KPMG
Bedrijf wil werknemer vervroegd met pensioen laten gaan
20 januari 2005
Nederlandse bedrijven willen hun werknemers zoveel mogelijk voor het
65e jaar met pensioen sturen.
Hoewel de overheid sinds 1 januari geen fiscale faciliteit meer biedt
voor vervroegd pensioen, zijn de bedrijven bereid voor de
noodzakelijke compensatie te zorgen zodat de werknemer vervroegd kan
uittreden. De wijze waarop de ondernemingen hun werknemers zullen
compenseren, staat bij de meeste bedrijven echter nog niet vast. Uit
onderzoek van KPMG naar de vraag hoe bedrijven omgaan met de nieuwe
pensioenwetgeving blijkt dat de meerderheid van de bedrijven vindt dat
de werknemer voor zijn 65e met pensioen moet kunnen. Ruim de helft van
de bedrijven is bereid geheel of gedeeltelijk mee te betalen aan de
prepensioen wensen van het personeel. Bedrijven die de beschikbare
premieregeling hanteren zien hun werknemers overigens veelal niet
eerder dan de 65-jarige leeftijd met pensioen gaan.
Volgens Jeroen Meeboer, partner bij KPMG Meijburg & Co
Belastingadviseurs, hebben de bedrijven diverse mogelijkheden om
alsnog het vervroegd pensioen te financieren. Meeboer: Eén van de
opties is het fiscaal optimaliseren van pensioenrechten. Door eerder
te stoppen met werken wordt de pensioenpot minder lang gevuld en moet
er gedurende een langere periode een beroep op worden gedaan. Door
ervoor te zorgen dat het doelvermogen op 65 jaar groter is, kunnen
werknemers alsnog eerder met pensioen met dezelfde rechten als in de
oude situatie. Daarnaast biedt de levensloopregeling die op 1 januari
2006 van kracht wordt de mogelijkheid verlof te sparen zodat
werknemers feitelijk eerder met pensioen kunnen.
De middelloonregeling blijkt inmiddels bij 40% van de bedrijven haar
intrede te hebben gedaan. Daarnaast hanteert zon 20% nog de
eindloonregeling. Meeboer: Dat is opvallend omdat de discussie
hierover immers pas vijf jaar oud is en de overheid geen termijn
heeft vastgesteld waarop de middelloonregeling moet zijn ingevoerd.
Ook de bedrijven realiseren zich kennelijk dat een overgang naar het
middelloonstelsel een mogelijkheid is om de pensioenen betaalbaar te
houden. De nadelen van een eindloonregeling zijn dat de kosten veel
moeilijker te beheersen zijn en dat de werkgever moet bijspringen bij
sterke salarisstijgingen. Bij een middelloonregeling zijn de
pensioenverplichtingen in het algemeen beter te voorspellen.
Bij ruim de helft van de bedrijven blijkt de pensioenregeling
ingegeven te zijn door de verplichte bedrijfstakpensioenfonds.
Meeboer: Het is duidelijk dat wanneer bedrijven een keuze zouden
hebben, zij zouden kiezen voor een combinatie van beschikbare
premieregeling en middelloonregeling omdat de kosten daarvan
makkelijker in de hand te houden zijn. Bij de beschikbare
premieregeling betaalt de werkgever een vast premiepercentage en is de
hoogte van het pensioen afhankelijk van de rendementen die met de
belegde premies zijn behaald.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
KPMG International is a Swiss cooperative of which all KPMG firms are
members. KPMG International provides no professional services to
clients. Each member firm is a separate and independent legal entity
and each describes itself as such (e.g., 'KPMG Holding NV, the Dutch
member firm of KPMG International.').
© 2005 KPMG Holding NV, the Dutch member firm of KPMG International, a
Swiss cooperative. All Rights Reserved.
KPMG Online Privacy Statement and Disclaimer