Ministerie van Financiën

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

DatumUw brief (Kenmerk)Ons kenmerk
18-01-2005Fin 2005-0045
Onderwerp
Beantwoording vragen van de leden Crone, Van Heemst en Verdaas (PvdA)

Bijgaand treft u de antwoorden aan de op de vragen over de salariëring van de directie van het Havenbedrijf Rotterdam. Ik beantwoord deze vragen mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat. De minister van Financiën
G. Zalm
Vraag 1: Kent u het artikel 'Nieuwe topman havenbedrijf'? Ik heb kennis genomen van dit artikel
Vraag 2-5: Hoe beoordeelt u de beoogde salariëring van de nieuwe topman van het havenbedrijf, dat volgens de publicatie 66 procent méér bedraagt dan het loon van de voormalige topman? Is conform eerdere afspraken (zoals u heeft vermeld in uw antwoorden) 2) de Staat geraadpleegd door de gemeente Rotterdam bij het afgeven van het advies over de door de Raad van Commissarissen voorgestelde beloning? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet? Wat zijn de uitkomsten van het onderzoek van een extern adviesbureau naar de beloningsstructuur van de managementtop en hoe verhouden die uitkomsten zich tot de beloning voor de nieuwe topman? Is voldaan aan de afspraak (zoals u heeft vermeld in de eerder genoemde antwoorden op Kamervragen) 3) dat de Nederlandse Corporate Governance Code voor staatsdeelnemingen van toepassing is op het beloningsbeleid? Is daarbij sprake van de beoogde transparantie en de redelijkheid van het bezoldigingspakket? Zo neen, waarom niet? In mijn beantwoording van de vragen die eerder gesteld zijn door de leden Crone, Van Heemst en Verdaas (PvdA)(beantwoording dd 27-09-2004) heb ik toegelicht dat de Raad van Commissarissen een voorstel doet inzake het bezoldigingsbeleid, waarop de AVA dit beleid dient vast te stellen. Op dit moment is de Staat geen aandeelhouder. Eveneens is in de beantwoording toegelicht dat in het kader van het Bestuursakkoord Project Mainportontwikkeling Rotterdam een afspraak is gemaakt ten behoeve van de voorziene participatie. De afspraak is dat voorafgaand aan de deelname door de Staat, beslissingen door de Gemeente in haar hoedanigheid als aandeelhouder in overleg met de Staat zullen worden genomen voor zover het gaat om beslissingen waar vanaf het moment van deelname door de Staat goedkeuring van de beide aandeelhouders vereist zal zijn. Ik ben begin december door de Gemeente Rotterdam geraadpleegd over het voorgenomen beloningsbeleid. Dit beloningsbeleid is aan de hand van een onafhankelijk onderzoek vastgesteld. Hierbij is onder meer onderzoek gedaan naar het beloningsbeleid bij diverse met het Havenbebedrijf vergelijkbare bedrijven (peergroups) alsook een door de externe adviseur ontwikkeld waarderingsmodel voor functieniveaus. Het nu vastgestelde beloningspakket bevindt zich qua omvang en samenstelling gelet op het functieniveau op de mediaan en gelet op de door de externe adviseur voorgestelde peergroups onder de mediaan. Het is daarmee in mijn ogen redelijk te noemen. Er is met het vastgestelde beloningsbeleid voldaan aan de uitgangpunten van de code. Het beloningspakket is transparant en de bezoldiging is vergelijkbaar met andere topbestuurders van vergelijkbare ondernemingen. De Gemeente Rotterdam heeft aan mij aangegeven te willen instemmen met het door de Raad van Commissarissen voorgestelde beloningsbeleid. Ik heb de Gemeente Rotterdam aangegeven hiermee te kunnen instemmen.