Intensieve veehouderij maakt nieuwe afspraken
19 januari 2005 -
Ruim tachtig vertegenwoordigers van de intensieve veehouderij hebben zich op uitnodiging van minister Veerman in kasteel Groeneveld gebogen over de vraag hoe de grote middenmoot van de intensieve veehouderij duurzamer kan produceren en leveren. De aanwezigen (vertegenwoordigers van varkens- en kippenhouders, slachterijen, voerleveranciers, bankwezen, brancheorganisaties, universiteit, detailhandel, natuur-, milieu-, consumenten- en dierenbeschermingsorganisaties, rijks-, provincie- en gemeentebestuurders) zagen mogelijkheden om stappen vooruit te zetten.
In een gezamenlijke slotverklaring constateren zij dat gezamenlijk handelen van bedrijven en sectoren nodig is voor een succesvolle Europese strategie. Maximale openheid over veiligheid, kwaliteit en organisatie is een maatschappelijke en economische bestaansvoorwaarde voor de intensieve veehouderijsector/kolom maar kan ook een van de sterke punten van de Nederlandse sector zijn.
Op de bijeenkomst is onder meer afgesproken dat:
* De grote marktpartijen willen snel aansluiten bij een Europese maatlat van kwaliteitseisen voor voedselproducten. Dat geeft de producenten in Noordwest Europa een voorsprong. De Europese kwaliteitseisen moeten dan zo snel mogelijk omhoog. De overheid zal zich ook sterk maken voor gelijke concurrentievoorwaarden tussen Europese landen (een level playing field) op een hoog niveau, zodat een sterke interne afzetmarkt ontstaat.
* De overheid zet zich in Europa er voor in dat alleen echt vers vlees als vers verkocht mag worden. Ook dat biedt marktvooruitzichten.
* Het informatiesysteem via de website 'Alles over eten' wordt met kracht doorgezet en uitgebreid met behulp van een aantal proefprojecten voor informatie over de duurzaamheid van producten en productiemethoden.
* Binnen de hele vleesketen zal de kleine groep van 'verziekers' strak worden aangepakt. Het bedrijfsleven komt binnen twee maanden met een initiatief voor een plan van aanpak op private basis. 'Name and shame' wordt daarbij het principe.
* Internationaal diertransport wordt als grootste risico gezien bij de verspreiding van dierziekten. Er wordt gewerkt aan verbetering van (elektronische) identificatie en registratie en toepassing van GPS.
* Op korte termijn zal de samenwerking bij en de melding van dierziekteverschijnselen verbeterd worden. Daarbij wordt rekening gehouden met het verschil in risico dat bedrijven nemen.
* Op korte termijn komen er plannen om bij een eventuele dierziektecrisis vlees van dieren die dan worden gevaccineerd normaal te verkopen.
* De partijen gaan samen de promotie financieren van Nederlandse tafeleieren bij inkopers op vooral de Duitse markt. Er komen initiatieven om ervaring op te doen met grootschalige verwerking van niet-kooieieren in producten met veel eieren.
* De partijen willen dat in in nieuwe vestigingslocaties en landbouwontwikkelingsgebieden daadwerkelijk ruimte voor landbouwers ontstaat, door onder meer de aanstelling van gebiedsmakelaars, coördinatie van vergunningen. De overheid is bereid waar nodig het opzij zetten van nationale belemmerende regelgeving te overwegen.
De bijeenkomst was een vervolg op het nationale slotdebat over intensieve veehouderij in november 2003 in Beesd. Toen was de conclusie dat er perspectief is voor de intensieve veehouderij in Nederland en dat dat perspectief ligt in het betrouwbaar, tijdig en 'business to business' leveren van herkenbare, hoogwaardige en verse producten voor de markt van 150 miljoen kritische en draagkrachtige consumenten in de driehoek Londen-Parijs- Berlijn. De bijeenkomst in kasteel Groeneveld had als doel om te bezien wat inmiddels is gebeurd, welke initiatieven zijn ontplooid of zijn te ontplooien en welke rol de overheid daar eventueel nog bij kan spelen. De deelnemers waren geselecteerd op hun bereidheid en vermogen daar aan bij te dragen. De voorbereiding lag in handen van een stuurgroep waarin bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en het ministerie deelnamen.
De
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit