1red15192
14-01-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, N.2, 18.55 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER DE MISSIE IN IRAK, HET VERTROUWEN IN HET KABINET, EEN MOGELIJK
AFSCHEID VAN FNV-VOORZITTER DE WAAL EN DE TERUGKEER VAN AYAAN HIRSI ALI IN
DE TWEEDE-KAMER
- MISSIE IRAK -
VAN DEN BRINK:
Tijdens het reces heeft uw partijgenoot Verhagen gesuggereerd dat de
Nederlandse troepen misschien wel langer in Irak moeten blijven. Kwam die
suggestie voor u als een verrassing?
BALKENENDE:
Nee, want Maxime Verhagen is natuurlijk iemand die goed let op
internationale ontwikkelingen, op zaken die in Irak spelen. Hij kent de
gevoeligheden aan Britse en Amerikaanse zijde. Wat dat betreft is het ook
niets nieuws dat hij een signaal gaf van: toch eens even goed nadenken over
de vraag wat de betrokkenheid van Nederland in Irak moet zijn.
VAN DEN BRINK:
Had hij het u van tevoren gemeld?
BALKENENDE:
We hebben natuurlijk altijd contact met elkaar. Niet alleen hij heeft
uitlatingen gedaan, maar ook bijvoorbeeld iemand als Ormel, een Tweede-
Kamer-lid van het CDA. Hij heeft zich ook in het debat gemengd. Dat geldt
trouwens ook voor de VVD. Die hebben op andere momenten al opmerkingen
gemaakt.
VAN DEN BRINK:
Toen hij dat meldde, wat heeft u toen gezegd tegen hem?
BALKENENDE:
Ik ga niet met u praten over wat ik met Maxima Verhagen doe. Het is
trouwens ook zo, en daar ben ik blij om, dat je een politieke verhouding
hebt tussen de regering en het parlement waarin er ruimte is voor debat.
Dan is het heel goed als Maxima Verhagen, als hij zich bepaalde zorgen
maakt over ontwikkelingen in Irak, dat gewoon naar buiten brengt.
VAN DEN BRINK:
Is het praktisch mogelijk om langer te blijven?
BALKENENDE:
Hier heeft u gewoon gelijk in. Je kunt niet zomaar zeggen: we blijven
langer. Dat vergt de nodige logistieke voorbereiding. Minister Kamp heeft
altijd gezegd: als je langer wilt blijven dan moet je echt een aantal
maanden van tevoren beginnen met het trainen van mensen.
VAN DEN BRINK:
Dat is dus nu eigenlijk?
BALKENENDE:
Dan praat ik over de normale gang van zaken bij eventuele verlenging van
missies. Het is ook weer zo dat het Nederlandse leger een kwalitatief
hoogwaardige instelling is. Mensen die echt goed zijn, die zijn goed
getraind. Dan kan natuurlijk nogal wat. Het wil er bij mij niet in dat het
niet zou kunnen, maar dan wordt het wel haastwerk.
VAN DEN BRINK:
Is de internationale druk groot op u om te besluiten om te blijven.
BALKENENDE:
Niet op mij.
VAN DEN BRINK:
Ook niet op de regering?
BALKENENDE:
Ook niet op de regering. Het is alleen wel zo dat er signalen zijn, met
name van Britse zijde, maar ook van Amerikaanse zijde, waarin wordt gezegd:
kan Nederland wat langer in Irak blijven. Dat begrijp ik.
VAN DEN BRINK:
Maakt het indruk?
BALKENENDE:
Nou, indruk. We hebben destijds in juni aangegeven dat we voor een periode
van acht maanden in Irak zouden blijven. Waarom hebben we dat gedaan? Omdat
we wisten dat Irak behoefte heeft aan ondersteuning. En we hebben die 8
maanden gekoppeld aan het organiseren van verkiezingen in Irak en het
vormen van een nieuwe regering. Op die gronden hebben we destijds het
besluit genomen en die redenering staat natuurlijk nog steeds overeind.
