Gemeente Langedijk
Waarde Langedijker woningen gemiddeld 50% gestegen
19 januari 2005
In het afgelopen jaar heeft de gemeente alle woningen en
bedrijfspanden van een waarde voorzien. Deze waardering vloeit voort
uit de Wet waardering onroerende zaken. Gemiddeld is de waarde van de
woningen met 50 % gestegen ten opzichte van de WOZ-waarde van 1999. In
de periode tussen 1999 en 2003 zijn de woningen en bedrijfspanden dus
veel duurder geworden. Een stijging van 50 % van de WOZ-waarde van een
woning betekent echter niet dat u als burger 50 % meer Onroerende
zaakbelasting gaat betalen.
Zoals iedereen heeft gemerkt, zijn de prijzen van woningen sinds 1999
behoorlijk in beweging geweest. Vooral in 1999 en 2000 was er sprake
van flinke jaarlijkse stijgingen. Vanaf 2001 is er sprake van een
afnemende stijging van de transactieprijzen. Sinds begin 2003 is er
sprake van een stabiliserende woningmarkt. Uiteindelijk heeft dit
geleid tot een gemiddelde stijging van 50% voor alle woningen.
Taxeren met behulp van referentiewoningen De gemeente stelt de
economische waarde van iedere woning vast aan de hand van de
transactieprijzen. De woningtransacties worden hiervoor door de
gemeente nauwlettend in de gaten gehouden. Van het Kadaster ontvangt
de gemeente transactiesommen van woningen. Uit verkoopadvertenties,
internet en inlichtingen ter plekke worden de verkopen beoordeeld op
bruikbaarheid. Daarnaast worden bouwvergunningen gebruikt, om te
bezien of een woning een serre of dakkapel heeft. Door middel van
luchtfoto´s en controles ter plaatse worden de woningen gecontroleerd
op wijzigingen. De datum waarop de waardebepaling werd gefixeerd is 1
januari 2003. Met de verzamelde informatie uit de woningmarkt van
Langedijk zijn 450 referentiewoningen getaxeerd. Hierbij is een
indeling gemaakt op de hoofdkenmerken van een woning zoals het
bouwjaar, de inhoud, de oppervlakte van de grond, de bijgebouwen, het
soort woning en het gebied waarbinnen de woning is gelegen. Aan de
hand van al de gegevens van de referentiewoning en de woningen in de
groep, wordt iedere woning van een waarde voorzien. Deze waardering
gebeurt door toepassing van een geautomatiseerd
woningwaarderingsmodel. Door middel van bezoek ter plaatse en aan de
hand van foto´s, worden de waarden gecontroleerd en eventueel
aangepast. Rekening houdend met verschillen in tuinoppervlakte,
dakkapel of een aanbouw woonruimte wordt de uiteindelijke waarde
bepaald.
Wanneer kunt u de nieuwe WOZ-waarde verwachten? Eind februari 2005
ontvangt iedere eigenaar/gebruiker en iedere huurder van een woning of
bedrijfspand een nieuwe vastgestelde waarde. Deze vastgestelde waarde
treft u aan op het gecombineerde aanslagbiljet van de Onroerende
zaakbelasting, Afvalstoffenheffing, Rioolrecht en hondenbelasting
2005. Het taxatieverslag van uw woning verschijnt 28 februari 2005 op
de gemeentelijke website. Over de wijze waarop u dit verslag kunt
raadplegen (met wachtwoord), wordt u nog nader geïnformeerd. Het
verslag is overigens ook bij de gemeente op te vragen of af te halen
(vanaf 1 maart 2005). Op het taxatieverslag kunt u zien welke gegevens
zijn gebruikt. Op het taxatieverslag ziet u de gegevens en koopsommen
van drie woningen, welke zijn verkocht in de onderzochte periode.
Indien u het verslag via www.gemeentelangedijk.nl opvraagt, dan ziet
u tevens de foto´s van de onderbouwende verkopen.
Betekent een gestegen economische waarde ook meer belastingopbrengst
voor de gemeente? Nee, dat is niet het geval. De gemeenteraad heeft
ingestemd met een trendmatige verhoging (2,1%) van de gemeentelijke
OZB-opbrengst van 2004. De opbrengst blijft, rekening houdende met de
inflatiecorrectie, gelijk voor de gemeente Langedijk. Het College van
burgemeester en wethouders is derhalve gehouden om de vastgestelde
tarieven aan te passen aan de gewijzigde WOZ-waarden. Bij deze
aanpassing wordt rekening gehouden met de geringere stijging van de
WOZ-waarden van de bedrijven. Deze zijn, zoals in de hele regio
Alkmaar, met ongeveer 20 % gestegen. Om dezelfde inkomsten als in 2004
te hebben, zou dat normaliter betekenen dat de woningbezitters naar
verhouding meer OZB zouden gaan betalen. De gemeenteraad heeft de
afgelopen jaren steeds gekozen voor verschillende tarieven tussen
woningen en zogenaamde niet-woningen, juist om dit te voorkomen. Ook
voor dit jaar is gekozen voor een verschillend tarief tussen woningen
en bedrijven. Zoals gezegd blijft de totale ozb-opbrengst gelijk (op
de inflatiecorrectie na). In individuele gevallen kunnen er echter wel
verschillen optreden. Wanneer uw woning minder in waarde is gestegen
dan het gemiddelde in de gemeente, zult u minder ozb gaan betalen.
Hier tegenover staat dat wanneer uw woning meer dan het gemiddelde is
gestegen, u een hogere aanslag tegemoet kunt zien. Dit zijn de
zogenaamde en onvermijdelijke herverdeeleffecten na een
herwaarderingsronde.
Wat gaat u eigenlijk betalen?
Hieronder staan enkele rekenvoorbeelden,l voor als het College van
burgemeester en wethouders besluit de tarieven van woningen te
verlagen. Bij deze voorbeelden wordt uitgegaan van enkele veel
voorkomende woningtypen.
Waardepeil 1999: eigenaar/gebruiker
105.000 (rijwoning)
195.000 (twee-onder-een-kap)
235.000
OZB 2004:
220
407
493
Waardepeil 2003: eigenaar/ gebruiker
157.000
292.500
352.500
OZB 2005:
224
417
505
Stijging 2004-2005:
4
10
12