Rechtbank Leeuwarden



Wormenkweker moet perceel betalen maar kan geen kwekerij beginnen

De gedaagde in deze procedure weigert een door hem gekochte perceel grond (met schuur) te betalen. Hij vindt dat hij niet verplicht is om te betalen omdat hij ten tijde van de koopovereenkomst heeft gedwaald over de bestemming die op de grond ligt. Gedaagde ging er namelijk vanuit dat hij in de schuur een wormenkwekerij kon beginnen. Dit blijkt echter niet mogelijk, omdat de gemeente bezig is met een wijziging van het bestemmingsplan. Volgens gedaagde heeft eiser hem ten tijde van het sluiten van het contract gezegd dat er op het perceel een bijzondere agrarische bestemming zat en dat de vestiging van een wormenkwekerij wel mogelijk was.

De rechtbank oordeelt in haar vonnis van 19 januari 2005 dat, zelfs al zou eiser dit zo gezegd hebben, gedaagde op die mededeling niet heeft mogen vertrouwen. De zinsnede "en dat de vestiging van een wormenkwekerij mogelijk was" is volgens de rechtbank een interpretatie van het bestemmingsplan. Wanneer gedaagde zeker had willen weten of de wormenkwekerij toegestaan was, had hij bij de gemeente moeten informeren. De dwaling moet daarom voor rekening van gedaagde worden gelaten.

Gedaagde is door de rechtbank veroordeeld om het perceel met schuur alsnog af te nemen voor de afgesproken prijs van EUR 90.000. Daar bovenop moet hij een contractuele boete betalen van EUR 10.000.

LJ Nummer

AS3398