VAN DEN BRINK:
Blijft dat ook zo? Inmiddels is er een Kamermeerderheid die zegt dat we
misschien wat langer moeten blijven. Die internationale druk is groot en
het is de vraag of het echt rustiger wordt na de verkiezingen. De Britten
zeggen dat Nederland eigenlijk nog niet weg kan. Zijn de omstandigheden
niet zodanig gewijzigd dat u zegt dat u er nog eens goed over moet
nadenken?
BALKENENDE:
Ik geloof niet dat je nu kunt zeggen dat er radicaal andere omstandigheden
zijn ontstaan. Iedereen heeft wel eens rekening gehouden met de
mogelijkheid dat de verkiezingen zouden worden uitgesteld. Dat is
natuurlijk een hele andere situatie.
VAN DEN BRINK:
Als dat gebeurt blijft Nederland langer?
BALKENENDE:
Ook dat wil ik niet eens zeggen. Dat is natuurlijk puur speculatief. Op het
ogenblik gaan we er van uit dat de verkiezingen plaatsvinden zoals gepland.
Dus eigenlijk kom je aan dat vraagstuk niet toe. We hebben vandaag
natuurlijk in het kabinet gepraat over de bewegingen die je ziet bij
partijen in de Tweede Kamer. Natuurlijk hebben we gesproken over de
opvattingen van Britse en Amerikaanse zijde. Maar goed, dat leidt niet tot
andere opvattingen. We hebben destijds op goede gronden gezegd: 8 maanden.
VAN DEN BRINK:
Is iedereen het met elkaar eens in het kabinet?
BALKENENDE:
We hebben vandaag een uitstekende gedachtewisseling gehad en ik heb van
verdeeldheid niets gemerkt. Ik heb vandaag bij de persconferentie en ook in
uw richting aangegeven: we hebben destijds gekozen voor 8 maanden.
Natuurlijk is het zo dat een kabinet niet voorbij kan gaan aan discussie
die in het parlement plaatsvinden.
VAN DEN BRINK:
Wat betekent dat?
BALKENENDE:
Dat je natuurlijk wel even goed nagaat wat er door partijen in de Tweede
Kamer wordt gezegd.
VAN DEN BRINK:
Wat is de uitkomst van dat nagaan?
BALKENENDE:
Op dit moment hebben we geen andere conclusie getrokken dan we destijds
hadden getrokken, maar wanneer er stemmen zijn in het parlement dan is het
goed om daar rekening mee te houden. Vooral ook, en daar hebben de heer
Verhagen en ook anderen recht op, dat we nog eens nog eens goed onder ogen
zien wat de argumenten zijn die zij aanvoeren voor een eventueel langer
verblijf.
VAN DEN BRINK:
En de uitkomst is?
BALKENENDE:
De uitkomst is dat we nu hebben gezegd: geen ander standpunt. De conclusies
die we destijds hebben getrokken blijven ook zo. Het debat gaan wel door.
Maar we gaan er wel van uit: 8 maanden is 8 maanden.
VAN DEN BRINK:
U gaat er van uit dat Nederland 15 maart weg gaat?
BALKENENDE:
Ja, dat is natuurlijk steeds de positie geweest van de Nederlandse
regering. Dat is ook vandaag niet veranderd. Zoals gezegd, volgende week
gaat de Tweede Kamer weer vergaderen. U heeft het over een
Kamermeerderheid. Daar heb ik soms ook rekening mee te houden. Wanneer u nu
aan mij vraagt naar de positie van de Nederlandse regering, dan zeg ik: we
hebben vandaag geen andere conclusie getrokken, nog eens goed gekeken naar
wat we in juni hebben besloten, wat zijn argumenten die een rol spelen. We
zijn vandaag niet tot andere bevindingen gekomen.
VAN DEN BRINK:
Als ik goed luister sluit u een langer verblijf ook niet pertinent uit.
