Houding en gedrag ondernemer cruciaal voor succesvolle innovatie
Het zijn niet de technische `tools' die het `m doen
Het stimuleren van nieuwe markten en producten moet nadrukkelijker de
voorkeur krijgen boven de ontwikkeling van geavanceerde technieken bij
elektronisch zakendoen in het Midden- en Kleinbedrijf. Dat stelt ir.
Marijke van der Veen van de Universiteit Twente in haar proefschrift.
Van der Veen promoveert donderdag 20 januari op dit onderwerp aan de
faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie.
Van der Veen heeft voor haar proefschrift `De adoptie van elektronisch
zakendoen in het Midden- en Kleinbedrijf' het gedrag van bedrijven
geanalyseerd. Zij is verbonden aan het Nederlands Instituut voor
Kennisintensief Ondernemerschap (NIKOS) van de UT, en aan Syntens, het
innovatienetwerk voor ondernemers.
Uit haar wetenschappelijke onderzoek blijkt dat nog geen 40% van het
MKB er in slaagt strategische waarde te creëren uit Internet en
emailtoepassingen. De grootte van het bedrijf speelt hierbij geen rol.
Houding en gedrag van de onderneming blijken uiteindelijk bepalend te
zijn de realisering van innovaties, die leiden tot hogere omzetten.
De Nederlandse MKB-bedrijven hebben vooral oog voor kostenbesparingen
en efficiënter werken. Op dat vlak kunnen bedrijven zich nauwelijks
onderscheiden omdat nagenoeg elke onderneming dat al doet, concludeert
Van der Veen. Aan de andere kant constateert zij dat de overheid
vooral aandacht heeft voor de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde
technieken via het programma Concurreren met ICT-competenties.
Extern gericht
Het onderzoeksmodel van Van der Veen leert dat met name bedrijven die
investeren in het delen en vergaren van kennis, zich significant
innovatiever onderscheiden. Cruciaal hierbij is het inwilligen van
extern advies, variërend van ict-leveranciers tot collega-ondernemers,
en de bereidheid tijd en geld beschikbaar te stellen.
De representatieve steekproef van 614 ondernemers leert dat 15% van de
bedrijven in de categorie tot 100 werknemers geen enkel extern advies
inwilligt. Het gros (55%) raadpleegt tussen de een en drie
netwerkpartijen. Naarmate een organisatie zich openstelt voor extern
advies neemt het innovatief adoptievermogen toe.
Het onderzoek is uitgevoerd bij NIKOS (het Nederlands Instituut voor
Kennisintensief Ondernemerschap) aan de Universiteit Twente en mede
gefinancierd door Syntens in het kader van het project `Nederland gaat
Digitaal'. De activiteiten van Syntens worden mogelijk gemaakt door
het ministerie van Economische Zaken.
Noot voor de pers
Ir. Marijke van der Veen (1967, Noordoostpolder) promoveert op 20
januari om 13.15 uur. Haar promotor is prof.dr.ir. Wim During en
assistent-promotor is dr. Aard Groen.
Het volledige proefschrift is in PDF formaat beschikbaar via de
website van NIKOS
http://www.utwente.nl/nikos/research/publications/dissertations/
Meer informatie over de activiteiten van NIKOS op www.utwente.nl/nikos
Contactpersoon voor de pers: ir. Wiebe van der Veen, tel (053)
4894244, email w.r.vanderveen@utwente.nl
Laatst gewijzigd op 19-01-2005 © Universiteit Twente Printversie
(opent in een nieuw venster)
Universiteit Twente