Staaij, Huizinga-Heringa en Herben over het geweld in Papoea
Beantwoording KV Van der Staaij, Huizinga-Heringa en Herben over het
geweld in Papoea
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuid-Oost Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
20 januari 2005
Behandeld
Max Valstar
Kenmerk
DAO/0003-05
Telefoon
070 - 348 7061
Blad
1/4
Fax
070 - 348 5323
Bijlage(n)
max.valstar@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij, Huizinga-Heringa en
Herben over het geweld in Papoea
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van der Staaij, Huizinga-Heringa en Herben over
het geweld in Papoea. Deze vragen werden ingezonden op 21 december
2004 met kenmerk 2040505350.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen
van de leden Van der Staaij (SGP), Huizinga-Heringa (Christen Unie) en
Herben (LPF) over het geweld in Papoea.
Vraag 1
Kent u het bericht `Indonesische leger pleegt in Papua systematisch
moorden'? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat sinds 17 augustus 2004 het Indonesische leger in de
regio Puncak Jaya systematisch Papoea's ombrengt en dat vele duizenden
Papoea's voor het geweld op de vlucht geslagen zijn?
Antwoord
Vanwege de afgelegen ligging van het district is het bijzonder
moeilijk om betrouwbare informatie te krijgen over de situatie in
Puncak Jaya. Bovendien zijn er voor zover bekend geen internationale
organisaties of andere onafhankelijke waarnemers aanwezig.
Diverse bronnen bevestigen echter dat sinds augustus 2004 enkele
schietincidenten hebben plaatsgevonden, waardoor een deel van de
bevolking de bergen in is gevlucht. Hoewel ook de berichten over het
aantal vluchtelingen uiteenlopen, zou het om ongeveer 5000 mensen
gaan. Bij gebrek aan behuizing en vitaminerijk voedsel zou de
humanitaire situatie van deze groep inmiddels sterk verslechterd zijn.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de redenen van het Indonesische leger voor dit
militaire optreden?
Antwoord
Volgens de legercommandant van Papoea heeft het leger opgetreden tegen
een separatistische groep die mogelijkerwijs de veiligheid in het
gebied wilde verstoren. Dit zou de aanleiding voor de vuurgevechten
zijn geweest.
Vraag 4
Is het waar dat president Yudhoyono inmiddels steun heeft toegezegd
aan een verzoek van het provinciale Papoeaparlement om een onderzoek
in te stellen naar de gebeurtenissen in Puncak Jaya? Wat zegt dit over
de verhouding tussen de autoriteiten in Jakarta en het leger?
Antwoord
Naast een onderzoek door de politie is eveneens besloten een
onderzoeksteam van het provinciale parlement op te zetten naar de
gebeurtenissen in het gebied.
President Yudhoyono geeft de aanpak van vermeende separatistische
organisaties een hoge prioriteit in zijn beleid. Hij heeft echter
aangegeven dat militaire operaties niet het enige antwoord op interne
conflicten zijn. Hij ziet speciale autonomie als dé oplossing voor
conflictgebieden regio's zoals Atjeh en Papoea.
Vraag 5
Bent u bereidt u hierover zo spoedig mogelijk te verstaan met de
Indonesische autoriteiten en hen krachtig op te roepen het geweld in
Papoea te beëindigen?
Antwoord
Ik heb deze kwestie op 24 december 2004 opgebracht in een gesprek met
minister van Buitenlandse Zaken Wirajuda. Minister Wirajuda bevestigde
dat de berichten over de aantallen van de vluchtelingen geen helder
beeld vormen. Eventuele aanvallen op burgers werden door hem aan de
separatistische groepering OPM toegeschreven.
De Nederlandse regering zal zowel bilateraal als in breder EU-verband
aandacht blijven vragen voor de vluchtelingen in Puncak Jaya. Zo
zullen de EU-ambassadeurs in Jakarta de situatie in Puncak Jaya aan de
orde stellen in hun kennismakingsgesprek met coördinerend minister van
Politieke en Veiligheidszaken, de heer Widodo.
1) Nederlands Dagblad, 16 december jl.
Ministerie van Buitenlandse Zaken