21 januari 2005 pbfax
Raad Kiest voor brede benadering ouderenbeleid
Vanochtend heeft de Sociaal-Economische Raad het advies Van alle leeftijden vastgesteld. Dit advies gaat over een toekomstgericht ouderenbeleid op de terreinen werk, inkomen, pensioen en zorg. Het is opgesteld op verzoek van de Tweede Kamer namens de Themacommissie ouderenbeleid. De voorzitter van deze commissie, mevrouw Van Oerle, was aanwezig tijdens de raadsvergadering.
Wij steunen dit advies van harte , zei vice-voorzitter J. Westerbeek van het CNV, mede namens de FNV. Zij benadrukte nog eens dat de verhouding tussen het aantal vijfenzestigplussers en het aantal mensen tussen de 20 en de 65 drastisch zal veranderen. Nu staan er tegenover elke oudere nog vijf mensen in de middencategorie. In 2040 zijn dat er nog maar tweeënhalf. Dan kan er volgens haar niet alleen meer sprake zijn van solidariteit tussen generaties. Dan gaat het ook om solidariteit daarbinnen. Het valt niet aan jongeren te verkopen dat ze mee moeten betalen aan de AOW van een miljonair. De beide vakcentrales stemden dan ook in met het voorstel om geleidelijk een groter deel van de AOW-uitgaven te financieren uit de algemene middelen.
Op dat punt kregen ze geen steun van MHP-voorzitter A. Verhoeven. Hij meende dat de toekomstige inkomenspositie van ouderen wordt overschat en dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de offers die deze ouderen hebben gebracht. Hij ging dan ook als enige niet akkoord met dit onderdeel van het advies. Wij vinden het principieel onjuist dat AOW-gerechtigden steeds een groter deel van de AOW zelf moeten gaan betalen.
Het heeft ons verbaasd dat sommigen in de Tweede kamer hier direct zo afwijzend op hebben gereageerd , zei raadslid R. Prins (voorzitter directie Akzo Nobel Nederland) namens de ondernemersorganisaties. En dat nota bene zonder het advies waar men zelf om gevraagd had gelezen te hebben. Hij zei te hopen dat de betrokken Kamerleden hun standpunt herzien.
Hij wees er ook op dat de vergrijzing het nodig maakt dat meer mensen aan het werk gaan en dat ze langer werken. De maatregelen die het kabinet genomen heeft wat betreft de VUT en het prepensioen moeten dan ook niet in de komende CAO-onderhandelingen gerepareerd worden. Ook is er volgens hem een cultuuromslag nodig. Ontziemaatregelen zoals seniorendagen zullen heroverwogen moeten worden, individuen zullen meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor hun eigen inzetbaarheid en aan het eind van hun loopbaan eventueel een stapje terug doen zodat ze per saldo langer kunnen werken.
Als we tijdig maatregelen nemen, hoeven we ons in Nederland geen zorgen te maken om de oude dag , zei kroonlid prof. A Bakker (De Nederlandsche Bank). Dat was volgens hem de kern van het rapport. Voorwaarde is wel dat wat gedaan moet worden om de stijgende AOW-last op te vangen. Niet alleen uit oogpunt van een rechtvaardige verdeling van de lasten maar ook vanuit economisch perspectief. Als er niets gebeurt, zullen de groeiende AOW-lasten leiden tot stijgende arbeidskosten, een verstoring van de arbeidsmarkt en duurdere producten waardoor de export bedreigd wordt.
Alhoewel het advies zelf stelt dat een verhoging van de AOW-leeftijd op dit moment niet nodig is, noemde Bakker dat uitdrukkelijk wel als een mogelijkheid om de AOW-lasten beter tussen jong en oud te spreiden. Hij verwees naar de Verenigde Staten waar al sinds 2002 de pensioengerechtigde leeftijd elk jaar met iets opschuift. Over een periode van in totaal 24 jaar wordt de AOW leeftijd geleidelijk met 2 jaar verhoogd..
Sociaal-Economische Raad