Nederland werkt mee aan opbouw appèlrechtspraak in Turkije
De Nederlandse rechtspraak gaat meewerken aan het instellen van
gerechtshoven in Turkije. Het project is een gezamenlijk initiatief
van de Europese Commissie en Turkije en moet bijdragen aan de
voorbereiding van Turkije op een mogelijk lidmaatschap van de EU.
Behalve Nederland boden ook Duitsland en Frankrijk hun diensten aan.
De Nederlandse presentatie kwam volgens de Turken als beste uit de
bus. Het project Support to the Establishment of Courts of Appeal in
Turkey start vermoedelijk eind dit jaar.
Turkije wil de organisatie van de rechtspraak meer in overeenstemming
brengen met dat van Europese landen. Op dit moment kent Turkije alleen
gerechten van eerste aanleg. De Hoge Raad behandelt zaken in hoger
beroep en in cassatie. Er wordt nu een nieuwe laag van gerechtshoven
aangebracht. Invoering van appèlrechtspraak zal naar verwachting ook
een einde maken aan overbelasting van de Hoge Raad. Wetgeving hierover
is inmiddels door het parlement aangenomen.
De Nederlandse Raad voor de rechtspraak zal leiding geven aan het
project. De Raad werkt daarbij samen met zijn Zweedse tegenhanger, het
Domstolsverket. Voor het projectmanagement zal worden samengewerkt met
het Center for International Legal Cooperation in Leiden. Het accent
in het project zal liggen op de opleiding van personeel voor de nieuwe
hoven. Het project heeft een looptijd van 21 maanden en wordt
gefinancierd met subsidie van de Europese Commissie.
De voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, mr. A.H. van Delden,
zal optreden als projectleider. Het bureau van de Raad zorgt voor
ondersteuning. Mr. P. Ingelse, vice-president van het gerechtshof
Amsterdam, zal als adviseur van het project voor 21 maanden in Ankara
worden gedetacheerd. De partners aan Turkse zijde zijn het ministerie
van Justitie en de Justice Academy, het opleidingsinstituut voor
rechters, officieren en ondersteunend personeel.
Het project is een zogenaamd Twinning-project: een instrument van de
Europese Commissie om kandidaat-lidstaten te ondersteunen bij
administratieve en institutionele versterking die weer nodig is voor
het implementeren van Europese regelgeving in de toekomst. Door
koppeling (twinning) van overheidsinstellingen van een EU-lidstaat met
die van een kandidaat-lidstaat kan kennis en ervaring worden
uitgewisseld.
Gerechtelijke organisatie