Het sterfproces van de tragedie
Oratie Duitse letterkunde
vrijdag 21 januari 14.30 uur
Prof. dr. N.O. Eke, hoogleraar Duitse letterkunde: Angst en vrees in het theater van de herinnering of men zou komedies moeten schrijven / leven in deze mistroostige mensenkluwen . Heiner Müllers tragedie.
In het besef van de teloorgang van utopieën neemt ook de toneelschrijver Heiner Müller in zijn na 1989 ontstane teksten deel aan het sterfproces van de tragedie , dat al sinds de achttiende eeuw gaande is. Müller acht het verdwijnen van een gemeenschappelijk referentiekader van auteur en toehoorder/publiek verantwoordelijk voor de ondergang van het genre: eigen tijd is in de tragedie niet meer aan de orde. Daarmee echter valt voor Müller het doek wat zijn eigen theater betreft. Vanaf de jaren vijftig verbond zijn theater steeds weer opnieuw en heel direct de ideeën van Brecht over het verkrijgen van inzicht door vrees en schrik met de aristotelische catharsis. Op deze manier verrijkte zijn theater de opvatting over de tragedie van de oudheid met theorema s van de marxistische filosofie van de geschiedenis. Dit ging lijnrecht in tegen de afwijzing van tragische toneelhelden van de kant van de officiële cultuurpolitiek van de DDR, niet in de laatste plaats ook tegen Brechts voorbehoud ten aanzien van de aristotelische catharsis. Norbert Eke licht in zijn oratie de samenhangende aspecten in detail toe. Hij beschrijft de configuraties van het tragische in het werk van Müller en brengt ze in verband met de maatschappelijke oorzaken ervan.
Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam