21 januari 2005 pbfax
SER brengt unaniem advies uit over mobiliteit
De SER is vanochtend unaniem akkoord gegaan met een advies over de Nota Mobiliteit.
De heer L. Daems voerde het woord namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Hij was tevreden over het advies, vanwege de zakelijke en realistische benadering van het mobiliteitsvraagstuk. Ook was hij blij dat de raad zich uitspreekt voor een naar tijd, plaats en milieubelasting gedifferentieerde kilometerheffing, gekoppeld aan de vorming van een mobiliteitsmarkt. Een mobiliteitsmarkt zorgt voor een meer directe wisselwerking tussen aanbod en gebruik van infrastructuur.
VNO-NCW-directeur N.J. van Kesteren voegde hieraan toe dat VNO-NCW zijn handen vrij wil houden om in het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit een scherper standpunt in te nemen dan in het unanieme SER-advies het geval is. Zo is VNO-NCW er voorstander van dat de opbrengst van het kilometertarief alleen wordt bestemd voor het aanleggen van wegen.
Het plaatsvervangende kroonlid prof. C. Sterks plaatste namens de kroonleden kanttekeningen bij dit VNO-NCW-standpunt. Het is niet de bedoeling van de kilometerheffing om geld te krijgen voor wegenaanleg, maar om een gedragsverandering te bewerkstelligen bij automobilisten. Deze gedragsverandering moet de bereikbaarheid ten goede komen. Natuurlijk is niet bekend bij welke prijs dit zal gebeuren, maar via trial and error kunnen we daar wel achter komen, vond hij. Bovendien, als je wilt dat de opbrengst van de kilometerheffing wordt gebruikt om de mobiliteit te verbeteren, moet je niet alleen denken aan de aanleg van wegen, maar ook aan investeringen in bijvoorbeeld parkeervoorzieningen, openbaar vervoer en geluidswallen.
FNV-vice-voorzitter A. Jongerius vond het ook een prima advies, al is het niet hemelbestormend . Ook werknemers hebben belang bij een oplossing van de fileproblematiek, onderstreepte zij. Flexibele werktijden zouden hierbij ook kunnen helpen, maar dat valt buiten het bestek van dit advies. Zij vroeg aandacht voor de zorgelijke toestand van het openbaar vervoer. Het onderhoud laat volgens haar te wensen over en ze maakte zich ook zorgen over het sluiten van onrendabele lijnen door de NS. Waakzaamheid is geboden; de maatschappelijke waarde van openbaar vervoer is zo groot dat kostendekkendheid niet het laatste woord kan hebben.
De Stichting Natuur en Milieu zat in de commissie die het advies heeft voorbereid. Voorzitter M. de Rijk gaf aan dat er in de commissie heftige discussies zijn gevoerd, die uiteindelijk tot compromissen hebben geleid. Sommige onderdelen liggen haar zwaar op de maag, maar ze steunt het advies in zijn geheel wel. Van groot belang is dat de transitie wordt gemaakt naar een duurzaam mobiliteitsbeleid, waarbij veiligheid en leefbaarheid net zo belangrijk zijn als een goede bereikbaarheid. Zo vond zij dat het kabinet meer moet doen om te voldoen aan de Europese normen voor lokale luchtkwaliteit.
Sociaal-Economische Raad