Gelukkig geen uitlevering van Kesbir aan Turkije
20 januari 2005
Tot opluchting van Joost Lagendijk, europarlementariër voor GroenLinks, mag
Nuriye Kesbir niet aan Turkije uitgeleverd worden. Dat bepaalde de rechter
donderdag in hoger beroep. De Turken houden Kesbir verantwoordelijk voor
terroristische acties met de Koerdische PKK.
Het Gerechtshof in Den Haag oordeelde donderdag 20 januari dat Kesbir
als vrouw en prominent PKK-lid een te hoog risico loopt om tijdens
haar rechtszaak in Turkije te worden gemarteld. "Zonder een 100%
garantie dat martelingen zijn uitgesloten, is uitlevering
onverantwoord", aldus Lagendijk. Hij is blij dat het gerechtshof in
Den Haag een zelfde mening is aangedaan.
Mensenrechten
Tegelijkertijd erkent het gerechtshof wel dat de Turkse regering op
het gebied van de mensenrechten onlangs veel heeft verbeterd. In de
praktijk komen martelingen in gevangenissen en politiebureaus echter
nog steeds voor, zo blijkt ook uit kritische rapporten van
niet-gouvernementele organisaties als Human Rights Watch en Amnesty
International.
Start onderhandelingen versus uitlevering
"Om de onderhandelingen voor lidmaatschap met de EU te beginnen is een
80% garantie van respect voor de mensenrechten nodig", verklaart
Lagendijk, die voor het starten van toetredingsonderhandelingen
stemde. "Maar voor daadwerkelijk lidmaatschap is 100% vereist. Bij
uitlevering van een individueel geval is een garantie van 80% te laag.
Daar zou één persoon, in dit geval van mevrouw Kesbir, 100% de dupe
van kunnen worden."
Ter info: de voorgeschiedenis
Op 25 september 2001 kwam Kesbir in Nederland aan, waar ze asiel
aanvroeg. Dat werd in eerste instantie niet gehonoreerd omdat Turkije
om haar uitlevering gevraagd had. Na 15 maanden cel in Nederland
verwierp de rechter het uitleveringsverzoek wegens gebrek aan bewijs.
Het Ministerie van justitie ging echter in beroep tegen deze uitspraak
en kreeg gelijk, waarna de Hoge Raad op 5 maart 2004 oordeelde dat ze
alleen mocht worden uitgeleverd indien er garanties waren dat Turkije
alle internationale verdragen in acht zou nemen. Donner vroeg die
bevestiging van de Turkse autoriteiten en kreeg die. Tegen deze
beslissing spande Kesbir een kort geding aan. Op donderdag 20 januari
oordeelde het gerechtshof dat Kesbir een te hoog risico op marteling
loopt en verbood uitlevering. De Koerdische zit momenteel vast in een
gevangenis in Breda.
«
GroenLinks