BALKENENDE:
Dat heeft ook niemand ooit gedaan. We hadden het net even over de mogelijke
situatie van uitstel van de verkiezingen. Dat is een realiteit van
iedereen. Dat doet zich op het ogenblik zoals het zich laat aanzien niet
voor. Je kunt dingen nooit uitsluiten, maar de 8-maanden periode die lijkt
wel duidelijk.
VAN DEN BRINK:
Wanneer zou Nederland kunnen beslissen om langer te blijven? Kan dat tot 15
maart of is er een deadline voor?
BALKENENDE:
Je kunt niet zeggen: we gaan op het allerlaatste moment een ander besluit
nemen.
VAN DEN BRINK:
Wanneer is die deadline?
BALKENENDE:
Dat zou u aan minister Kamp moeten vragen. Dan praat je over de logistieke
aspecten. Minister Kamp, maar dan vallen we in herhaling, heeft al eens
eerder aangegeven dat als je het via de reguliere weg wilt doen dan moeten
we een aantal maanden .
VAN DEN BRINK:
Dat kan ook sneller want we hebben een heel goed leger. Twee weken van
tevoren?
BALKENENDE:
Daar ga ik geen uitspraken over doen. Dat is een zaak die de vakminister
aangaat.
- VERTROUWEN KABINET -
VAN DEN BRINK:
Uit peilingen in het reces blijkt dat het vertrouwen in het kabinet nog
steeds niet zo groot is. Is dat zorgelijk?
BALKENENDE:
Nee.
VAN DEN BRINK:
U vindt het niet erg dat Nederland u niet vertrouwt?
BALKENENDE:
Het gaat weer over de peilingen. Dat begint een beetje een saaie toestand
te worden. We hebben de ene peiling na de ander. Ik vind dat het kabinet er
is om die dingen te doen die nodig zijn, in het belang van het land,
versterking van de economie. Dan moet je soms wel eens tegen de stroom in
durven gaan. Je moet lef en moed hebben. Het verzet is er natuurlijk wel.
Aan de andere kant zeg ik: vorig jaar hebben we een moeilijk klimaat gehad
met demonstraties en stakingen. Er ligt wel een sociaal akkoord.
VAN DEN BRINK:
Aanleiding om over het vertrouwen van de bevolking te beginnen is de
nieuwjaarsspeech van de hoogste ambtenaar van het ministerie van
Economische Zaken. Die heeft hij geweid aan wat je zou moeten doen om dat
terug te winnen. Die zegt: ingrijpen is goed, verbouwen van de sociale
zekerheid is goed, maar de mensen moeten er wel wat van merken. Als je de
WAO verbouwt moet eigenlijk de WAO-premie omlaag. Als je aan de pensioenen
komt, moet eigenlijk de pensioenpremie omlaag. Een logische redenering.
BALKENENDE:
Dat hing natuurlijk samen met de opvatting van de heer Oosterwijk dat je nu
zou moeten komen tot lastenverlichting. Hij zegt er wel iets bij. Hij legt
wel een koppeling tussen iets als het financieringstekort. Dat is al
behoorlijk hoog in Nederland. Hij zegt: met een hoger tekort zou je ook wat
kunnen doen aan lastenverlichting. Daar ben ik het niet direct mee eens,
moet ik zeggen.
VAN DEN BRINK:
U bent het er niet mee eens?
BALKENENDE:
Nee, want wanneer we de economie weer echt op gang willen krijgen, dan is
er één heel belangrijke factor die beter moet. Dat is vertrouwen.
Vertrouwen van consumenten dat men weer geld gaat besteden, dat je weer een
auto koopt, dat producenten er zin in gaan krijgen, dat er weer wordt
geïnvesteerd. De combinatie van consumenten die weer aanschaffingen gaan
doen en producenten die gaan investeren, dat gaat de economie stimuleren.
Stelt u zich eens voor als je alleen maar lastenverlichting geeft en de
burger zegt: ik vertrouw het allemaal niet. Wat gaat er dan gebeuren? Dan
wordt er niet besteed, dan wordt er gespaard.
