u heeft gedaan wat u kon. Door de goede samenwerking tussen de
krijgsmachtdelen, de algehele wijze van optreden en het adequate
optreden op de momenten dat het er echt om ging, hebben bij de
politieke leiding van het departement, alle militairen van de
krijgsmacht, maar ook bij de Nederlandse bevolking veel respect
afgedwongen. Als commandant was u daarvoor verantwoordelijk, u heeft
dat goed gedaan. Daar wil ik u vanaf deze plaats mee complimenteren.
Een nog groter compliment verdient u, familieleden, geliefden en
vrienden van de militairen. Waarschijnlijk zit een groot aantal van u
hier niet voor het eerst. Veel van de hier aanwezige militairen zullen
al vaker zijn uitgezonden. Het is hun vak, en ze hebben ervoor
gekozen, maar we mogen best wat vaker stilstaan bij de gevolgen die
die keuze heeft voor het thuisfront. De zorg voor kinderen, alléen
belangrijke beslissingen nemen, angst en bezorgdheid. Maar ik denk
toch ook dat u vooral trots bent op degene waarvoor u hier naartoe
gekomen bent. Het lijkt mij mooi af te sluiten met de opmerking dat uw
trots zeer terecht is en dat ik me hierbij volledig aansluit.
Ik dank u voor uw aandacht.
Dan wil ik nu graag overgaan tot het uitreiken van het Draaginsigne
Gewonden.
Heren, het Draaginsigne Gewonden wordt uitgereikt om respect te
betonen aan alle militairen die lichamelijk en/of psychisch verwond
zijn als gevolg van hun plichtsvervulling onder
oorlogsomstandigheden.
Op het insigne staat de inscriptie "Vulneratus Nec Victus", dit
betekent "Gewond maar niet Overwonnen".
U wordt vandaag dit teken van respect toegekend en sta mij toe kort te
vertellen hoe uw verwondingen tot stand zijn gekomen.
In de nacht van 14 op 15 augustus keerde een konvooi van de
Marechaussee na werkzaamheden terug naar hun basis. In de straten van
Ar Rumaytah liepen de voertuigen in een hinderlaag. In het tweede
voertuig werd wachtmeester Jeroen Severs geraakt en overleed vrijwel
onmiddellijk aan zijn verwondingen. In een voertuig daarvoor viel
echter ook een gewonde: opperwachtmeester Feike Mali. Ondanks zijn
verwondingen reed hij door totdat één van de voertuigen van het
konvooi door schade tot stilstand kwam. Tezamen met zijn collega´s
wist hij snel hulp in te roepen.
In reactie hierop werd een Quick Reaction Force opgeroepen om bijstand
te verlenen. Tijdens de rit door het nachtelijke Ar Rumaytah kwamen
ook deze hulptroepen zwaar onder vuur te liggen. In één van de voorste
voertuigen zaten de luitenant Bjorn Wijnen en de kpl1 Niels van den
Broek. In het vuurgevecht dat over en weer plaatsvond raakten beide
militairen gewond.
De soldaten Leon Jonkman en Johan Simon maakten ook deel uit van de
QRF. Zij bevonden zich echter in een voertuig achter in het konvooi.
Tijdens het gevecht raakte hun voertuig onklaar en kwam midden in de
mellee tot stilstand. Onder zwaar vuur moesten de vier inzittenden van
het voertuig fel weerstand bieden om het vege lijf te redden. Jonkman
en Simon raakten daarbij gewond. Onder deze zeer moeilijke
omstandigheden hebben de vier zich gedurende bijna een uur staande
gehouden alvorens zij door de eigen troepen konden worden bereikt.
Op 7 oktober reed sergeant Peter van de Molen met een logistiek
konvooi over een van de routes in Al Muthanna, toen plotseling een bom
langs de kant van de weg ontplofte. Deze zogenaamde "roadside bomb"
was weliswaar een geïmproviseerd exemplaar, maar kundig gemaakt en
zijn voertuig werd bovendien vol getroffen. Sergeant van de Molen
raakte dan ook gewond door de rondvliegende splinters. Ondanks zijn
verwondingen wilde sergeant van de Molen niet gerepatrieerd worden.
Hij bleef op zijn post om zijn dienst zo snel mogelijk te kunnen
hervatten.
Dan zal mijn adjudant nu overgaan tot het voorlezen van de
beschikkingen en zal ik vervolgens het Draaginsigne Gewonden bij u
opspelden.