VAN DEN BRINK:
Als hij weer meer geld krijgt kan hij ook meer besteden. Als de premiers
omlaag gaan is er meer geld om te besteden.
BALKENENDE:
We zien op het ogenblik in de Nederlandse economie dat bijvoorbeeld het
aantal vacatures weer gaat toenemen. Dat is een goed teken. We zien op
meerdere fronten dat de economie weer tekenen begint te tonen van herstel.
VAN DEN BRINK:
U zegt het plan van de heer Oosterwijk niet nodig te hebben om tot herstel
van vertrouwen en dus in herstel van vertrouwen in het kabinet te komen.
BALKENENDE:
Natuurlijk zullen we bekijken wat de heer Oosterwijk heeft geschreven. U
weet dat de hoogste ambtenaar van Economische Zaken ook altijd een grote
ruimte heeft om zo'n nieuwjaarsartikel te schrijven. De lijn die we als
kabinet in hebben gezet om de economie sterker te maken, die lijn moet
uiteraard doorgaan.
- MOGELIJK AFSCHEID DE WAAL-
VAN DEN BRINK:
Na Terpstra stapt misschien ook De Waal van het FNV op. Dat is een wens van
meneer Verhagen. Die pleitte voor nieuw leiderschap. Bent u er ook blij mee
dat er nieuwe mensen komen?
BALKENENDE:
Ik ben niet blij omdat ze weggaan. Ik ben blij voor de heer Terpstra die al
zelf had aangegeven dat hij zou gaan stoppen.
VAN DEN BRINK:
Is het goed voor het land?
BALKENENDE:
Dat is weer afhankelijk van wie er straks komt. De heer Terpstra heeft veel
gedaan voor het CNV. Hij krijgt een belangrijke functie, wordt voorzitter
van de HBO-Raad. Over de heer De Waal ga ik uiteraard niets zeggen op dit
moment want die denkt er over na. Het is afhankelijk van de opstelling van
de vakbeweging, van de personen die er zitten. Dat kun je nooit in algemene
zin zeggen.
- HIRSI ALI -
VAN DEN BRINK:
Tot slot. Volgende week komt Ayaan waarschijnlijk terug. Zegt dat wat over
de toestand van het land of zegt dat wat over de toestand van haar?
BALKENENDE:
Misschien allebei. Ik heb natuurlijk ook gebeld naar Ayaan Hirsi Ali. Ik
heb me grote zorgen gemaakt over de bedreigingen, de angst, de onzekerheid.
Ik ben erg blij dat ze zelf nu het gevoel heeft: ik kan weer gaan
functioneren.
VAN DEN BRINK:
Betekent het ook dat Nederland weer een beetje terug is?
BALKENENDE:
Ik vind dat, ook wat je hoort uit de hoek van de politie bijvoorbeeld, dat
er minder incidenten zijn. We hebben trouwens iets heel moois meegemaakt
vorige week met de actie rondom Azië. Zo kan het dus ook in een
samenleving. Meer saamhorigheid, meer verbondenheid, meer samen optrekken
om de zaken met elkaar te kunnen beleven, dingen samen te kunnen doen. Dat
zijn de goede kanten van de Nederlandse samenleving. Dat vind ik wel weer
sprankjes van hoop die we ook nodig hebben.
VAN DEN BRINK:
De terugkeer van Ayaan is een teken dat het weer beter gaat met Nederland.
Dat durft u wel te zeggen?
BALKENENDE:
Het feit dat ze weer terug is in de Tweede Kamer is een goed teken voor
haarzelf, maar ook voor het politieke debat. Natuurlijk kun je van mening
verschillen met Ayaan Hirsi Ali. Geen misverstand daarover. Ook dat merk
je, ook in de contacten met de mensen uit de islamitische gemeenschap. Maar
het mag nooit zo zijn dat mensen vanwege hun opvattingen te maken krijgen
met haat, met bedreiging, zelfs met bedreiging van je leven. Dat mag nooit.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)
Ministerie van Algemene Zaken